Deltaplan Duurzaamheid 8: Duurzaamheid en geld
Inleiding algemeen
Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.
Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.
Deltaplan duurzaamheid
In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.
En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.
Draagvlak
Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!
Inhoud van ons Deltaplan
Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen
Inleiding Hoofdstuk 8: Duurzaamheid en geld
Duurzame samenleving: alleen maar kosten?
Dat al die nieuwe maatregelen geld gaan kosten, is geen verrassing. Denk maar eens aan het energiezuinig maken van de eigen woning of het aanleggen van een warmtenet of de bouw van windmolens. Wie gaat dat betalen? Dat is een veelgehoorde vraag als het om duurzaamheid gaat. De framing van de klimaatmaatregelen is er helaas een van alleen maar kosten geworden (zoals ook bij de zorg, het onderwijs, lerarentekort, zorgsalarissen en vele andere onderwerpen). Overigens is het wel zo dat de duurzaamheidsmaatregelen geld kosten, maar op de lange termijn is het goedkoper dan niets doen, en ook nu zijn er al besparingen op energie en op indirecte kosten als gezondheidszorg (minder longziekten door minder fijnstof).
We betalen nu onze rekeningen niet – en al vele jaren lang niet
Een ander punt is de vergelijking met wat we nu betalen. We hebben de afgelopen jaren geleerd dat we niet ongestraft, en onbetaald, stikstof in het milieu kunnen laten komen. We weten nu ook dat het geld kost om zo te gaan werken dat die stikstof of andere gassen niet meer vrij komen. De maatregelen om dit op te lossen komen uit de algemene middelen, maar dat zou eigenlijk bij de kostprijs moeten van de producten die in dat proces worden gemaakt. Maar dat gebeurt niet, en vanaf het begin al niet.
Langzaam wordt dus steeds duidelijker dat er consequenties zijn verbonden aan de productie van heerlijke producten als vlees, en ook dat die consequenties niet in de prijs van vlees verwerkt zijn. Een vergelijking met de huidige kosten en prijzen is daarom niet terecht. En los van geld, kost het uitstel in de bouw, bijvoorbeeld, ‘welzijn’ voor alle Nederlanders voor wie de bouw van de woning is vertraagd.
Bedrijven zijn gelukkig al heel lang voorbereid
Bedrijven en burgers weten al heel lang dat dit speelt, en dat dit eraan komt. Vooral grote bedrijven hebben al heel lang voordelen in de vorm van ontheffingen van normen, subsidies, belastingvoordelen e.a. Een goede ondernemer heeft dit voordeel gebruikt om te investeren in verduurzaming of heeft dit gespaard om dit te gaan doen of om zijn business(model) te veranderen. Het is dus geen 0-punt waarop we grote bedrijven ineens gaan benadelen. Het is in blessuretijd dat we echt niet meer anders kunnen, en m.n. grote bedrijven heel land uit de wind zijn gehouden. Het is daarbij ook sowieso nodig want het is ook gebleken dat bedrijven (ondanks allerlei initiatieven) of ‘de marktwerking’ niet heeft gezorgd voor de noodzakelijke verduurzaming.
Kosten stijgen al
Een ander aspect is dat de klimaatverandering ons al geld kost, zowel landelijk als voor bedrijven als privé. Even dicht bij huis: door de steeds warmere zomers is de verkoop van airconditioning apparaten gestegen. Hierdoor stijgt het stroomverbruik en er zal dus, bovenop wat er sowieso aan duurzame energie moet komen, geïnvesteerd moeten worden in extra capaciteit duurzame energie.
En daarnaast zijn er de overheidsmaatregelen om investeringen te financieren of gedrag te stimuleren, zoals het verhogen van de energiebelasting en het verlagen van subsidies voor elektrische auto’s.
Kortom: we betalen nu te weinig bij veel van de producten die we kiezen, en op andere terreinen stijgen de algemene kosten al omdat de overheid tegenmaatregelen aan het nemen is.
Het kan wel, maar wel met duidelijke lange termijn keuzes
Klimaat en economie kunnen elkaar versterken, er zijn alleen duidelijke keuzes voor nodig. Het is er nu zelfs, tijdens de corona crisis, júist de tijd voor, en dat niet vanwege zweverig idealisme: het zal tot tastbaar betere economische uitkomsten leiden. De grootste bedreiging in de huidige economische noodsituatie is de misplaatste gedachte dat we nu even geen tijd hebben voor investeren in duurzaamheid, circulaire landbouw e.d. (Bezemer, zie Bronnen). Helaas lijkt het erop dat deze regering de kansen van de crisis niet benut, door bijvoorbeeld steun te laten afhangen van investeringen in duurzaamheid.
Bij een volgende economische crisis of pandemie is het een optie om bedrijven die sterk bijdragen aan de CO2 productie niet te steunen. Vergelijk Tata Steel in IJmuiden, waar al jaren het aantal banen daalt, maar dat wel verantwoordelijk is voor veel uitstoot en vervuiling. De steun aan KLM, zonder klimaateisen (los van de slechte onderhandelingen) zal de volgende keer wel van klimaateisen moeten worden voorzien.
Spelregels
Het is tekenend dat onze minister van EZ niet genoeg duurzame energie heeft weten te realiseren, en dus moeten wij investeren in een ander land door daar groene stroom(rechten) in te kopen om geen EU boete te krijgen. En in het algemeen is Nederland veel te vraag met de transitie.
Wat Partij Helder betreft hebben we niet meer de tijd om het perfecte moment te kiezen om ‘in te stappen’ in de verduurzaming van Nederland. We moeten gewoon nu beginnen. De noodzaak ligt voor de hand, nu kunnen we nog keuzes maken, en de kosten komen toch. Maar .. als we het goed doen komen er ook veel besparingen en zelfs baten.
De spelregels zijn dan:
- zo snel mogelijk zo duurzaam mogelijk worden
- zoveel mogelijk gaan innoveren
- zoveel mogelijk energie maar ook geld besparen
- zoveel mogelijk banen daarbij zullen ontwikkelen; en waar nodig een goede overgang regelen naar andere banen
- met een eerlijke verdeling van kosten en opbrengsten tussen burgers, organisaties en bedrijven
- met zoveel mogelijk draagvlak, o.a. door 100% transparantie over de lusten en lasten van burgers, bedrijven, organisaties en overheden.
Eerlijke verdeling
Uitgangspunten
Elke burger en elke organisatie of bedrijf in Nederland koopt producten of diensten, van koffie tot vliegreizen. En elk van ons is daarmee verantwoordelijk voor de uitstoot van CO2 en andere klimaatgassen, maar ook voor effecten op de gezondheid van mensen als op het welzijn van dieren, en dit alles zowel in Nederland als in de landen waar onze grondstoffen of producten vandaan komen. En elke burger en elke organisatie of bedrijf in Nederland kan duurzamere keuzes gaan maken, of die geld kosten of niet.
Om dit ‘project’ te laten slagen is draagvlak nodig. En daarvoor zijn onze uitgangspunten als volgt:
- Er komt een eerlijke verdeling van kosten, waarmee de verduurzamer verdient (of bespaart) en de vervuiler betaalt
- We gaan de echte prijzen betalen (true cost/true price), dus inclusief de kosten voor het bestrijden van de schadelijke effecten of het vergroten van het dierenwelzijn etc.
- Er komt een eerlijke verdeling en verrekening met mensen en natuur in de landen waar onze grondstoffen of (half)producten vandaan komen
- Er komen pas ‘ontmoedigingsmaatregelen’ als er vergelijkbare (en betaalbare) duurzame alternatieven zijn. Dus rekening rijden wel voor grotere diesel- en benzine-auto’s, maar niet voor midden- en kleine, zolang de elektrische modellen voor veel mensen nog niet te betalen zijn.
- Er komt volledige transparantie over wie wat betaalt of ontvangt aan subsidies, kortingen, speciale tarieven etc.
Verminderde keuzevrijheid en prijzen
Een heel ander aspect van de toekomstige ontwikkeling is dat we meer en meer te maken krijgen met maatregelen die gelden voor het hele land (bijv. op basis van het Klimaatakkoord) of de hele stad, of een bepaalde wijk. Vanaf 2030 is het verplicht om de eigen woning te isoleren, maar dat gaat, zoals in de plannen staat, wijk voor wijk plaatsvinden (alle Nederlandse gemeenten moeten eind 2021 met een plan van aanpak komen). Ook op het gebied van warmte en stroom komen er meer en meer gemeenschappelijke oplossingen.
Nu kunnen burgers kiezen voor hun energieleveranciers. Straks zal een groot deel van ons daar geen invloed meer op hebben. En ook de beslissing voor het moment dat de woning of het bedrijf overgaat op een duurzamer warmtenet of meer isolatie ligt straks helemaal of deels bij de gemeente.
Er moet namelijk heel veel gebeuren, en dus kan niet alles tegelijk. Dat betekent dat je bedrijventerrein of woning misschien pas in de jaren 2030 aan de beurt is, en dat je nog jarenlang in suboptimale energie-omstandigheden blijft leven of werken. Dit kan ook komen omdat gemeente niet competent genoeg is of dat er tegenstrijdige belangen zijn bij de verschillende wethouders. En dus kan het gebeuren dat men in wijk 1 al over is naar een centraal verwarmde goed geïsoleerde woning, terwijl de woningen in wijk 2 pas veel later aan de beurt zijn. En als de overgang dan heeft plaatsgevonden is de burger of het bedrijf gebonden aan een warmte- of energieleverancier die niet zelf gekozen is, bijv. op prijs of service. De zo geprezen marktwerking is dan ver te zoeken (de gemeente zal een soort aanbesteding doen, maar de vraag is hoeveel echte keus er is).
Het lijkt daarom niet redelijk om de prijzen van die warmteleveranciers over te laten aan een nogal indirecte markt, waar individuele draagkracht en klanttevredenheid nauwelijks een rol zullen spelen. Daarbij zijn er, is recent gebleken, nog veel onzekerheden en aanloopproblemen, die mogelijk financiele consequenties hebben.
Partij Helder wil daarom de optie onderzoeken of het het meest klant-, maar ook marktgericht, is om de prijzen centraal voor heel Nederland vast te stellen. Voordeel is dat de leveranciers hun best moeten doen om met die prijs toch een goed product te leveren en te excelleren in klantvriendelijkheid. En de burgers en bedrijven weten waar ze aan toe zijn en betalen allemaal dezelfde solidaire prijs. Pas als de projecten zijn uitgevoerd en het stof is neergedaald, kan dat weer worden losgelaten.
Eerlijke verdeling van kosten tussen burgers en MKB <-> grote bedrijven
Er zouden bij het Klimaatakkoord een eerlijke verdeling van de kosten en baten komen, zodat burgers en kleinere bedrijven niet opdraaien voor de kosten van grote vervuilers zoals de veehouderij, de scheep- en de luchtvaart. Helaas is dat niet het geval bij het Klimaatakkoord:
- Burgers <-> bedrijven: Het bedrijfsleven is verantwoordelijk voor 80% van de uitstoot in Nederland, maar betaalt niet eens de helft, dus minder dan 50%, van de milieubelasting die de staatskas ingaat.
- Kleine bedrijven <-> grote bedrijven: Minister Wiebes beloofde de Tweede Kamer dat de industrie haar eigen vergroening betaalt, waarbij de rekening komt te liggen bij de grootverbruikers. De 12 grootste vervuilers zijn ook grootverbruikers. Uit een vergelijking blijkt dat deze 12 grootste bedrijven minder dan 20 % van de subsidie opbrengen. Dat komt door een zeer laag belastingtarief en een reeks van vrijstellingen. Kleinere industriële bedrijven betalen ruim 80 % van de subsidiepot voor industriële vergroening, terwijl zij veel minder uitstoten en nauwelijks gebruik kunnen maken van dit geld. Het gaat vooral om mkb-bedrijven. Het is niet uit te leggen dat juist de grootste vervuilers het geld van kleinere fabrikanten mogen gebruiken om bijvoorbeeld hun CO2 onder de grond te stoppen. Zij moeten hun eigen verduurzaming betalen.
- Uitgangspunt van Partij Helder is alle bedrijven CO2 heffing gaan betalen naar mate van uitstoot. Er komt een korte overgangsperiode, waarin alle vrijstellingen en subsidies vervallen. Als er door bedrijven al bijv. ETS rechten zijn gekocht, dan is die heffing aanvullend. Daarmee komt er meer geld in de pot, waarmee iedereen de verduurzaming kan betalen.
- Transparantie: En er moet volledige transparantie komen over wie wat aan CO2 uitstoot, aan heffingen betaalt en aan subsidies of kortingen ontvangt.
Bron: www.duurzaam-ondernemen.nl
Gelijk speelveld
Een veel gehoord argument is dat maatregelen pas kunnen als er een gelijk speelveld is tussen alle concurrenten. Vanzelfsprekend is het belangrijk dat er een gelijk speelveld, maar dat speelt alleen voor bedrijven die ook daadwerkelijk concurrenten hebben in dezelfde markt die alleen maar op prijs concurreren (en bijv. niet op kwaliteit of levertijd of product kenmerken).
Burgers <-> bedrijven: gelijkheid in energiebelasting?
In Nederland betalen we nu bovenop de kale energieprijs een Energiebelasting (EB) en een Opslag Duurzame Energie (ODE), en daarbij nog de BTW. Op het eerste gezicht dragen als maar hogere belastingen op energie bij aan zowel het vullen van de schatkist als aan het terugdringen van verspilling. Hoge belastingen stimuleren gebruikers om te besparen. Hoe hoger de prijs, en het volume, hoe meer je kan verdienen met besparingsmaatregelen. Nu iedereen het belang wel inziet van energiebesparing én het terugdringen van CO2-uitstoot, zou je verwachten dat de energiebelasting in Nederland is ingericht volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Helaas is dat niet het geval.
- Ten eerste: bedrijven betalen veel lagere energiebelasting dan burgers
- bedrijven betalen lage energiebelastingtarieven, een ook nog regressief (hoe meer verbruik, hoe lager de belasting). Dit stimuleert ze al niet om energie te besparen, want hoe hoger de prijs, hoe groter de besparing.
- daarnaast is het gemiddeld voor zo dat besparingsmaatregelen voor huishoudens relatief duur zijn, terwijl ze voor grootverbruikers relatief goedkoop zijn. Dus terwijl het voor hen het goedkoopst is, is de energiebelasting en dus de energieprijs zo laag, dat besparen niet per se aantrekkelijk is;
- Nederland zou moeten investeren in energiebesparing waar dat het goedkoopst is. en dat is dus in de eerste plaats bij de (industriële) grootverbruikers en pas als het echt niet anders kan bij huishoudens.
- Ons voorstel is daarom om het belastingtarief vlak te maken. Dat is eerlijker en de besparingsstimulans komt op de plek waar besparingen het makkelijkste en goedkoopst zijn en het meest opleveren, namelijk bij de grootverbruikers. Op termijn kan het nodig zijn om het tarief progressief te maken (hoe meer verbruik, hoe hoger de prijs). Indien nodig of mogelijk kan het basistarief dalen.
- Ten tweede: de belastingvrijstelling voor energierekening
- de belastingvrijstelling (over het eerste stukje van je energierekening hoef je als het ware geen belasting te betalen) had de afgelopen jaren moeten meegroeien met de stijging van de belastingen op aardgas. Juist mensen met lage inkomens zullen immers geen middelen hebben om op hun gasverbruik te besparen, terwijl gas als maar duurder wordt. Dat is niet gebeurd, terwijl dit juist voor de kleine gebruikers uitmaakt.
- Ons voorstel is om die uitgebleven groei van de vrijstelling goed te maken en voortaan te laten meestijgen met de belastingverhogingen op energie.
Gelijkheid tussen Nederland en armere landen
Eén thema is in de discussie over duurzaamheid nog nergens aan de orde geweest: het verdelingsvraagstuk, een soort van nivellering tussen landen. In Parijs hebben rijke landen niet alleen hun verantwoordelijkheid uitgesproken voor het behalen van de klimaatdoelen in eigen land, maar ook ondubbelzinnige steun toegezegd aan armere landen die zwaarder worden getroffen, maar veel minder hebben bijgedragen aan het ontstaan van het klimaatprobleem.
Nederland zal niet alleen moeten zorgen dat zijn eigen energie schoon wordt, maar ook mede opdraaien voor de kosten van landen die zich zo’n transitie niet kunnen veroorloven. En Nederland moet niet alleen zijn eigen dijken klimaatbestendig maken, maar ook bijdragen aan die in Vietnam en Bangladesh.
Auto rijden
In Hoofdstuk 3 Energie, wonen, werk, vervoer bespreken we hoe maatregelen rondom rekening rijden, subsidies, accijns en bijtelling eerlijk kunnen worden toegepast. Wat ons betreft moet hierbij rekening worden gehouden met de beschikbaarheid van zaken als betaalbare kleine elektrische auto’s, snelbussen naar bedrijventerreinen en voldoende woningen zijn op redelijke afstand van waar mensen werken.
Gelijke toegang tot duurzame maatregelen
De laatste maatregelen die zullen zorgen voor draagvlak zijn:
- Lusten: rekening houden met een gelijke ‘toegang’ tot energiebesparende maatregelen en de opwekking van duurzame energie. Zo zijn de voordelen van veel isolatiemaatregelen alleen haalbaar voor midden- en hogere inkomens of voor huiseigenaren. Nu gaat er, door groene politiek met subsidies voor zonnepanelen van woningbezitter dus geld naar hen toe. De huurder krijgt dat niet, en heeft zowel de voordelen als de subsidie niet. Idem het geld dat gaat naar mensen die zich een elektrische auto kunnen veroorloven of leaserijder zijn en grotere modellen (nu nog) kunnen veroorloven (het omgekeerde Robin Hood-effect).
- Lasten: rekening houden met gelijke nadelen van prijsstijgingen om gebruik van bijv. gas te ontmoedigen. Wanneer energie duurder wordt, betalen we allemaal meer om onze huizen te verwarmen. Maar doordat de armen een groter deel van hun inkomen aan energie uitgeven, treft een prijsstijging hen relatief het zwaarst.
- Verrekenen: het is daarom een optie om bij subsidies of tarieven rekening te houden met verschil in inkomen of met de waardevermeerdering van de eigen woning door duurzame maatregelen. Het meest eenvoudig is mogelijk om de overdrachtsbelasting afhankelijk te maken van het Energielabel van het huis. Tegelijkertijd willen we zeker niet nog een soort ‘toeslag’ !
Bronnen en reacties
Bronnen
Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering. En van andere partijen, zoals hier een aantal paragrafen van de Partij voor de Dieren.
We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.
Reacties
Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!
Ouders, kinderen, opvang, studiebeurzen
in Onderwijs en Cultuur, SamenlevingOuders, kinderen, opvang, studiebeurzen
Wij beginnen hier met onze antwoorden op de Kieswijzer voor Ouders, van december 2020
Stellingen Kieswijzer voor ouders
December 2020
Respons 1: Nee
Toelichting: Toegang tot scholen is gelijk voor elk kind. Geloofs- of persoonlijke overtuigingen of, zoals recent weer bleek voor te komen, seksuele geaardheid, mogen geen enkele rol spelen.
Respons 2: Nee
Toelichting: Alle scholen zouden dezelfde financiering moeten krijgen. De leermiddelen en tijd van docenten en speciale religieuze voorzieningen die de school nodig vindt voor het religieus onderwijs zullen door ouders en anderen betaald moeten worden. Daarbij is het dan wel verplicht volledig transparant te zijn over de herkomst en het doel van die financiering, met specifieke rapportages aan het Ministerie van Onderwijs en een online toegankelijke algemene rapportage.
Respons 3: Ja
Toelichting: Dat is een goed idee, al zal er hierbij rekening moeten worden gehouden met de omvang van de school, het type leerlingen, een eventuele regionale positie van de school e.a. Waar nodig zullen de extra docenten betaald moeten worden door het Ministerie van Onderwijs. Scholen moeten wel de ruimte krijgen om hier, indien nodig, iets vanaf te wijken, om niet voor een paar leerlingen een nieuwe klas te hoeven toevoegen.
Respons 4: Ja
Toelichting: dat is een goed idee. Wel zal het tijdens die jaren moeten gaan om een breed aanbod, op verschillende niveaus, zodat elke leerling zijn of haar optimale pad en in de juiste snelheid kan volgen. Zowel de leerlingen met een achterstand als de hoogbegaafde leerlingen.
Respons 5: ja
Toelichting: wel met goede begeleiding, zodat wordt voorkomen dat een kind dat van huis uit minder wordt gestimuleerd niet om die reden naar een lager of hoger niveau overstapt.
Respons 6: ja
Toelichting: er moet wel meer aandacht komen, in een goede verhouding tot andere belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen in onze geschiedenis. Het is ook ‘gewoon’ een van de thema’s die aan bod moeten komen, naast vele andere (WOII, industrialisering, man/vrouw verhoudingen e.a.). De recente opleving van de aandacht hiervoor heeft veel aandacht veroorzaakt, wat niet automatisch gelijk is aan het belang van dit them.
Respons 7: ja
Toelichting: maar meer prioriteit betekent niet meer tijd of meer geld. Wat ons betreft betekent het vooral dat de noodzaak om elk kind voldoende niveau bij te brengen meer gegarandeerd moet kunnen worden door de inrichting van ons onderwijs. Juist taal en rekenen moeten op de een of andere manier in de pre-schoolse jaren en tijdens de eerste jaren van de basisschool al extra gestimuleerd worden, waar nodig, zodat leerlingen met een achterstand zo min mogelijk last hebben daarvan in hun schoolcarriere.
Respons 8: nee
Toelichting: afgezien van een periodieke herijking, zoals nu met het thema slavernij, gaat dat nu goed. Het curriculum wordt overigens al steeds wat bijgesteld. Wat er nu aan de hand is in het onderwijs (onderwijsniveau, lerarentekort, kansenongelijkheid) speelt onafhankelijk van dat curriculum.
Respons 9: geen mening
Toelichting: als daar behoefte aan is, dan moeten we dat zeker doen.
Respons 10: nee
Toelichting: eerst maar eens zorgen dat elk kind optimaal onderwijs krijgt dat bij hem of haar past
Respons 11: ja
Toelichting: in principe wel, maar het maatwerkdiploma moet dan weer wel aansluiten bij dat vervolgonderwijs. En het moet dan ook in kleinere regionale scholen ook wel te organiseren zijn.
Respons 12: ja
Toelichting: wel toegankelijk, maar het gaat wat Partij Helder betreft ook hier om het uitgangspunt dat elk kind optimaal onderwijs krijgt dat bij hem of haar past. Of dat in een speciale school is of juist als leerling van een gewone school, zal per kind moeten worden bepaald.
Respons 13: ja
Toelichting: al is het onze voorkeur dat scholen dat zelf doen, en dat er daar landelijke richtlijnen en normen voor zijn. Hier is door de corona-crisis al heel veel werk voor verricht. Overigens is het anders als het gaat om langdurig en permanent digitaal onderwijs. De psychologische en sociale elementen zullen nog veel meer een onderdeel moeten worden van dat digitale onderwijs.
Respons 14: ja
Toelichting: wij vinden dat die ouderbijdrage landelijk moet worden vastgesteld. Maar eigenlijk vinden we (volgende vraag) dat die ouderbijdrage moet worden afgeschaft.
Respons 15: ja
Toelichting: gewoon alle activiteiten voor alle kinderen organiseren vanuit het onderwijsbudget. Mochten ouders of scholen iets willen dat niet uit het budget van de school te betalen is, dan zullen zij dat gezamenlijk moeten organiseren en financieren, waarbij als voorwaarde geldt dat dat alleen kan als alle kinderen meekunnen (ondanks financiën, lichamelijke beperkingen e.a.).
Respons 16: ja
Toelichting: een gratis gezonde lunch, aangevuld met meer bewegen. En waar nodig ook een gratis ontbijt. Het zou natuurlijk onze voorkeur hebben als dit niet nodig was, maar er zijn teveel ouders die gezond voedsel en voldoende beweging niet kunnen of willen aanbieden. Dus dan kunnen we principieel weigeren en verwijzen naar de eigen verantwoordelijkheid van de ouders, maar daar schiet het kind niets mee op. Vanuit preventie denken wij daarnaast dat er een goede werking vanuit kan gaan als het kind thuis vertelt over bewegen en gezond eten.
Respons 17: ja
Toelichting: en daarmee komt het doel dichterbij dat elk kind optimaal onderwijs krijgt dat bij hem of haar past. Overigens heeft het onze voorkeur dat bijlessen niet nodig zijn, omdat het reguliere onderwijs afdoende is.
Respons 18: nee
Toelichting: niet automatisch, want wij stellen voor dat op die school de klassen kleiner zijn zodat de belasting voor de leraren gelijk is aan die op andere scholen. In het algemeen geldt wel dat leraren die werken met kinderen met gedrags- of andere problemen wel een hoger salaris krijgen, omdat dat extra vaardigheden vereist die van andere docenten in mindere mate gevraagd wordt.
Respons 19: nee
Toelichting: uit onderzoek is gebleken dat juist de basis die kinderen mee krijgen in het lager onderwijs van bepalend belang is, dus hoe beter het onderwijs op die leeftijd is, hoe beter de basis voor later onderwijs. Als het onderwijs op de basisschool door dat hogere salaris aantrekkelijker wordt voor hoger opgeleide docenten, dan zal dat een gunstig effect hebben.
Respons 20: ja
Toelichting: daarmee vervallen ingewikkelde procedures (met alle bekende nadelen van dien!), en kunnen meer ouders deelnemen aan de arbeidsmarkt of een opleiding volgen. Ook zal het aantal kinderen dat met een achterstand op de basisschool aankomt afnemen (en daarom zou het ook gratis moeten zijn als ouders of een ervan niet werkt).
Respons 21: nee
Toelichting: iedereen is in Nederland vrij om zijn kinderen wel of niet te laten vaccineren. Dat betekent alleen niet dat het men de vrijheid heeft om anderen te besmetten.
Respons 22: nee
Toelichting: Wij vinden het een heel goed idee om te zorgen dat beide ouders (w.o. twee moeders of twee vaders !) voldoende tijd hebben om betrokken te zijn rond de geboorte van een kind. Hoe dat precies georganiseerd moet worden laten wij liever aan ouders over in samenspraak met hun werkgever. Het kan bij kleine bedrijven erg lastig zijn dit te organiseren, terwijl een langere periode 60% werken of een andere regeling wel goed kan werken. Je zou dan uit kunnen komen op een strippenkaart oid.
Respons 23: ja
Toelichting: dat lijkt ons een goed idee, maar het kan gewijzigd worden n.a.v. het vorige punt.
Respons 24: ja
Toelichting: een basisbeurs is een goed idee omdat geld op geen enkele manier een drempel mag zijn om te gaan studeren of zelfs om een tweede studie te gaan volgen. We hebben domweg iedereen nodig die verder wil leren. En dus is een flinke investering daarvoor noodzakelijk, hoe dan ook. Financieel is het niet ideaal, ook dat compenseren van de schulden, maar dat nadeel weegt niet op tegen de voordelen.
Respons 25: ja
Toelichting: dat is een belangrijk onderdeel van onze focus op preventie, gezond aanbod van eten en bewegen op scholen. Ook pleiten wij voor 1 keurmerk, waardoor iedereen (van laag- tot hoog geletterden) in 1 oogopslag kan zien of eten of drinken etc. goed is voor mensen, dieren en het milieu.
Respons 26: ja
Toelichting: maar de vraag is wel of ook deze taak bij de gemeenten moet blijven. De uitvoering moet wel bij de gemeenten blijven, maar zij hebben de laatste jaren veel te veel op hun bord gekregen. De financiering, de aanpak, de regie zullen weer centraal belegd moeten worden (ministerie, eventueel provincie). En daarnaast zullen een afdoende minimuminkomen en minimum uurprijs in de vrije beroepen ervoor moeten zorgen dat iedereen menswaardig kan leven van 40 uur werk.
Respons 27: nee
Toelichting: maar wel voor werkelozen en asielzoekers en statushouders, vanaf 3 maanden nadat iemand werkeloos is geworden. Het kan inderdaad gaan om de zorg, natuurbeheer of defensie, maar ook om opleidingen. Het gaat om ‘alternatief werk’, dat voor Partij Helder een belangrijke manier is om te zorgen dat mensen onderdeel blijven vormen van de maatschappij. Het uitgangspunt erachter is ‘wederkerigheid’: je woont in Nederland en in ruil voor voorzieningen vragen we aan je, als je geen betaald werk hebt, om op een andere manier bij te dragen aan de samenleving.
Respons 28: nee
Toelichting: de organisatie van iets veranderen is geen garantie voor een verbetering ervan. Het gaat om wat optimaal werkt. Eerst maar eens zorgen dat de resultaten beter worden. En ook zou je, vergelijkbaar hiermee, dan ook een Ministerie van Ouderenzaken krijgen. Daarnaast zou dit dan weer doorkruisen wat er ook in de zorg en het onderwijs moet verbeteren, waar alle leeftijden en omstandigheden een rol spelen.
Respons 29: nee
Toelichting: de mening van kinderen van alle leeftijden is erg belangrijk. Wij vinden 18 een mooie leeftijd in de ontwikkeling van onze jongens en meisjes om te mogen stemmen.
Respons 30: ja
Toelichting: het goed kunnen uitvoeren van deze combinatie van taken van werk, gezin en zorg is cruciaal voor de Nederlandse samenleving. O.a. met het eerder genoemde 4 dagen per week gratis kinderopvang zullen deze extra inspanningen leiden tot meer werkenden, die gezond zijn en goed onderwijs hebben gehad.
Economie – toekomstgericht en duurzaam
in Economie en FinancienEconomie – toekomstgericht en duurzaam
Economie zal moeten hervormen en meer eigen koers varen
NB: dit is de concept-versie van dit programma onderdeel. Het wordt nog uitgebreid met Big Tech, lonen e.a.
Inleiding
De Nederlandse economie heeft met een corona-pandemie een grote terugslag gekregen, economisch gezien vooral door de genomen maatregelen als thuiswerken, afstand houden, sluiten van grote delen van de economie e.a. Voor Financiën is ineens een hogere staatsschuld en een hoger begrotingstekort bespreekbaar. Maar op allerlei terreinen kunnen we deze periode gebruiken om de Nederlandse economie beter te maken, zoals in de landen om ons heen wel gebeurt.
Transitie naar een duurzame economie
De omslag naar een duurzame Nederlandse economie verloopt nog steeds tergend traag; we staan onderaan in Europa v.w.b. duurzame energie. En het zou toch niet nodig moeten zijn dat Urgenda via de rechter maatregelen afdwingt?! Nederland gaat nu duurzame energie inkopen in Denemarken om geen EU boete te krijgen; hadden we dat geld niet beter kunnen investeren in eigen productie?
Wij gaan voor een versnelde aanpassing van de Nederlandse economie naar een duurzame economie in de brede zin van het woord. Duurzaamheid bij Partij Helder is: gericht op een evenwicht tussen de korte en lange termijn belangen van
Een duurzame en dus realistische economie houdt daar rekening mee. Gewoon doorgaan betekent dat de rekening vroeger of later gepresenteerd zal worden in de vorm van een veranderend klimaat, vluchtelingenstromen e.a.
Groei en duurzaamheid
Er zal daarvoor nieuw evenwicht gevonden moeten worden tussen ijzeren wetten van de economische groei en de duurzaamheid van onze samenleving.
De noodzakelijke maatregelen zijn zo lang uitgesteld, dat we nu niet langer kunnen wachten. We kunnen dus ook niet eerst de economie herstellen na corona, en dan aan de duurzaamheid gaan werken. We gaan het combineren: economie herstellen naar een realistischer duurzame economie. Dit is helaas niet waarvoor de huidige regering heeft gekozen. Wij maken daarom een Klimaatplan dat wel zoden aan de dijk zet, maar samen met burgers, organisaties, bedrijven en dus ook de boeren.
Onze boeren zijn niet ineens een voorbeeld van wat er fout is gegaan, maar ondernemers die in het huidige ondernemersklimaat kansen hebben gezien en genomen. En toen kwamen er slecht uitgevoerde last minute milieumaatregelen, en terecht protesteerden ze daartegen. Straks gaan wij samen met hen zorgen dat klanten tot ver over onze grenzen Nederlandse betaalbare én duurzame groente en kipfilets gaan eten.
Start-ups of ‘snelle groeiers’
Terwijl de start-ups al toe zijn aan een volgende generatie (complexere producten, langere ontwikkeltijden, hogere investeringen), heeft de regering pas recent hun belang concreet onderkend. Het geval wil alleen dat de Nederlandse overheid slecht scoort in bijdrage aan innovatie, bijv. in het MKB in de landbouwsector. De groei en innovatie komt van de bedrijven zelf. Economisch gezien is het daarnaast slimmer is om de zogenaamde ‘snelle groeiers’ te steunen (start-up of niet); zij zorgen namelijk voor de banengroei.
Van werkeloosheid naar ‘alternatief werk’
Met alle innovatieve ontwikkelingen als digitalisering en robotisering is er een grote kans dat iedereen straks wel een periode in zijn leven geen betaald werk heeft. En ook nu zijn er al veel werklozen (w.o. ook veel niet geregistreerden), wat nog sterk zal groeien vanaf dit najaar. Laten we daarom ‘werkeloosheid’ verruilen voor ‘Alternatief werk’. Je hebt straks betaald werk, of je draagt met ‘Alternatief werk’ 3 dagen per week bij aan de maatschappij door te werken, vrijwilligerswerk te doen of een opleiding te doen. En dat geldt voor iedereen, van de huidige werkelozen tot arbeidsongeschikten (voor zover mogelijk) tot asielzoekers en statushouders.
Werkeloosheid blijft
Werkeloosheid zal waarschijnlijk nooit meer opgelost kunnen worden, o.a. vanwege de voortschrijdende digitalisering en robotisering. Natuurlijk zullen er banen bijkomen door economische groei, bijv. door ons Deltaplan Nederland Duurzaam en Deltaplan Nederland Digitaal. Ook zullen er andere banen komen. De ontwikkelingen gaan alleen zo snel, dat de kans groot is dat er gedurende langere periodes steeds weer een mismatch is tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
Veel mensen komen na hun opleiding in een andere sector terecht
Iedereen kan een periode in zijn leven meemaken dat hij of zij geen betaald werk heeft, buiten de eigen schuld om. Hetzelfde geldt voor werken in de sector waarin je bent opgeleid. We kunnen we er maar beter vanuit gaan dat iedereen tijdens het werkzame leven in verschillende sectoren gaat werken (zoals nu al de praktijk is in heel veel carrières).
Ons voorstel
Ons voorstel daarom: we schaffen het begrip werkeloosheid af, en dat doen we op basis van ‘wederkerigheid’. We richten het zo in dat iedereen óf betaald werk heeft, óf een andere bijdrage heeft aan Nederland, in ruil voor de werkeloosheidsuitkering. Iedereen die even geen betaald werk heeft waar hij of zij voldoende mee verdient doet straks 3 dagen per week ‘Alternatief werk’. En dit geldt ook voor alle asielzoekers en statushouders.
Bij Alternatief werk kan het gaan om bestaande vacatures, maar ook werk voor de maatschappij. En dus: tomatenplukken in de kassen, als vrijwilliger in de zorg, door een opleiding te volgen, duurzame bosbouw e.a.
Bestaat dit al? Ja!
In Groningen is er de basisbaan, en in Rotterdam en andere steden wordt er ook al met een vergelijkbaar model gewerkt.
Betaald werk
Het kan gaan om betaald werk, bijvoorbeeld in de tuinbouw voor seizoenswerk of andere sector. Accepteren van vervangend werk in een andere sector wordt de regel. Dit treedt in werking 1 maand na het beëindigen van het vorige werk of de aankomst in Nederland van asielzoekers. De mogelijkheid om te solliciteren moet vanzelfsprekend blijven. En ook mag er niet geconcurreerd worden met andere Nederlandse werkzoekenden. (Wat ons betreft mag wel geconcurreerd worden met werknemers uit landen die zelf geen asielzoekers opnemen.)
Maatschappelijk werk
Mocht dat vervangende werk er niet zijn, of mocht het echt niet geschikt zijn, dan wordt maatschappelijke werk gezocht. Daarin worden werkzaamheden voor de gemeenschap verricht. Het gaat dan om werk in de zorg, mantelzorg, diensten voor verenigingen en stichtingen, vrijwilligerswerk of crowdsourcing (voorbeeld: corrigeren van scans van oude documenten voor musea en gemeentearchievene.a.).
Altijd opleidingen
Belangrijk onderdeel is dat er altijd (online) opleidingen kunnen worden gevolgd, zodat iemand weer kan aansluiten bij de nieuwe wensen op de arbeidsmarkt. Langere opleidingen kunnen worden verdiend met punten die worden verdiend door het Alternatief Werk; mogelijk wordt onaantrekkelijk werk beloond met extra punten.
Voordeel
Bijkomend voordeel van deze aanpak is dat vrijwel iedereen altijd mee doet, andere mensen ontmoet, beweegt, en toegang heeft tot opleidingen.
Innovatie
Economie: Wij zijn voor versterken van innovatie, meer begeleiden van startups (met meer diversiteit) en in de banenmotor MKB en startups. Daar volgt groei uit. En groei betekent banen. De verliefdheid van de VVD op grote (internationale) bedrijven delen wij niet want de banen komen uit het MKB. Ook gaan we geleidelijk van mainports Rotterdam en Schiphol naar Brainport Eindhoven.
Voorwaarden voor innovatiesubsidies (en ook voor steun bij een volgende crisis) wordt een gebleken bijdrage aan een duurzamere samenleving en dus investeren in mensen, dieren (voor zover relevant) en het milieu, zowel hier als in eventuele bronlanden van werk of materialen.
Deltaplan Nederland Digitaal
Naast het Klimaatplan komt er een Deltaplan Nederland Digitaal waardoor de digitale ontwikkelingen waarin we al wel voorlopen nog verder te versnellen. Nog sneller internet tot in alle uithoeken van Nederland, robotisering waar mogelijk, optimale gegevensuitwisseling, big data voor alle bedrijven (niet alleen de grote). Maar wel met de menselijke maat: robotisering als hulpmiddel om onze doelen te bereiken. Dankzij robots meer tijd voor zorgverleners aan het bed wat sterk bijdraagt aan het genezingsproces. En vanuit strenge privacy regels.
Banken
Wat de banken betreft en blijvende problemen rondom integriteit, witwassen maar ook onduidelijke werking van de financiele markten (verouderde algoritmen, verschillende belangen) zal alsnog moeten worden bekeken of het splitsen in consumentenbanken en zakenbanken, of laag- versus hoog-risico, banken niet toch moet worden afgedwongen. De laag risicobanken zijn verantwoordelijk voor de consumentenlening, hypotheken en transacties tot een bepaald maximum bedrag, en idem voor de bedrijven. Vervolgens worden dan tijdens een crisis alleen de laag-risicobanken gered. De Volksbank moet mogelijk toch genationaliseerd worden (tegen de wens van de EU in).
Immigratie en arbeidsmarkt
in Economie en Financien, SamenlevingImmigratie en arbeidsmarkt
Technologische ontwikkelingen en vergrijzing gaan zorgen voor tekorten op de arbeidsmarkt, maar er zijn nu ook al tekorten in bijv. de zorg, maar ook bij beroepen die de meeste Nederlanders niet willen doen.
Kenniswerkers of seizoenarbeiders
Belangrijke vraag is natuurlijk waarom genoemde arbeidskrachten niet van onze eigen opleidingen komen; eventuele problemen daarbij moeten we nu eindelijk aanpakken. Onderwijs in met name de technische vakken moet verbeteren en aantrekkelijker worden, en wat Partij Helder betreft worden deze opleidingen op alle niveaus gratis.
Voor zover we werk-immigranten dan nog nodig hebben: structureel en goed aanpakken. En het is daarbij belangrijk om eerlijk te zijn over te grote cultuurverschillen. We willen immers geen herhaling van de jaren ’60-’70 toen het de politiek overkwam
Slachterijen en landbouw?
Belangrijke vraag hierbij is waarom hiervoor mensen uit het buitenland gehaald moeten worden. En als dat dan toch nodig is, dan moet dat via goede, open en eerlijke constructies. De huidige schimmige constructies met arbeidskrachten uit Oost-Europa worden verboden. Beloning en leefomstandigheden dienen goed genoeg te zijn, om concurrentie met Nederlandse arbeiders eerlijk te maken en tegelijkertijd menselijke omstandigheden te garanderen.
Waar mogelijk wil Partij Helder investeren in robots om dit werk over te nemen.
Duurzame keuzes voor alle dag: Mijn Keus
in DuurzaamheidDuurzame keuzes voor alle dag: Mijnkeus.nu
We worden overvoerd met informatie, tips en keurmerken
Maar we worden overvoerd met informatie over kinderarbeid, slachthuizen, CO2, stikstof, obesitas etc etc. En het is lastig om te weten wat een goede keus is, met alle informatie op websites, social media, kranten, TV e.a. En zelfs van keurmerken zijn er zoveel dat je niet weet welke nou de beste is. Alleen al voor de categorie ‘koffie, thee, chocolade’ zijn er 17 !!! keurmerken (website Milieucentraal – keurmerken). Het is zoveel dat het lastig is om op het juiste moment de juiste keuzes te maken.
Bedrijven en overheid kijken naar ons, burgers
Veel Nederlanders vinden dat overheid en bedrijfsleven nu eerst maar eens aan zet zijn. Dat klopt ook wel, maar in de praktijk werkt dat niet.
Bedrijven reageren het best als wij als klanten hun producten kopen. Of als we andere producten gaan kopen, bijv. een zuiniger koelkast of een keer week vegetarisch gaan eten. Daardoor zijn de schappen in de winkels veranderd; dat hebben wij dus gedaan. De overheid reageert alleen als er een crisis is of als iemand naar de rechter is gestapt. Ook daar moeten we het dus niet van hebben.
Daarom zullen wij andere keuzes moeten gaan maken. En dan volgen bedrijven en overheid vanzelf.
Wat doet Mijn Keus
Mijnkeus.nu helpt jou om jóuw beste keus te maken; voor jezelf, voor dieren en voor de aarde!
Dat doen we door al die keurmerken, rapporten en websites samen te brengen op deze website, en te vertalen naar handige lijstjes. Daarmee is Mijn Keus een portal waar je op één plek allerlei soorten producten en keurmerken kunt vergelijken. Maar je kunt hier ook kijken wat de seizoensgroenten van nu zijn, of hoe je van bank kunt wisselen.
Iedere dag weer zijn we bezig om te producten uit te zoeken of kwesties te vertalen naar de praktijk van alledag.
Wat is het doel van Mijn Keus
Ons doel is om het zo makkelijk mogelijk te maken om ‘goede’ keuzes te maken. Want elke keus draagt bij aan de verandering van het aanbod in onze winkels, en daarna in onze landbouw, visserij, veeteelt, CO2 uitstoot etc.
Onze stijl
Dat doen wij hopelijk op een positieve en inspirerende manier.
En ook de bedrijven, merken en producten behandelen we positief. Geen ‘naming and shaming’ maar ‘naming and faming’. En als een merk laag op een lijst staat: ‘zet hem op!’.
Mijn Keus is onafhankelijk
Mijn Keus is onafhankelijk en niet-politiek gekleurd. We kiezen zelf onze bronnen, stellen vaak zelf daaruit de lijsten samen, en we worden nooit betaald door een bedrijf of organisatie die op een van onze lijsten staat. Dat betekent dat donateurs, samenwerkende organisaties, overheden of andere belanghebbenden op geen enkele wijze invloed kunnen uitoefenen op ons onderzoek en de product scores.
Toekomst
Deze website is een uitgebreide demo-versie, om een aantal zaken te testen en voor te leggen aan jou! Dat hebben we onder andere gedaan op de Huishoudbeurs. Nu gaan we uitbreiden met meer onderwerpen. De teksten kloppen overigens allemaal, dus daar kun je gewoon van uitgaan.
Daarnaast gaan we zo snel mogelijk met experts samenwerken om een soort producten, bijv. een categorie als ‘kant en klaar maaltijden’, uit te zoeken. Ook gaan we met wetenschappers samenwerken om te controleren of we dit allemaal zo eerlijk en transparant mogelijk doen.
Raad van Advies, stichting, ANBI
Als we iets verder zijn, dan stellen we een Raad van Advies samen en zal Mijn Keus waarschijnlijk een stichting worden. Ook zullen we dan een ANBI aanvraag doen.
Partij Helder en Mijn Keus
De mensen die achter Partij Helder zitten zijn begonnen met Mijn Keus. In februari hebben zij een stand gehad op de Huishoudbeurs met Mijn Keus (https://mijnkeus.nu). Dit was om met mensen te praten over duurzaamheid, hoe we ons gedrag kunnen veranderen, wat keurmerken zijn etc. Daarna zijn zij doorgegaan met de ontwikkeling van een app en de financiering daarvoor.
Maar toen de Huishoudbeurs was afgelopen, realiseerden zij zich ook dat een platform als Mijn Keus niet genoeg is om de duurzaamheid in Nederland op gang te krijgen. En ze zagen ook dat er te weinig werd gedaan met de kansen die deze vreselijke crisis ook biedt (‘we wasted a good crisis’).
En toen hebben zij besloten toch weer verder te gaan met de partij. Deze heette vroeger Partij Bonte Koe, maar de naam is toen veranderd naar Partij Helder. “We moeten de problemen te lijf gaan zoals Nederlanders altijd hebben gedaan: pragmatisch, transparant en samen, met alle Nederlanders”. En duurzaamheid is daarbij een van de belangrijkste onderwerpen, naast de zorg, bouw, onderwijs niveau, de economie, integratie en andere onderwerpen op de politieke agenda.
Discriminatie
in SamenlevingDiscriminatie
Discriminatie is van alle tijden, en iedereen doet het. Wij geloven in maatregelen nemen en niet in alleen maar praten of standbeelden verwijderen. Taboes zitten oplossingen in de weg.
Discriminatie: we doen het allemaal
Het is alle bevolkingsgroepen eigen dat zij andere groepen meer of minder discrimineren. Groepen en mensen beledigen en uitsluiten is menselijk. Zo zitten mensen nou eenmaal in elkaar.
Maar discriminatie heeft grote gevolgen voor de mensen die het overkomt. Nederlanders worden in hun manier van leven of hun kansen beperkt om wie ze zijn. Juist daarom is het de plicht van ons allemaal om niet weg te kijken.
Hierin móeten we partij kiezen (en dat hadden we eigenlijk al moeten doen)! De tijd van constateren is voorbij. We zullen nu glashelder en solidair moeten zijn over wat kan en wat niet kan. We zullen veel duidelijker moeten erkennen dat het in Nederland voorkomt, en solidair moeten zijn met de slachtoffers. Marokkaanse sollicitanten weren, joodse of lesbische stellen de wijk uit pesten: het kan niet.
Helaas hebben we dit gif helaas al laten verspreiden , o.a. door weg te kijken en te doen of het in Nederland niet voorkomt. Daarom zullen de noodzakelijke maatregelen voor veel mensen (aanvankelijk) overdreven lijken. Ons voorstel: wie discrimineert wordt hard en snel aangepakt. Wij willen hier best over praten, maar nog liever concreet, samen, aan gaan werken.
Discriminatie bestrijden en gelijkheid bevorderen.
Het gaat in de praktijk om
Sexuele geaardheid en discriminatie
Homoseksualiteit is voor veel mensen een container begrip voor iedereen die niet ‘gewoon hetero’ is. Maar die vlag dekt de lading niet. Er zijn lesbische vrouwen, homosexuele mannen, biseksuelen en transgenders (Wikipedia LGTB). Hun volledige gelijkwaardigheid is een belangrijk onderdeel van onze Nederlandse waarden en identiteit. Voor het bekleden van alle publieke functies is volledige acceptatie van deze landgenoten een absolute voorwaarde.
Racisme en discriminatie
Discriminatie, schelden en uitsluiten op basis van afkomst moeten zo snel mogelijk de wereld uit. De discussie over ons koloniale verleden en Zwarte Piet laten zien dat er zeer verschillende en sterke meningen zijn of en op welke schaal het plaatsvindt in Nederland. Onze standpunten:
Onderwijs en discriminatie
Ook in het onderwijs wordt helaas gediscrimineerd, wanneer op basis van de kenmerken van ouders en milieu kinderen een lagere schoolniveau aangeraden kunnen krijgen dat ze feitelijk aankunnen. Het is dan niet onmogelijk om bijv. uiteindelijk te gaan studeren, maar die weg is dan onnodig langer, in een milieu waarin dat al niet altijd vanzelfsprekend is.
Discriminatie in de arbeidsmarkt
Er worden op korte termijn maatregelen opgesteld om de discriminatie van allochtonen bij sollicitaties tegen te gaan. De mogelijkheid om in ieder geval bij de overheid anoniem een sollicitatie- of stagebrief te sturen wordt zo snel mogelijk ingevoerd, om zo discriminatie tegen etnische minderheden tegen te gaan. Tegelijkertijd zullen bedrijven en organisaties worden benaderd om dit zogeheten ‘blind recruitment’ ook toe te gaan passen. Op termijn zal het een voorwaarde worden voor subsidies of samenwerking. Om dit te laten werken is overigens een combinatie van maatregelen nodig, zoals ook een ‘diverse’ sollicitatiecommissie, andere vacaturekanalen, andere teksten e.a..
Sexe-discriminatie en glazen plafond
De positie van vrouwen in arbeidsmarkt is nog steeds slechter dan die van mannen. Veel vrouwen verdienen minder, hebben slechtere arbeidsvoorwaarden en hebben minder managementposities dan hun mannelijke collega’s met dezelfde competenties. Nederland loopt daarmee achter in Europa. Partij Helder stelt voor om ook hier heel duidelijk stelling te nemen. Gelijke positie en kansen van vrouwen worden een belangrijk criterium voor subsidies, samenwerking, toelaten van lobbypartijen e.d..
Gemeenten: discriminatie en bedreigingen snel aanpakken
Het gemak waarmee in sommige steden is geaccepteerd dat mensen worden gepest of weggejaagd uit hun buurt is een schande. De huidige generatie van burgemeesters lijkt niet opgewassen tegen de misstanden in sommige wijken in Nederland, die al tientallen jaren duren. Zij reageren veel te afwachtend en onduidelijk.
Degene die pest, moet uit de buurt vertrekken. Degene die oproept tot intolerantie of discriminatie moet worden gestraft. Er zullen interventieteams moeten worden samengesteld die uiterlijk binnen 24 uur kunnen ingrijpen in een gemeente waar burgers worden bedreigd en gepest of raadsleden worden bedreigd. Niet de Joodse of homo-stellen verlaten de wijk, maar de gezinnen van de bedreigers.
En een burgemeester en wethouders moet in alle rust kunnen overleggen, zonder bedreigingen of geweld van tegenstanders . Gemeenten zullen worden getraind, begeleid en gevolgd bij het voorkomen, vroegtijdig constateren en zeer daadkrachtig ingrijpen (zowel in de wijken als op social media).
Er zijn verschillen op basis van afkomst, en soms is het goed om dat te weten
Zowel in de zorg, in de arbeidsmarktcommunicatie, in de misdaadbestrijding, in de crisiscommunicatie als in andere maatschappelijke terreinen kan afkomst een rol spelen, zowel positief als negatief. Op verschillende terreinen zijn we opgehouden om die afkomst te registreren, vanwege algemene wetgeving maar deels ook uit angst om te discrimineren of voor racist te worden aangezien. En als het gaat om de verkeerde gevallen van ‘etnisch profileren’ dan is duidelijk dat dat nooit is goed te praten, zoals bij de Toeslagen-affaire.
Het nadeel kan alleen wel zijn dat mensen minder goed verzorgd kunnen worden of problemen minder goed aangepakt kunnen worden. Partij Helder vindt dat afkomst waar dat nodig is, gewoon weer geregistreerd mag worden. Vanzelfsprekend mag dit alleen als 100% gegarandeerd is dat diezelfde gegevens niet gebruikt kunnen worden om te discrimineren of onderzoek te doen naar fraude. De AVG en inspecties door de Autoriteit Persoonsgegevens moeten hierin een beslissende rol spelen.
Politieke correctheid zit soms in de weg
Ook de discussie wordt soms vermeden. Bij de recente rellen in Den Haag e.a. werd in veel media niet benoemd dat er veel Marokkaanse relschoppers waren. Op het moment dat die afkomst belangrijk is voor de bestrijding maar vooral de oplossing, zit die verkeerde politieke correctheid ons dus in de weg. Beroemd voorbeeld uit eerdere jaren is een burgemeester van Amsterdam die criminele discriminerende Marokkaanse relschoppers ‘boefjes’ noemde.
Overigens zijn er verschillende wetenschappers in de media geweest die hebben gezegd dat de wijk belangrijker is dan de afkomst bij de kans om crimineel of, in dit geval, relschopper te worden. Door alle politieke correctheid is het helaas nu niet duidelijk of dat hierbij een rol heeft gespeeld. En dus speelt die afkomst nu terecht een rol als verklaring voor hun gedrag!
Interculturele communicatie
Een belangrijke les uit dit alles is dat we niet alleen moeten accepteren dat we in een multiculturele samenleving leven, maar ook dat interculturele een vak is dat lang niet iedereen beheerst. Niet alleen ministers tijdens corona-persconferenties, maar ook communicatie-medewerkers bij gemeenten, HR-functionarissen en vele anderen zouden betere resultaten oogsten als zij zich dat zouden eigen maken.
Cultuur
in Onderwijs en CultuurCultuur
Inleiding
De cultuursector is erg belangrijk voor de identiteit van een stad of land Nederland is van oudsher een cultuurland. Van jong tot oud genieten we van muziek, theater en dans, dance e.a. Denk aan Rembrandt, denk aan Sweelinck maar ook aan Krezip of Ali B. Voor een gezonde samenleving is cultuur in al haar uitingen van groot belang.
Cultuur lijkt een links onderwerp, maar niets is minder waar. Creativiteit, uitvoeringen, pop-podia, abstracte kunst, muziekonderwijs: allemaal noodzakelijke ingrediënten van een gezonde samenleving die niet alleen investeert in welvaart maar ook welzijn. En daar op alle terreinen de vruchten van plukt.
Helaas heeft de corona-crisis hierin behoorlijk roet in het eten gestrooid. Veel sectoren lijden onder de maatregelen die zijn genomen. Daarom moet in samenwerking met de cultuursector gekeken worden naar wat wel mogelijk is en hoe de wederopbouw moet plaatsvinden.
Cultuur is iets dat wij samen maken
Partij Helder vindt het uiterst belangrijk om met de ‘Fair Practice Code‘ te werken. Dit is een gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en creatieve industrie op basis van vijf kernwaarden: solidariteit, diversiteit, vertrouwen, duurzaamheid en transparantie. Deze code zorgt niet alleen voor een eerlijke verdeling maar ook voor ondernemingszin die het voorbestaan van een gezonde cultuursector kan waarborgen.
Daarom willen wij mèt de mensen die hierin een rol spelen regelmatig om de tafel te zitten voor een goede verdeling.
Klein beginnen kàn uitmonden in groot eindigen. Alle artiesten zijn ooit een keer klein begonnen. Dat geldt ook voor de vele organisaties die zich met cultuur bezighouden zoals orkesten, fanfares, theatergezelschappen en noem maar op.
Cultuur in onderwijs
Kinderen moeten leren dat in de Nederlandse geschiedenis cultuur ons voor een groot deel heeft gemaakt tot wie wij nu zijn. Kinderen moeten daarom al op jonge leeftijd kennis met wat cultuur hen te bieden heeft en zo leren dat muziek, theater en kunstuitingen bij een gezonde, veilige en goed lopende samenleving horen. Muziek- en theater-uren komen daarom weer structureel terug in het basisonderwijs. #Onderwijs
Bibliotheken terug in school
Basisscholen krijgen meer middelen om een eigen bibliotheek in te richten als er geen bibliotheek in de buurt is. Scholen die in gebieden staan waar wèl bibliotheken voor handen zijn, krijgen bibliotheek-uren in het onderwijspakket waardoor ook via die weg een brede leescultuur gestimuleerd gaat worden. Dit geldt voor alle basisscholen in Nederland. Toegang tot de bibliotheken, bron van inspiratie en persoonlijke ontwikkeling, blijft gratis tot 18 jaar. #Onderwijs
Financiering solidair reorganiseren
Er is nu voor alles wat cultuur te maken heeft een wirwar van regelingen, subsidies, etc. Hier zou ook een duidelijker en saamhorig systeem voor moeten komen, zodat in tijden van crisis alle musea evenveel moeten lijden. Grote, middelgrote en kleine instellingen zijn allemaal nodig.
Digitalisering
Digitalisering van ons cultureel erfgoed zal een aantal jaren moeten focussen op de kleine lokale musea, archieven, bibliotheken en musea en het publicatie ervan op hun eigen website en die van thematische netwerksites (WOII, prehistorie etc.). Interessante voorhoede projecten komen weer aan bod als heel Nederland ontsloten is.
In het hoofdstuk Economie wordt beschreven hoe er capaciteit vrij kan komen voor het controleren van tekstherkenning en andere werkzaamheden. #crowdsourcing, #vele handen
Deltaplan Duurzaamheid 8: Duurzaamheid en geld
in DuurzaamheidDeltaplan Duurzaamheid 8: Duurzaamheid en geld
Inleiding algemeen
Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.
Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.
Deltaplan duurzaamheid
In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.
En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.
Draagvlak
Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!
Inhoud van ons Deltaplan
Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen
Inleiding Hoofdstuk 8: Duurzaamheid en geld
Duurzame samenleving: alleen maar kosten?
Dat al die nieuwe maatregelen geld gaan kosten, is geen verrassing. Denk maar eens aan het energiezuinig maken van de eigen woning of het aanleggen van een warmtenet of de bouw van windmolens. Wie gaat dat betalen? Dat is een veelgehoorde vraag als het om duurzaamheid gaat. De framing van de klimaatmaatregelen is er helaas een van alleen maar kosten geworden (zoals ook bij de zorg, het onderwijs, lerarentekort, zorgsalarissen en vele andere onderwerpen). Overigens is het wel zo dat de duurzaamheidsmaatregelen geld kosten, maar op de lange termijn is het goedkoper dan niets doen, en ook nu zijn er al besparingen op energie en op indirecte kosten als gezondheidszorg (minder longziekten door minder fijnstof).
We betalen nu onze rekeningen niet – en al vele jaren lang niet
Een ander punt is de vergelijking met wat we nu betalen. We hebben de afgelopen jaren geleerd dat we niet ongestraft, en onbetaald, stikstof in het milieu kunnen laten komen. We weten nu ook dat het geld kost om zo te gaan werken dat die stikstof of andere gassen niet meer vrij komen. De maatregelen om dit op te lossen komen uit de algemene middelen, maar dat zou eigenlijk bij de kostprijs moeten van de producten die in dat proces worden gemaakt. Maar dat gebeurt niet, en vanaf het begin al niet.
Langzaam wordt dus steeds duidelijker dat er consequenties zijn verbonden aan de productie van heerlijke producten als vlees, en ook dat die consequenties niet in de prijs van vlees verwerkt zijn. Een vergelijking met de huidige kosten en prijzen is daarom niet terecht. En los van geld, kost het uitstel in de bouw, bijvoorbeeld, ‘welzijn’ voor alle Nederlanders voor wie de bouw van de woning is vertraagd.
Bedrijven zijn gelukkig al heel lang voorbereid
Bedrijven en burgers weten al heel lang dat dit speelt, en dat dit eraan komt. Vooral grote bedrijven hebben al heel lang voordelen in de vorm van ontheffingen van normen, subsidies, belastingvoordelen e.a. Een goede ondernemer heeft dit voordeel gebruikt om te investeren in verduurzaming of heeft dit gespaard om dit te gaan doen of om zijn business(model) te veranderen. Het is dus geen 0-punt waarop we grote bedrijven ineens gaan benadelen. Het is in blessuretijd dat we echt niet meer anders kunnen, en m.n. grote bedrijven heel land uit de wind zijn gehouden. Het is daarbij ook sowieso nodig want het is ook gebleken dat bedrijven (ondanks allerlei initiatieven) of ‘de marktwerking’ niet heeft gezorgd voor de noodzakelijke verduurzaming.
Kosten stijgen al
Een ander aspect is dat de klimaatverandering ons al geld kost, zowel landelijk als voor bedrijven als privé. Even dicht bij huis: door de steeds warmere zomers is de verkoop van airconditioning apparaten gestegen. Hierdoor stijgt het stroomverbruik en er zal dus, bovenop wat er sowieso aan duurzame energie moet komen, geïnvesteerd moeten worden in extra capaciteit duurzame energie.
En daarnaast zijn er de overheidsmaatregelen om investeringen te financieren of gedrag te stimuleren, zoals het verhogen van de energiebelasting en het verlagen van subsidies voor elektrische auto’s.
Kortom: we betalen nu te weinig bij veel van de producten die we kiezen, en op andere terreinen stijgen de algemene kosten al omdat de overheid tegenmaatregelen aan het nemen is.
Het kan wel, maar wel met duidelijke lange termijn keuzes
Klimaat en economie kunnen elkaar versterken, er zijn alleen duidelijke keuzes voor nodig. Het is er nu zelfs, tijdens de corona crisis, júist de tijd voor, en dat niet vanwege zweverig idealisme: het zal tot tastbaar betere economische uitkomsten leiden. De grootste bedreiging in de huidige economische noodsituatie is de misplaatste gedachte dat we nu even geen tijd hebben voor investeren in duurzaamheid, circulaire landbouw e.d. (Bezemer, zie Bronnen). Helaas lijkt het erop dat deze regering de kansen van de crisis niet benut, door bijvoorbeeld steun te laten afhangen van investeringen in duurzaamheid.
Bij een volgende economische crisis of pandemie is het een optie om bedrijven die sterk bijdragen aan de CO2 productie niet te steunen. Vergelijk Tata Steel in IJmuiden, waar al jaren het aantal banen daalt, maar dat wel verantwoordelijk is voor veel uitstoot en vervuiling. De steun aan KLM, zonder klimaateisen (los van de slechte onderhandelingen) zal de volgende keer wel van klimaateisen moeten worden voorzien.
Spelregels
Het is tekenend dat onze minister van EZ niet genoeg duurzame energie heeft weten te realiseren, en dus moeten wij investeren in een ander land door daar groene stroom(rechten) in te kopen om geen EU boete te krijgen. En in het algemeen is Nederland veel te vraag met de transitie.
Wat Partij Helder betreft hebben we niet meer de tijd om het perfecte moment te kiezen om ‘in te stappen’ in de verduurzaming van Nederland. We moeten gewoon nu beginnen. De noodzaak ligt voor de hand, nu kunnen we nog keuzes maken, en de kosten komen toch. Maar .. als we het goed doen komen er ook veel besparingen en zelfs baten.
De spelregels zijn dan:
Eerlijke verdeling
Uitgangspunten
Elke burger en elke organisatie of bedrijf in Nederland koopt producten of diensten, van koffie tot vliegreizen. En elk van ons is daarmee verantwoordelijk voor de uitstoot van CO2 en andere klimaatgassen, maar ook voor effecten op de gezondheid van mensen als op het welzijn van dieren, en dit alles zowel in Nederland als in de landen waar onze grondstoffen of producten vandaan komen. En elke burger en elke organisatie of bedrijf in Nederland kan duurzamere keuzes gaan maken, of die geld kosten of niet.
Om dit ‘project’ te laten slagen is draagvlak nodig. En daarvoor zijn onze uitgangspunten als volgt:
Verminderde keuzevrijheid en prijzen
Een heel ander aspect van de toekomstige ontwikkeling is dat we meer en meer te maken krijgen met maatregelen die gelden voor het hele land (bijv. op basis van het Klimaatakkoord) of de hele stad, of een bepaalde wijk. Vanaf 2030 is het verplicht om de eigen woning te isoleren, maar dat gaat, zoals in de plannen staat, wijk voor wijk plaatsvinden (alle Nederlandse gemeenten moeten eind 2021 met een plan van aanpak komen). Ook op het gebied van warmte en stroom komen er meer en meer gemeenschappelijke oplossingen.
Nu kunnen burgers kiezen voor hun energieleveranciers. Straks zal een groot deel van ons daar geen invloed meer op hebben. En ook de beslissing voor het moment dat de woning of het bedrijf overgaat op een duurzamer warmtenet of meer isolatie ligt straks helemaal of deels bij de gemeente.
Er moet namelijk heel veel gebeuren, en dus kan niet alles tegelijk. Dat betekent dat je bedrijventerrein of woning misschien pas in de jaren 2030 aan de beurt is, en dat je nog jarenlang in suboptimale energie-omstandigheden blijft leven of werken. Dit kan ook komen omdat gemeente niet competent genoeg is of dat er tegenstrijdige belangen zijn bij de verschillende wethouders. En dus kan het gebeuren dat men in wijk 1 al over is naar een centraal verwarmde goed geïsoleerde woning, terwijl de woningen in wijk 2 pas veel later aan de beurt zijn. En als de overgang dan heeft plaatsgevonden is de burger of het bedrijf gebonden aan een warmte- of energieleverancier die niet zelf gekozen is, bijv. op prijs of service. De zo geprezen marktwerking is dan ver te zoeken (de gemeente zal een soort aanbesteding doen, maar de vraag is hoeveel echte keus er is).
Het lijkt daarom niet redelijk om de prijzen van die warmteleveranciers over te laten aan een nogal indirecte markt, waar individuele draagkracht en klanttevredenheid nauwelijks een rol zullen spelen. Daarbij zijn er, is recent gebleken, nog veel onzekerheden en aanloopproblemen, die mogelijk financiele consequenties hebben.
Partij Helder wil daarom de optie onderzoeken of het het meest klant-, maar ook marktgericht, is om de prijzen centraal voor heel Nederland vast te stellen. Voordeel is dat de leveranciers hun best moeten doen om met die prijs toch een goed product te leveren en te excelleren in klantvriendelijkheid. En de burgers en bedrijven weten waar ze aan toe zijn en betalen allemaal dezelfde solidaire prijs. Pas als de projecten zijn uitgevoerd en het stof is neergedaald, kan dat weer worden losgelaten.
Eerlijke verdeling van kosten tussen burgers en MKB <-> grote bedrijven
Er zouden bij het Klimaatakkoord een eerlijke verdeling van de kosten en baten komen, zodat burgers en kleinere bedrijven niet opdraaien voor de kosten van grote vervuilers zoals de veehouderij, de scheep- en de luchtvaart. Helaas is dat niet het geval bij het Klimaatakkoord:
Bron: www.duurzaam-ondernemen.nl
Gelijk speelveld
Een veel gehoord argument is dat maatregelen pas kunnen als er een gelijk speelveld is tussen alle concurrenten. Vanzelfsprekend is het belangrijk dat er een gelijk speelveld, maar dat speelt alleen voor bedrijven die ook daadwerkelijk concurrenten hebben in dezelfde markt die alleen maar op prijs concurreren (en bijv. niet op kwaliteit of levertijd of product kenmerken).
Burgers <-> bedrijven: gelijkheid in energiebelasting?
In Nederland betalen we nu bovenop de kale energieprijs een Energiebelasting (EB) en een Opslag Duurzame Energie (ODE), en daarbij nog de BTW. Op het eerste gezicht dragen als maar hogere belastingen op energie bij aan zowel het vullen van de schatkist als aan het terugdringen van verspilling. Hoge belastingen stimuleren gebruikers om te besparen. Hoe hoger de prijs, en het volume, hoe meer je kan verdienen met besparingsmaatregelen. Nu iedereen het belang wel inziet van energiebesparing én het terugdringen van CO2-uitstoot, zou je verwachten dat de energiebelasting in Nederland is ingericht volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Helaas is dat niet het geval.
Gelijkheid tussen Nederland en armere landen
Eén thema is in de discussie over duurzaamheid nog nergens aan de orde geweest: het verdelingsvraagstuk, een soort van nivellering tussen landen. In Parijs hebben rijke landen niet alleen hun verantwoordelijkheid uitgesproken voor het behalen van de klimaatdoelen in eigen land, maar ook ondubbelzinnige steun toegezegd aan armere landen die zwaarder worden getroffen, maar veel minder hebben bijgedragen aan het ontstaan van het klimaatprobleem.
Nederland zal niet alleen moeten zorgen dat zijn eigen energie schoon wordt, maar ook mede opdraaien voor de kosten van landen die zich zo’n transitie niet kunnen veroorloven. En Nederland moet niet alleen zijn eigen dijken klimaatbestendig maken, maar ook bijdragen aan die in Vietnam en Bangladesh.
Auto rijden
In Hoofdstuk 3 Energie, wonen, werk, vervoer bespreken we hoe maatregelen rondom rekening rijden, subsidies, accijns en bijtelling eerlijk kunnen worden toegepast. Wat ons betreft moet hierbij rekening worden gehouden met de beschikbaarheid van zaken als betaalbare kleine elektrische auto’s, snelbussen naar bedrijventerreinen en voldoende woningen zijn op redelijke afstand van waar mensen werken.
Gelijke toegang tot duurzame maatregelen
De laatste maatregelen die zullen zorgen voor draagvlak zijn:
Bronnen en reacties
Bronnen
Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering. En van andere partijen, zoals hier een aantal paragrafen van de Partij voor de Dieren.
We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.
Reacties
Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!
Deltaplan Duurzaamheid 7: Landbouw en veeteelt
in DuurzaamheidDeltaplan Duurzaamheid 7: Landbouw en veeteelt
Inleiding algemeen
Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.
Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.
Deltaplan duurzaamheid
In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.
En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.
Draagvlak
Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!
Inhoud van ons Deltaplan
Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen
Inleiding Hoofdstuk 7: Landbouw en veeteelt
Van Neerland’s trots naar discussiepunt
Helaas zijn onze boerderijen de laatste jaren steeds meer een onderwerp geworden van heftige discussies. Vooral door het uitstelgedrag van de regeringen van de afgelopen 10 jaar zijn nu kritische waarden bij stikstof, fosfor, pfas e.a. overschreden en worden noodmaatregelen genomen. Dat laatste eigenlijk vooral omdat deze worden afgedwongen door de rechter, niet omdat de regering zelf de maatregelen geleidelijk aanscherpt bijvoorbeeld.
Maar onder de oppervlakte zitten opvattingen en zorgen over dierenwelzijn, insectensterfte, grootschaligheid, de kwaliteit en prijs van voedsel, de toekomst van boeren en hun gezinnen, het wereldvoedselvraagstuk, de natuur, het landschap en de economie. En meningen lijken te veranderen. Zo is kennelijk een meerderheid van de Nederlanders voor het verminderen van het aantal dieren. Overigens eten we nog steeds evenveel vlees als tien jaar geleden.
Partij Helder pleit voor een lange termijn evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. In dit concrete geval betekent dat een overgang naar zo duurzaam mogelijke landbouw, met een goede toekomst die financieel zeker en aantrekkelijk is voor onze boeren.
Visie: voorkeurszones
Hier geldt het probleem van de beperkte ruimte die we als land hebben vooral, want de landbouw neemt de helft van het Nederlandse grondgebied in beslag en drukt dus een zware stempel op die omgeving. Eerder al hebben we, in Hoofdstuk 2 Deltaplan Duurzaamheid: het plan zelf en onze visie, gesproken over het indelen van Nederland in de voorkeurszones 1) wonen en werken en mix, 2) natuur, 3) water, en 4) boerderijen (agrarische zones).
Voor de agrarische strook door Nederland heen betekent dat dus dat daar landbouw en veeteelt optimaal zouden kunnen gedijen, en eventuele schadelijke uitstoot minder invloed heeft op mensen en natuur. In die agrarische voorkeurszone kun je aangegeven waar wat plaatsvindt, bijvoorbeeld welke type melkveehouderij met welke mate van beweiding en welke landschapsopgaven, zoals divers grasland en weidevogelbeheer. En daarmee krijg je verdere specialisatie van agrarische gebieden in het meest vruchtbare deel van Nederland, door uitruil en concentratie van landbouwgebieden. Voordeel: goede landbouw op de goede plek kan met de helft van het huidige areaal evenveel produceren als nu – daar is maar 20% van de huidige input van pesticiden en kunstmest voor nodig.
Zo grazen runderen en schapen in de kringlooplandbouw van gras en kruiden op grasland dat ongeschikt is voor het telen van voedsel. En gaandeweg kan de landbouw geconcentreerd worden op de meest vruchtbare klei- en zavelgronden (zand en klei) in een strook van Zeeuws-Vlaanderen en West-Brabant en de rijke graslanden in het westen via de Flevopolders tot in Friesland en Groningen. Vanzelfsprekend blijven er in andere gebieden ook boerderijen, maar door dit uit te voeren ontstaat er meer ruimte voor zowel steeds duurzamere landbouw en veeteelt, als, in andere voorkeurszones, woningen, natuur en waterbeheer.
Huidige landbouw en bio-industrie
Na de oorlog werd de voedsel- en vleesproductie geïndustrialiseerd. Door ruilverkaveling en specialisatie ontstonden er bedrijven die efficiënter voedsel en veevoer konden produceren. Ook in de melkveehouderij werd sterk gemechaniseerd en geautomatiseerd.
Problemen van de traditionele veeteelt
Bio-industrie, vee-industrie of intensieve veehouderij is de industrie die met de hoogst mogelijke efficiëntie dierlijke producten produceert. Kenmerken van de bio-industrie zijn dan ook de hoge arbeidsproductiviteit, hoge dierdichtheid, en hoge mate van schaalvergroting, specialisatie, mechanisering en automatisering. Nederland heeft, op ons kleine stukje land, een relatief grote veestapel vergeleken met andere landen.
Die efficiëntie staat op gespannen voet met
Vanaf de tweede helft van de 20e eeuw werd dit in toenemende mate erkend als een ecologisch probleem waar iets aan diende te worden gedaan. Daarentegen is het uitbreiden van de veestapel economisch gunstig voor de landbouwsector.
Problemen van de traditionele landbouw
Al langere tijd, maar zeker sinds de jaren 1970, wordt gezien dat de (gangbare) landbouw ook niet duurzaam is. Veevoer, kunstmest, fossiele brandstoffen komen terecht in de bodem, het water, de lucht. Belangrijk daarbij is stikstof, door intensief gebruik van producten die voor neerslag van stikstof zorgen, die in verschillende chemische verbindingen in de bodem, het water, de lucht terecht komt. Ook hier staat dus de efficiëntie op gespannen voet met:
Als gevolg hiervan is al in de jaren 1970 de alternatieve landbouw ontstaan, wat nu aangeduid wordt als biologische of biologisch-dynamische landbouw. Belangrijkste kenmerken van deze alternatieve vormen van landbouw is dat ze geen kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken.
Beleid tot nu toe
De overheid heeft in principe wel gekozen voor een transitie naar duurzamere landbouw en veeteelt, maar ook hier stelt de overheid zich op afstand, en vindt dat de markt zijn werking moet doen. Als duidelijk wordt dat er maatregelen nodig zijn, worden deze ook wel genomen. Meestal gaat dat om beperkingen in de manier waarop de boerenbedrijven mochten werken. Maar deze worden meestal pas genomen als het probleem te groot wordt, en pas dan worden de geleidelijke maatregelen en adviezen ineens omgezet in geboden en verboden. In de praktijk gaat het om te late en te kleine en te vrijwillige maatregelen, waardoor bijv. er in de bouw op de rem wordt getrapt vanwege de stikstof maatregelen.
Duurzame landbouw en veeteelt
Probleem: verschillende belangen in een klein landje
De basiskwestie is de vraag hoe ons land ruimtelijk en economisch ingericht moet worden om te voldoen aan maatschappelijke wensen, en tegelijk de toonaangevende positie van een krachtige en innovatieve Nederlandse agrarische sector kan behouden. De sector neemt de helft van het Nederlandse grondgebied in beslag en drukt dus een zware stempel op die omgeving.
De huidige situatie met beperkingen en protesten is een logisch gevolg van de complexiteit van de vraagstukken in een dichtbevolkt land, waar ruimtelijke en economische belangen botsen, met een overheid die zich niet wil branden aan lange termijn oplossingen. Het nadeel voor de boeren is dat er onvoldoende perspectief is, zowel om gemotiveerd hun bedrijf te kunnen voeren, als ook om aan een zekere financiele toekomst te kunnen bouwen.
Voorkeurszones – we hebben het al een keer gedaan
In de Inleiding beschreven al onze visie m.b.t. de geleidelijke migratie van boerenbedrijven (voor zover ze daar niet al staan) naar voorkeurszones waar landbouw en veeteelt optimaal zouden kunnen gedijen. De andere voorkeurszones 1) wonen en werken, 2) water en 3) natuur ondervinden daar dan geen of minder de lasten van.
En we hebben in het verleden al laten zien dat het kan: na de oorlog ontstond vanuit de noodzaak voor voedselvoorziening en geholpen door het Marshall plan de grote ruilverkaveling. Dat kunnen we nu ook weer doen, ook weer voor onze voedselvoorziening en voor deze bloeiende industrie, maar wel binnen de regels van de duurzaamheid.
Lange termijn afspraken maken met de boeren
Het doel is hier duurzame landbouw en veeteelt, d.w.z. evenwicht tussen belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. Dat is daarmee voor ons de overkoepelende term voor hoe boerderijen van de toekomst moeten gaan werken. Daarbij moeten de boeren duidelijke en scherpe doelen krijgen voor biodiversiteit, bodem, water, landschap, klimaat en dierenwelzijn, maar ook financiele zekerheid tijdens de transitie. In deze lange termijn afspraken, deze ‘door anderen al geformuleerde, ‘New deal’ krijgen boeren een eerlijk en voldoende inkomen ontvangen voor
Samen met de boeren
Als samenleving vragen we veel van boeren, we moeten dan ook de daad bij het woord voegen en de gewenste veranderingen mogelijk maken, via nieuwe verdienmodellen en de juiste ondersteuning. De overheid moet boeren helpen om de omslag te maken. Concreet betekent dit de volgende spelregels:
Draagvlak
Willen boeren die omslag wel maken?
Veel boeren geeft aan de omslag wel te willen maken. Ze willen die ratrace van productieverhoging waar ze nu inzitten helemaal niet meer. Het probleem zit hem misschien wel meer bij de de markt, leveranciers en bij de banken. Er zal dus ook met leveranciers en banken gesproken moeten worden over hun rol. Hierboven werd al genoemd dat de overheid een belangrijke rol heeft. Door hier duidelijk de regie te nemen, zorgen zij voor een context waarin de boeren de omslag makkelijker kunnen maken.
De mix gaat veranderen
Vanzelfsprekend zullen er nog vele jaren traditionele boerenbedrijven blijven, maar de mix zal hierdoor de komende jaren al veranderen. De huidige uitkoopregelingen hebben laten zien dat het soms snel kan gaan. De boeren die voor de lokale markt produceren kunnen de transitie sneller maken, omdat we hen in Nederland met de hierboven genoemde maatregelen veel sneller een aantrekkelijke en duurzame markt kunnen bieden.
De huidige boerderijen die willen exporteren en concurreren op de algemene wereldmarkt zullen ongetwijfeld blijven, maar ook hier zal de transitie worden ingezet. En dat wordt dan dus concurreren op de duurzame wereldmarkt.
Bronnen en reacties
Bronnen
Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering.
We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.
Reacties
Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!
Deltaplan Duurzaamheid 6: Natuur en milieu
in DuurzaamheidDeltaplan Duurzaamheid 6: Natuur en Milieu
Inleiding algemeen
Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.
Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.
Deltaplan duurzaamheid
In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.
En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.
Draagvlak
Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!
Inhoud van ons Deltaplan
Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen
Inleiding Hoofdstuk 6: Natuur en milieu
In dit hoofdstuk gaat het om onze natuur en ons milieu. In hoofdstuk 2 hebben we al gesproken over het indelen van Nederland in ‘voorkeurszones’ voor 1) wonen en werken en mix, 2) natuur, 3) water en 4) boerderijen (agrarisch). Voor de agrarische strook door Nederland heen betekent dat bijvoorbeeld dat daar duurzame landbouw en veeteelt optimaal zouden kunnen gedijen, en eventuele schadelijke uitstoot minder invloed heeft op mensen en natuur. Voor de Natuur en Milieu gebieden (w.o. de al bestaande ecologische hoofdstructuur) betekent dit eigenlijk hetzelfde, maar daar worden dan de hoogste eisen aan gesteld v.w.b. duurzame ontwikkeling en beheer.
Wat is Natuurbescherming
Onder natuurbescherming verstaat men het beschermen van bepaalde elementen van de natuur, in het bijzonder cultuur-historisch belangrijke of oorspronkelijke landschappen, bedreigde levensgemeenschappen, dier- en plantensoorten, biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen. Ook het tegengaan van bedreigingen en terugbrengen van een situatie in een oudere (oorspronkelijke) staat rekent men ertoe.
Terreinbeheer
Op het gebied van het beheren van natuurreservaten zijn de volgende organisaties van groot belang. Samen beheren ze bijna al het Nederlands natuurgebied:
Waarom natuur beschermen?
Op het land
In Nederland staan natuur en biodiversiteit onder grote druk. Natuurgebieden worden opgeofferd voor asfalt, bedrijventerreinen en stedenbouw. Vermesting en verdroging, vooral als gevolg van de intensieve landbouw en de vee-industrie, brengen de overgebleven natuur veel schade toe. Van de oorspronkelijke biodiversiteit is in Nederland nog slechts 15% over. Meer dan 80 procent van de speciale beschermingszones (de zogenaamde Natura 2000-gebieden; zie hieronder) bevindt zich in slechte staat.
Ook uit onze directe woonomgeving is veel natuur verdwenen, en dat terwijl groene steden en dorpen een belangrijke functie hebben in de gezondheid en het welzijn van mensen en dieren.
In het water
Ook de natuur in de Nederlandse wateren is er slecht aan toe. Landbouwgif en meststoffen in rivieren, sloten en meren verstoren de ecologie onder water. Overbevissing heeft de Noordzee en de Waddenzee ernstig aangetast. Visserijtechnieken waarbij de bodem van de zee wordt omgeploegd om vissen in de netten van vissers te jagen, brengen grote schade toe aan de zeebodem. Veel vissoorten worden met uitsterven bedreigd.
Natura 2000 gebieden
Algemeen
In Europa heeft elke lidstaat gebieden aangewezen, de Natura 2000-gebieden, met een beschermde status. In deze gebieden moet je zorgen voor een, zoals het heet, gunstige staat van instandhouding. Een van de voorwaarden is dat je de stikstofdepositie onder een bepaalde waarde brengt, de kritische depositiewaarde.”
Kritische depositiewaarde: wat is dat?
Boven die waarde heb je kans op negatieve effecten, en die kans neemt toe met de duur en de grootte van de overschrijding. Voor hoogveen ligt die waarde vrij laag, op 5 kilo per hectare per jaar. Ook duingebieden en kruidenrijk grasland hebben een lage drempel. Bossen zitten tussen de 15 en 30 kilo. In Nederland bedraagt de depositie nu, gemiddeld, zo’n 22 kilo per hectare per jaar.
De huidige stikstofcrisis
In 70 procent van de Natura 2000- gebieden wordt de kritische waarde overschreden, vaak vele malen. Dit laat zien dat de huidige natuurbescherming volstrekt onvoldoende is. De binnenlandse landbouw heeft in die depositie veruit het grootste aandeel, ruim 40 procent – het varieert iets van jaar tot jaar. Vandaar dat er voor oplossingen vooral naar de landbouw wordt gekeken.
Overige natuurgebieden: net zo belangrijk
De huidige stikstofcrisis beperkt zich tot de neerslag (depositie) van stikstof in beschermde Natura 2000-gebieden, vooral ook omdat die juridisch beschermd zijn in de EU. Maar de te hoge depositie en de verarming van de biodiversiteit gaat op voor alle natuur in Nederland, vooral die op het platteland.
Uitgangspunten
Partij Helder vindt dat we beter en slimmer moeten omgaan met het kleine landje dat we nu eenmaal hebben.
Dieren en planten in het Nederlandse ‘wild’
We hebben in het Deltaplan Duurzaam hoofstuk over dieren geschreven over Dieren: vrienden en voedsel. Partij Helder komt op voor het welzijn van de (overgebleven) dieren en plantensoorten in onze natuur, klein en groot. Dat betekent o.a. dat wij in Nederland actief natuur beschermen of vormen zodat zoveel mogelijk inheemse soorten en hun populaties worden hersteld en onderhouden.
Jacht alleen nog, met toestemming, voor natuurbeheer
Dat betekent dat er alleen nog op verzoek van Staatsbosbeheer of andere organen mag worden gejaagd. De lijst met bejaagbare soorten wordt afgeschaft waardoor plezierjacht op dieren alleen nog maar mag in het kader van natuurbeheer (met expliciete toestemming van bevoegde instantie). We hebben in ons kleine landje domweg te weinig natuur en daarin te weinig biodiversiteit om de aanwezige zoogdieren voor ons eigen plezier ook nog af te schieten.
In plaats van jacht eerst diervriendelijke alternatieven
Maar eerst wordt de voorkeur gegeven aan diervriendelijke, niet dodelijke alternatieven. Zo leidt het afschieten van grote grazers in afgesloten natuurgebieden leidt regelmatig tot grote onrust in het land (paarden, edelherten); deels omdat het gaat om wilde populaties in afgesloten gebieden. Daarom is onze voorkeur om alternatieven te ontwikkelen als het ter plaatse, in de natuur, damherten steriliseren waardoor de te grote populatie vanzelf slinkt.
Ook in het buitenland
Daarnaast heeft Nederland een belangrijk aandeel in de vernietiging van de natuurlijke rijkdommen in andere landen. De grootschalige import van soja als voedsel voor de honderden miljoenen dieren in de Nederlandse vee-industrie gaat ten koste van tropisch regenwoud en oerbossen. Onze afwijzing van niet duurzame biomassa als energiebron, in het hoofdstuk 3 van het Deltaplan over Energie, wonen, werken en vervoer, is daarop gebaseerd.
Bronnen en reacties
Bronnen
Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering. En van andere partijen, zoals hier een aantal paragrafen van de Partij voor de Dieren.
We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.
Reacties
Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!
Deltaplan Duurzaamheid 5: Water
in DuurzaamheidDeltaplan Duurzaamheid 5: Water
Inleiding algemeen
Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.
Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.
Deltaplan duurzaamheid
In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.
En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.
Draagvlak
Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!
Inhoud van ons Deltaplan
Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen
Inleiding Hoofdstuk 5: Water
In dit hoofdstuk gaat het om het managen van iets waar Nederland beroemd om is: het ‘managen’ van het water dat we buiten onze dijken willen houden, of juist nodig hebben voor onze waterbehoefte en onze waterwegen, maar soms ook teveel of te weinig van hebben door het veranderende klimaat. Voor onze dijken, voor het herstellen van het grondwater (een al tientallen jaren groeiend probleem) maar ook om de overvloed van regenwater te gebruiken bij regenval en de langdurige droogtes te lijf te gaan, zal er ook opnieuw moeten worden gekeken naar ons watermanagement.
Water huishouding
Om de problemen bij de waterhuishouding tegen te gaan, zullen er grootschalige maatregelen nodig zijn, die overigens deels al lopen, voor:
Uitbreiden en versnellen bestaand Deltaprogramma Water
Er bestaat al een Deltaprogramma, en dat zal versneld moeten worden uitgevoerd. Dit is “een programma van de Nederlandse overheid om het land te beschermen tegen overstromingen als gevolg van de klimaatverandering en te zorgen voor voldoende zoet water”. Een voorbeeld uit 2015 bevat vijf voorstellen voor deltabeslissingen, nl. 1) de veiligheid van de belangrijkste dijken en andere waterkeringen, 2) de beschikbaarheid en verdeling van zoetwater, 3) het peil van het IJsselmeer, 4) de wijze waarop het Rijnmond- en Drechtstedengebied veilig kan blijven, en 5) over de manier waarop bij nieuwbouwwijken het beste rekening kan worden gehouden met water (Wikipedia: Deltaprogramma).
De oplossing zal vermoedelijk liggen in een aantal grote locaties waar water opgevangen kan worden, of naar toe geleid kan worden, tijdens overvloed, om dat vervolgens af te geven bij droogte.
Nederland in 4 zones
In Hoofdstuk 2 Deltaplan Duurzaamheid: het plan zelf en onze visie hebben we al toegelicht dat er een aantal ‘voorkeurszones’ moeten komen in Nederland, waar we zo optimaal mogelijk kunnen wonen en werken, respecievelijk water en natuur de ruimte kunnen geven verdeeld. Om dit mogelijk te maken moet de landelijke overheid grote aaneengeschakelde gebieden aanwijzen waar landbouw voorrang krijgt en natuurbescherming en woningbouw op het tweede plan staan. En omgekeerd. En ook voor water en voor de mix van wonen/werken (en gemengde gebieden). We hebben overigens in Nederland nu al een “ecologische hoofdstructuur” en dat is een samenhangend netwerk van natuurgebieden in Nederland. Voor de landbouw stellen wij voor hetzelfde te doen in een agrarische hoofdstructuur (plan Fresco/Veerman), in combinatie met de New Deal (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman). En daarnaast ook voor ‘watergebieden’, die in genoemde plannen ontbreken. En water is er daar dus ook 1 van.
Bestuur: Waterschappen opheffen?
Goede samenwerking met de waterschappen is een vereiste, maar ook hier is centrale(re) regie nodig, omdat de plannen de regio’s van de waterschappen overstijgen. De afstemming met de Waterschappen zal goed en zeer efficiënt moeten verlopen. De vraag is of dat mogelijk is, en of het nog wenselijk is dat Waterschappen in ons kleine landje in feite een politiek bestuur hebben. Dat is nu zo, maar bij de landelijke regie die nodig is bij het migreren naar de genoemde zones, is het de vraag of de Waterschappen nog die ruimte moeten houden.
Een optie is om de Waterschappen samen te voegen tot een al dan niet Zelfstandig Bestuursorgaan, dat valt onder het ministerie van Ruimte (landbouw/veeteelt, water, natuur). Een andere optie is om het, als in Belgie, te veranderen in een overlegstructuur (Wikipedia: Waterschap)
Bronnen en reacties
Bronnen
Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering.
We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.
Reacties
Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!