GEZONDHEID EN
GEZONDHEIDS-ZORG

Zorg – preventie en solidariteit

  • Preventie: BTW op gezond voedsel naar 0%; op termijn alleen voor biologisch en Beter Leven ***. Op school gezonde lunch en bewegen overal verplicht
  • Voedsel is onderbelicht in het beleid rondom gezondheid en preventie. Waar sigaretten en alcohol kunnen rekenen op grote aandacht, lijken vet en suiker de dans te ontspringen.
  • Er komt daarom 1 kwaliteitskeurmerk voor voedsel, waarin de verschillende deelaspecten van de honderden keurmerken in verwerkt zitten.
  • Obesitas is een epidemie die ook zo aangepakt moet worden. Om te beginnen zal er in ziekenhuizen, onderwijs, overheidsinstellingen snel een overgang moeten worden gemaakt naar gezond voedsel, in samenwerking met cateraars.
  • BTW op gezond voedsel naar 0%; ongezond voedsel wordt juist duurder.
  • Op scholen wordt het aanbieden van een gezonde lunch en bewegen overal verplicht
  • Betaalbaar maken van sport voor iedereen en meer inzet van de schoolarts.

Gezondheidszorg = ongezondheidszorg

Bij gezondheidszorg gaat het in feite vaak om behandelen als er klachten zijn, en dus om ‘ongezondheidszorg’. Daar wordt veel belastinggeld en eigen bijdragen aan besteed: eerstelijnszorg, tweedelijnszorg etc. Relatief weinig geld wordt besteed aan preventie en gezond leven, eten, bewegen, slapen. Dat is vreemd, want een flink deel van onze ziektes heeft te maken met hoe we ‘normaal’ leven.

Er is een relatie tussen ons gedrag en een flink deel van de kosten van de zorg. Wij denken daarom dat we meer gezamenlijke verantwoordelijkheid van elkaar kunnen vragen: oefeningen doen, pillen slikken, dieet volgen. Dat zullen we samen met de zorgverleners nog wel moeten leren. En solidariteit in de zorg: geldt dat ook voor de kosten van ongelukken tijdens de skivakantie?

Preventie, kwaliteit, innovatie en samenwerking worden leidend. Vrijblijvendheid bij burgers en zorgverleners veranderen naar verantwoordelijkheid nemen.

Preventie

  • Obesitas is een epidemie die ook zo aangepakt moet worden. Om te beginnen zal er in ziekenhuizen, onderwijs, overheidsinstellingen snel een overgang moeten worden gemaakt naar gezond voedsel, in samenwerking met cateraars.
  • Gezond voedsel: lagere prijzen voor gezond voedsel. De BTW wordt 0% voor biologische groente, fruit, vegetarische vlees- en zuivelvervangers en Beter Leven *** vlees (bij voorkeur kip; varken en zeker rundvlees zijn onvoldoende duurzaam te produceren). Plofkippen en vergelijkbaar vlees wordt duurder.
  • Keurmerken: er komt één keurmerk voor voedsel en producten v.w.b. gezondheid, leef-en werkomstandigheden van de mensen die deze maken, dieren en planeet. Dit kan door voedsel- en productinformatie te combineren met bestaande keurmerken (er zijn er meer dan genoeg!), aangevuld met verplichte informatie uit jaarverslagen.
  • Schoolarts: onderzoek naar kwaliteit en eventueel verplicht maken
  • Gezond eten in overheidsgebouwen: we noemden al: gezond eten in alle (semi-)overheidsgebouwen, w.o. ook alle scholen;
  • Artsen: trainen van artsen (en in opleiding verwerken) van aandacht voor leefstijl, goede voeding, sporten etc.;
  • Scholen: op scholen gezonde lunches en bewegen overal aanbieden
  • Betaalbare sport: toegankelijk en betaalbaar maken van sport voor alle kinderen. Dit kan betekenen dat kleding en schoenen vergoed worden waar nodig (nu een beletsel);
  • Snackbars niet bij scholen: net als coffeeshops zullen ook snackbars in de buurt van scholen worden beperkt. Daarnaast zal er een maximum aan snackbars per buurt moeten komen. Juist in armere wijken, waar al ongezonder wordt gegeten, zijn snackbars oververtegenwoordigd;
  • Voorlichting: op school, maarook op TV en social media, o.a. met het al genoemde ene keurmerk dat verplicht op al het voedsel zal moeten komen;
  • Veiligheid: van een andere orde is het verplaatsen van pluimvee- en andere vee-bedrijven naar een gepaste afstand van woongebieden. Een pluimveebedrijf lijkt ‘natuurlijk’, want het gaat om dieren, maar het is eigenlijk een industriële activiteit waarbij o.a. veel fijnstof vrijkomt, wat slecht is voor de longfunctie (astma).
  • Snelheid op wegen: verlagen van snelheden op wegen in of rond steden en dorpen.

Obesitas

Obesitas is een epidemie geworden, met o.a. een recordaantal obesitas patiënten jonger dan 5 jaar. De overheid zal het goede voorbeeld moeten gaan geven: catering in alle (semi-)overheidsgebouwen zal zo snel mogelijk gezond en duurzaam moeten worden. Concreet zal er in ziekenhuizen, onderwijs, overheidsinstellingen e.a. publieke locaties versneld een overgang moeten worden gemaakt naar gezond en duurzaam voedsel. Dit zal moeten gebeuren in samenwerking met cateraars. Geen ‘herenakkoorden’, zoals het niet-werkende suikerakkoord van Schippers met de voedingsindustrie. Een deel van de cateraars is overigens op eigen initiatief hier al naartoe overgegaan. Voor de rest: een overgangsperiode van 2 jaar met daarna naleving. De maatschappelijke (en zorg-)kosten zijn domweg te hoog.

De (liberale) individuele vrijheid om ongezond voedsel te kopen en verorberen blijft vanzelfsprekend overeind, maar dat is nog iets anders dan dat ongezond voedsel in de publieke sector, en zelfs ziekenhuizen, wordt gepromoot of zelfs het enige aanbod is. Ook op scholen wordt het nog teveel met de paplepel ingegoten.

Ongezond gedrag kost ons allemaal geld, maar we blijven solidair

Niet alleen vanuit concrete preventie, bijv. voor obesitas, maar ook gezien wat het ons kost zou het dus slim zijn als mensen zo gezond mogelijk leven. Dat vragen we alleen niet van elkaar; er zijn wat voorlichtingsprogramma’s maar daar blijft het bij. Tegelijkertijd gaan we bij ziekte uit van solidariteit. En uit onderzoek blijkt ook dat Nederlanders dat eigenlijk ook niet ter discussie stellen. Het kan ons allemaal overkomen. We stellen daarom geen vragen bij iemands gedrag, en dragen vervolgens gezamenlijk de kosten, ook als die direct het gevolg zijn van heel erg onverstandig gedrag.

Veel aandoeningen, zoals obesitas, hebben een genetische of sociale basis, en de individuele burger kan het krijgen van de aandoening natuurlijk niet worden aangerekend. Wat we wel van elkaar kunnen vragen is dat iemand zich meldt bij zijn arts om te doen wat hij of zij kan. En van ouders kunnen we vragen dat zij dat zo vroeg mogelijk doen met hun kind.

Preventie

Aandacht voor gezond eten, bewegen wordt ook al snel als betuttelend beschouwd, want mensen zijn toch vrij om hun leven in te richten zoals zij willen. Je zou het ook om kunnen draaien: andere mensen mogen ons kennelijk door hun manier van leven extra op zorgkosten jagen. Zie verder hieronder.

Als solidariteit te duur wordt…

Als de zorgkosten verder stijgen, en dat blijven ze doen, dan denken wij dat die solidariteit minder zal worden. De laatste jaren zijn er veel nieuwe innovatieve technologieën en behandelingen toegevoegd aan het vergoedingenpakket. Maar deze behandelingen, bijvoorbeeld voor de bestrijding van kanker, zijn erg duur en drukken dus zwaar op de zorgbegroting. Met de huidige aanpak zal de eigen bijdrage stijgen, dan wel de zorgtoeslag lager worden.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

De zorg en de financiering ervan zijn nu erg complex. Toch is het duidelijk dat er een relatie is tussen ons gedrag en een deel van de kosten van de zorg. Wij denken daarom dat we meer gezamenlijke verantwoordelijkheid van elkaar kunnen vragen. Het is wat ons betreft logisch dat je een kuur afmaakt, dat je je oefeningen doet en dat je je aan de eetvoorschriften houdt. Die benadering is niet wat we gewend zijn; maar wel noodzakelijk. We zullen daarbij geholpen moeten worden met aandacht van zorgverleners, en aantrekkelijke hulpmiddelen als applied gaming. Vanuit de gezondheidszorg zal dit moeten worden ontwikkeld.

Die gezamenlijke verantwoordelijk betreft dus ook de zorgverlener. De behandeling is dus niet een maagverkleining, maar een traject dat leidt tot blijvend lager gewicht (de maagverkleining is een van de middelen).

Solidair met alles?

Daarnaast is het een optie om bijv. een referendum te houden of  een ‘echte discussie’ te voeren over die solidariteit. We kunnen ons afvragen of alle zorg-, vervoer- en andere kosten ten gevolge van bijvoorbeeld een gebroken been tijdens de skivakantie vergoed moeten worden? Als er meer dan 400.000 arme kinderen zijn in Nederland die niet kunnen trakteren op school bij hun verjaardag, en ook geen sportschoenen kunnen kopen, dan is misschien wat veel gevraagd om hen te vragen mee te betalen aan kosten ten gevolge van risicovolle sporten. Dat betekent wat ons betreft dat alle kosten van een gebroken been tijdens de skivakantie t/m de laatste controle in Nederland voortaan door de skiër zelf verzekerd moeten worden.

Schoolarts (verplicht?)

Obesitas is een van de aandoeningen waar vroege herkenning een groot verschil kan betekenen. Behandeling van kind en gezin kunnen dan immers al vroeg worden gestart. Dit geldt voor veel meer aandoeningen. Er zal daarom veel meer aandacht moeten komen voor vroege herkenning en preventie in het algemeen. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor de schoolarts.

Deelname aan de schoolarts is vrijwillig. Je bent dus niet verplicht om te gaan. Zo’n tien procent van de ouders weigert hun kind naar de schoolarts te laten gaan. We zullen onderzoek moeten doen welke ouders dit zijn, en wat de redenen zijn, om te voorkomen dat dit juist de kinderen zijn die op andere plekken ook al buiten de boot vallen.

Voedsel en waren – oerwoud van keurmerken 

Voedsel is onderbelicht in het beleid rondom gezondheid en preventie. Waar sigaretten en alcohol kunnen rekenen op grote aandacht, lijken vet en suiker de dans te ontspringen.

Één keurmerk

De recente teruggang van 99 naar 11 topkeurmerken door Milieu Centraal is sympathiek maar voor de consument natuurlijk nog steeds onwerkbaar.

Er komt één kwaliteitskeurmerk voor voedsel, waarin de verschillende deelaspecten van de honderden keurmerken in verwerkt zitten. Later zal dit worden uitgebreid naar producten en diensten. Deze informatie zal als ‘open data’ beschikbaar zijn voor websites en apps. Daarmee kunnen burgers worden ondersteund bij de keuzes die zij maken in winkel, kantines e.a. Later volgen restaurants, kledingwinkels e.a. bedrijven en organisaties. Als er straks op een reep ‘gezond’ staat, dan kan men aan het keurmerk zien of dit ook daadwerkelijk zo is.

Dit keurmerk zal worden onderhouden door de organisaties, bedrijven en burgers gezamenlijk. Net als de FDA in de VS zullen wij alle partijen uitnodigen om bij te dragen met factoren, criteria en weging om te bepalen wat ‘gezond’, ‘diervriendelijk’, ‘goed voor de natuur’, ‘duurzaam’ e.d. precies betekenen.

Samenwerking en transparantie

Dit keurmerk zal moeten worden onderhouden door organisaties, bedrijven en burgers gezamenlijk. Net als de FDA in de VS zullen wij alle partijen uitnodigen om bij te dragen met factoren, criteria en weging om te bepalen wat ‘gezond’, ‘diervriendelijk’, ‘goed voor de natuur’ e.d. precies betekent.  Daarin kunnen bijv. ook uitbuiting in derde wereldlanden worden opgenomen. Ook de uitkomsten van Radar, Keuringsdienst van Waarde, nieuws, wetenschappelijk onderzoeken en reviews van burgers kunnen worden verwerkt; elk met een eigen bijdrage en weging.

Voedsel = Waren

Recent onderzoek (Consumentenbond) heeft laten zien dat er nog veel te veel wordt gesjoemeld met het voedsel dat wij eten. Het gaat dan niet alleen om vlees, maar ook om bijv. honing, olijfolie, oregano, kabeljauw e.a. Het motief is simpel: lagere inkoop voor de producent en dus meer winst. Deze situatie duurt al veel te lang. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bewaakt de veiligheid van producten voor consumenten. Deze NVWA is hierin veel te laks en afwachtend.

De voedselschandalen in het verleden hebben duidelijk gemaakt dat wetgeving ook tekort schiet. Als een vleeshandelaar paardenvlees met medicijnenresten verwerkt, of paardenvlees van onbekende herkomst verwerkt, dan is dat een economisch delict. Wij zeggen daarentegen: dit is het doelbewust schade toebrengen aan mensen, dan wel het risico accepteren dat er schade ontstaat. En daarmee is het een zaak voor het strafrecht.

Organisaties nu

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) is een onafhankelijke toezichthouder die zich sterk maakt voor consumenten en bedrijven. ACM houdt toezicht op de mededinging, een aantal specifieke sectoren en het consumentenrecht. Met als doel een gelijk speelveld met bedrijven die zich aan de regels houden, en goedgeïnformeerde consumenten die voor hun recht opkomen. ………. Telecom, vervoer, post en energie: ACM stelt regels op voor de markten voor telecommunicatie, vervoer, post en energie. Dit doen we omdat concurrentie in deze sectoren niet vanzelf gaat. Met deze regels willen wij ook de betaalbaarheid, kwaliteit en beschikbaarheid van producten en diensten garanderen. Tot slot houden we toezicht op zorgaanbieders die willen samenwerken.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt de veiligheid van ons voedsel in de gaten. Daarvoor zijn wetten en regels opgesteld. De NVWA controleert of bedrijven die zich met eten bezig houden zich aan de wetten en regels houden. De NVWA valt onder het ministerie van Economische Zaken (EZ). Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is de tweede opdrachtgever van de organisatie.
Wat ons betreft komt de NVWA onder Volksgezondheid, Welzijn en Sport te vallen. Die heeft de hoogste prioriteit voor de invloed op gezondheid en welzijn van mensen.

EUROPESE UNIE

Europese Unie

Nederland is een klein land dat de EU nodig heeft, in het machtsspel tussen VS, China en Rusland. Nederland blijft dus in de EU want het heeft geen andere keus. En de EU heeft ons ook economisch veel gebracht. Dus … niet meer zeuren, en ervoor gaan.

Wel meer transparantie over geldstromen, lobby, echte effect van maatregelen en subsidies

De EU moet nu eerst consolideren en zorgen voor draagvlak; niet uitbreiden met meer landen en of EU bevoegdheden. Eerst beter samenwerken. Onderhandelingen met Turkije veranderen naar een handelsakkoord, vergelijkbaar als met het Verenigd Koninkrijk.

Internationaal moet de EU zich veel krachtiger opstellen, om Rusland, Turkije maar ook de Amerikaanse Big Tech bedrijven waar nodig de halt toe te roepen; met onze markt van 450 miljoen consumenten zij we alleen daarom al een macht van formaat.

Daarnaast zal er een EU grensleger moeten komen voor grensbewaking en regulering van vluchtelingenstromen.

Met het sterker worden van de Duits-Franse as, moet het machtsevenwicht in de EU hersteld worden, met als symbool een hoofdstad in het centrum van de EU, Wenen (en dan hebben we meteen die verkwistende verhuizingen naar Straatsburg niet meer).

De Europese burgers en bedrijven moeten zelf de technocratische handels-EU gaan omvormen tot onze EU (en niet die van Brussel). Draagvlak versterken door niet-bureaucratische maatregelen als snelle goedkope treinverbindingen, EU tv-zenders e.a.

De EU trein dendert voort

De goederentrein die de EU nu is dendert maar door, maar het is duidelijk dat dat niet langer kan. En het is ook duidelijk dat de huidige regeringsleiders en Europese Commissie (EC) onvoldoende inzien hoe voorwaardelijk draagvlak is. Voorbeelden waren de Oekraïne, Turkije, vluchtelingen, maar ook TTIP en CETA. Regeringsleiders en EC denken dat draagvlak een juridisch begrip is. Problemen met draagvlak worden daarom ook juridisch opgelost, en wel met een bijlage bij een verdrag.

De leiders van de EU doen helaas ‘wat goed voor ons is’ en vergeten dat het niet om beleidsdocumenten of de volgende verkiezingen gaat, maar om echte mensen. Daarmee is de EU een makkelijke prooi geworden voor de onderbuikers.

Dat de Brexit een verrassing was voor de EU-top zegt veel over de bestuurlijke afstand tussen regeringsleiders en Commissieleden en de ‘echte Europeanen’. Uit Brussel valt weinig goeds te verwachten om die relatie te verbeteren. Hetzelfde geldt voor de stemmingen over de Europese Grondwet en het Oekraïne-verdrag in Nederland.

Toekomst: eerst consolideren en besluitvorming verbeteren

Maar dan moeten we wel echt mee gaan doen, en gaan werken aan grote verbeteringen en een nieuwe generatie leiders. Dus nu niet verder uitbreiden, maar eerst zorgen dat de EU gaat functioneren. Unanimiteit Europese Raad bij besluitvorming stoppen (dat is niet verplicht maar in de praktijk werkt dat wel zo), want hindert goede beslissingen (asielzoekers, Wit-Rusland, Big Tech belastingen e.a.). Wel afweging maken dat dat ook kan betekenen dat Nederland wordt weggestemd.

Machtsevenwicht binnen de EU

Het machtsevenwicht in de EU moet hersteld: de as Berlijn/Parijs heeft gebruik gemaakt van de zwakke Europese Commissie en bepaalt teveel de agenda en de oplossingen. Duitsland maakt hier teveel gebruik van, getuige de behendige wijze waarop Merkel persoonlijk de sjoemelclaims heeft weten te voorkomen die in de VS gewoon worden betaald. Frankrijk daarentegen heeft geen enkel recht van spreken om die centrale rol op te eisen; het is de zieke man van Europa. En helaas, een grote zieke starre man waarvoor wij straks de medicijnen moeten gaan betalen.

Als Berlijn/Parijs wordt voortgezet, dan zal er een even structureel overleg van kleine EU-landen moeten komen om de machtsbalans te herstellen.

Het is daarnaast ons voorstel om Wenen de hoofdstad van de EU te maken. Wenen ligt in het centrum van alle landen, en niet in het centrum van de oude EGKS en de rijke landen. Bijkomend voordeel is dat die dure verkwisting van de jaarlijkse trek van en naar Straatsburg is afgelopen.

Nederland en de EU

Bij de VVD-coalities is helaas de afgelopen 10 jaar gebleken dat zij de EU als niets anders zien dan een afzetmarkt waar zo min mogelijk aan betaald moet worden. En ook na 10 jaar is onze regering nog steeds niet in staat om goed te communiceren met andere landen, zeker in Zuid-Europa, wat afgelopen voorjaar pijnlijk duidelijk werd. De ‘kasboekjespolitiek’ is voortgezet, met een slechte EU begroting tot gevolg en veel schade voor het imago van Nederland bij de andere EU landen.

Nederland is een klein land dat de EU nodig heeft

Er wordt nog steeds politiek bedreven alsof de EU Nederland harder nodig heeft dan andersom. Helaas. Nederland is een klein land dat de EU nodig heeft in het machtsspel tussen VS, China en Rusland. We gedragen ons als een meubelwinkel op een meubelboulevard, die zegt dat hij het wel alleen af kan. Nederland blijft dus in de EU want het heeft geen andere keus; dus niet meer zeuren, en ervoor gaan.

EU bevoegdheden niet uitbreiden; gewoon goed en kritisch gaan samenwerken

EU moet eerst meer intern draagvlak krijgen en meer samenwerken; niet uitbreiden met nieuwe landen en ook niet de bevoegdheden van de EU uitbreiden. Bij een goede en kritische samenwerking past veel meer transparantie over geldstromen, lobby, echte effect van maatregelen en subsidies en de verschillen bij belastingen, pensioenen, subsidies etc. goed uitzoeken. Daarmee kan de onderbuik discussie over ‘die Italianen doen maar’ veranderen in een eerlijke vergelijking. Maar dan wel ernaar handelen!

Draagvlak vergroten door evaluatie en transparantie

Om het draagvlak alsnog te gaan vormen, zal de EU geëvalueerd moeten worden; niet door zichzelf maar door een onafhankelijk instituut.

  • wat waren de doelstelling en wat is het resultaat?
  • welke landen zijn nog democratisch?
  • hoeveel vluchtelingen heeft elk land opgenomen?
  • hoe staat het echt met het vrije verkeer van personen?
  • welke markten zijn echt vrij (Frankrijk?)?
  • welke subsidies leveren iets op en leiden tot innovatie of ander beoogd doel?
  • financiele kwetsbaarheid van bedrijven en burgers (bijv. door hoge hypotheekschulden, zoals in Nederland)?
  • wat is er gebeurd met leningen en/of giften?
  • in hoeverre zijn de EU-landen in de huidige constellatie geschikt om gezamenlijk een munt te voeren. Met onderliggend: wat komt er echt uit een vergelijking van pensioenen, pensioenleeftijd, gewerkte jaren/dagen per persoon bij pensioenleeftijd, belastingmoraal en de andere factoren die worden genoemd als Noord en Zuid vergeleken worden. Dit voorkomt de populistische varianten hiervan.

Vervolgens zal moeten gewerkt aan gelijk(er) speelveld in die landen, en gewerkt worden aan hervormingen. Noord kan dan niet meer (of i.i.g. minder) kan zeggen dat het Zuiden zijn huishoudboekje niet op orde heeft. En ook kunnen die hervormingen gericht worden op het versterken van de omgeving waarin de Euro kan gedijen, waarbij de ongelijkheid tussen EU bedrijven en burgers hersteld moet worden (bedrijven profiteren meer).

Bij een volgende begroting maar ook een volgend crisis zal de afweging veel meer hierop gebaseerd moeten worden. Ten tijde van crisis moet er alleen wel ruimhartig gegeven worden, en dan precies waar het voor bedoeld is: crisissteun en geen structurele steun.

NB: En wat zou helpen: intercultureel communiceren; in alle andere landen van Europa denken mensen tijdens een vreselijke epidemie niet in termen van kasboekjes, maar in termen van steun aan partners!

We moeten ons de EU nog eigen maken

EU is nu nog van ‘Brussel’; zij moet nu eerst ons worden. De Europese identiteit die we natuurlijk hebben, gaan we onder woorden brengen, door elkaar eerst maar eens te leren kennen. Geen hooggespannen verwachtingen, maar gewoon doen wat je in elke relatie doet: ‘wie ben jij?’ en daarna ‘zullen we samen spelen’?

Als de EU meer is dan een economische eenheid, dan zullen er ook niet-bureaucratische of puur economische maatregelen genomen moeten worden. Wij stellen daarom voor een aantal opties te bespreken:

  • aanleggen Europese hogesnelheidslijnen met goedkope tickets, ook op minder winstgevende lijnen (NB: de EU is Ryanair en Easyjet eigenlijk veel dank verschuldigd voor het werk dat zij voor de EU gedaan hebben.)
  • instellen van buddy’s van twee landen die intensief gaan samenwerken, zodat de te grote EU wordt teruggebracht tot samenwerking tussen 2 landen en hun burgers
  • een webwinkel waarmee kleine lokale producenten binnen een paar dagen overal in Europa kunnen leveren aan winkels én particulieren
  • (digitale) EU tv-zenders en radiostations met cultuur, koken, toeristische informatie en muziek, die in alle landen gratis te bekijken en beluisteren zijn?
  • organiseren van EU wedstrijden en festivals voor theater, film, pop e.a.

Wat krijgen we: een EU waar burgers en bedrijven samenleven en samenwerken, niet via Brussel, maar direct. En dan zullen Europeanen zien dat er interessante culturen en concrete voordelen verborgen zitten achter de ruggen van de regeringsleiders.

Interne markt, arbeidsmigratie en solidariteit

Dit moeizame  ‘dossier’ is een goed voorbeeld van het functioneren van de EU democratie. Er worden verdragen gesloten zonder dat duidelijk is wat de implicaties zijn voor echte burgers. Als een Europeaan uit het ene land, stel Polen, in een ander land, stel Nederland, werk kan doen voor een lagere prijs per uur, dan beperkt hij in Nederland de mogelijkheden op werk. Nederlanders kunnen hetzelfde werk immers niet doen voor die lagere uurprijs. Dit was kennelijk niet te voorzien toen het verdrag werd gesloten. Er worden nu pogingen gedaan om deze fout te herstellen, maar het is duidelijk dat de Europeanen uit, stel Polen, daar niet op zitten te wachten.

Oost-Europese arbeidsmigranten <-> vluchtenmigranten

Deze Oost-Europeanen komen dus naar het rijkere West-Europa om hier te werken. Dat geldt ook het deel van de vluchtelingen dat economische motieven heeft om naar West-Europa door te reizen. Zij zouden ook in Oost-Europa kunnen stoppen met vluchten; daar zijn ze immers veilig. De Oost-Europese landen zouden moeten begrijpen dat deze vluchtelingen om precies dezelfde economische redenen naar West-Europa willen als hun eigen burgers. Tegelijkertijd willen zij zelf weinig vluchtelingen opnemen. Dit is in de EU min of meer geaccepteerd. De EC mompelt af en toe iets over boetes, maar dat is het. Gezien deze dubbele moraal van onze Oost-Europese broeders zou de EC veel harder moeten reageren. Dus: geen vluchtelingen, dan geen arbeidsmigratie en vrij-reizen. Juridisch gezien lastig, gezien de verdragen? Dan ligt een typisch Europese oplossing klaar: laten we er een verdragsbijlage voor opstellen.

Europees parlement

De regeringsleiders en de EC komen nog in het nieuws met hun bijeenkomsten en besluiten. Het is de EU parlementsleden aan te rekenen dat zij denken hun werk goed te kunnen doen zonder dat hun burgers weten wie zij zijn en wat ze doen. En vooral: wat onze stem en ons belastinggeld concreet opleveren. En wie daarop ook nog invloed heeft (lobbyisten).

Wat daarbij niet helpt zijn de aanhoudende verhalen over parlementsleden die familieleden en vrienden gunsten verlenen, veel te ruime onkostenvergoedingen hebben, al dan niet echt aanwezig zijn bij vergaderingen etc. Allemaal voer voor de ‘onderbuikers’. Het meest verbazingwekkend is misschien wel dat de EU parlementsleden hier zo weinig aan doen.

Verenigd Koninkrijk, Turkije en andere ‘randlanden’

Wij pleiten voor een EU in drie versies van commitment. Dit gaat van EU1 = alleen vrijhandel, EU2 = huidig tot EU3 = ‘federaal’. Het Verenigd Koninkrijk had dan bij de EU kunnen blijven, als buitenlid categorie EU1. Wel vrijhandel, wel vrij reizen en gelukkig geen stem meer in besluitvorming. Turkije kan alleen een formele economische partner worden, als het de democratie herstelt, de agressie beteugelt, de mensenrechten gaat naleven (Nederland en de EU onderschatten hun economisch/financiële onderhandelingspositie helaas t.o.v. Turkije).

Hanzelanden

Mocht de EU zo doorgaan, dan zou Nederland zelf, aanvankelijk aanvullend, intensievere samenwerking kunnen organiseren met het Verenigd Koninkrijk en de Scandinavische landen. Met deze landen hebben wij immers van oudsher de meeste overeenstemming in ontwikkeling en cultuur.

Internationaal – veiligheid & defensie

De EU kan zich veel krachtiger opstellen tegenover de VS, Rusland, Turkije, in het Midden-Oosten en China, dus ook de Amerikaanse tech bedrijven. Met een markt van ca. 450 miljoen burgers zijn we alleen al economisch een macht van formaat! En met het ‘Brussels-effect’ hebben we alleen daarom ook al veel invloed op normen en regelgeving buiten de EU.

Met China zal relatie besproken moeten worden inzake de diefstal intellectueel eigendom, te lage transporttarieven, duurzaamheid, politiek en hacken.

Marshallplan Oost- en Zuid-Europa; China rukt op

Er wordt jarenlang onderhandeld met landen over de hele wereld. Ondertussen wordt er veel te weinig energie gestoken in het samenwerken binnen de EU. Als de economische ongelijkheid tussen Noord en Oost/Zuid ooit moet verdwijnen, dan zullen we daar veel meer energie in moeten stoppen. Net als in 1945 zal het ook nu helpen om de band met EU-landen in de Russische schaduw verder te versterken. China maakt ondertussen gebruik van de zakelijke en korte termijn visie van de EU; zij hebben namelijk een langetermijnstrategie.

Europees (grens)leger voor grensbewaking en vluchtelingenstromen

Naast Nederland zelf zal ook de EU er niet aan ontkomen om meer aandacht en geld aan defensie te besteden. Dat was ook al het geval voor Trump de verkiezingen had gewonnen. De veiligheidsbelangen van veel EU-landen worden in een aantal deels overlappende instituties en samenwerkingsverbanden vertegenwoordigd (NAVO, OVSE e.a.), waar ook niet EU-landen lid van zijn. Bij een crisis zal het een hele kunst worden om daadkrachtig en proportioneel te reageren, gezien alle verschillende belangen. Dit wordt nu, zomer 2020, al duidelijk door de opstelling van Turkije t.o.v. Griekenland in de Middellandse Zee en de reactie van Frankrijk. Met het lidmaatschap van Turkije van de NATO, is de NATO dus maar deels geschikt voor de grensbewaking. En daarnaast hebben we nog het reguleren van de vluchtelingenstromen.

Wij zijn voor het versterken van de Europese grensbewaking, waarin douane, veiligheid en de professionele en humane afhandeling van vluchtelingenstromen samenkomen. Wat daarom hoe dan ook nodig is dat Frontex wordt uitgebouwd tot een volwaardig EU grensleger, dat de toegang kan bewaken zoals onze Marechaussee dat doet, maar waar nodig ook de eerste verdediging kan uitvoeren. Wij zijn daarnaast vele jarenlang niet solidair geweest met landen als Italië en Griekenland die de opvang op zich hebben genomen; daar ligt een schuld die nog vereffend moet worden.

Onderdeel van die grensbewaking is de gezamenlijke registratie, inclusief biometrische kenmerken, van alle vluchtelingen. Dit versnelt het vaststellen van de juiste identiteit en daarmee de procedure waar nodig. Daarnaast voorkomt het het shoppen in verschillende landen. Tenslotte kan het een instrument zijn bij het herkennen van potentiële terroristen, al dan niet op hun terugweg naar een Europees land.

Veiligheidsdiensten

Na een ramp wordt er altijd weer gesproken over meer samenwerking tussen de EU veiligheidsdiensten. Iets later hoor je daar niets meer van, terwijl we dan volgens sommige regeringsleiders nog steeds ‘in oorlog’ zijn met het terrorisme. Kennelijk is het behouden van de eigen toko belangrijker dan het optimaliseren van de gegevensuitwisseling om nieuwe terreurdaden te voorkomen.  Ook hierin tonen de Europese regeringsleiders en de Europese Commissie dat ze ons onvoldoende waarde geven voor onze stem. Toch zal dit proces versneld moeten worden.

Redactie

NB: dit item wordt nog aangevuld en verbeterd. Heeft u suggesties? Mailt u die dan naar info@partijhelder.nl.

IMMIGRATIE

Immigratie en arbeidsmarkt

Technologische ontwikkelingen en vergrijzing gaan zorgen voor tekorten op de arbeidsmarkt, maar er zijn nu ook al tekorten in bijv. de zorg, maar ook bij beroepen die de meeste Nederlanders niet willen doen.

  • Een belangrijk onderscheid is het onderscheid tussen hoog opgeleide kenniswerkers (bijv. Indiase IT-ers) of meestal lager opgeleide arbeidskrachten voor seizoensarbeid in landbouw of werk in bijv. bouw of vleesindustrie.
  • Allereerst gaan we zorgen dat we zoveel mogelijk zelf de vacatures kunnen invullen
  • Onderwijs moet daarom verbeteren; studie voor technische beroepen wordt gratis
  • Inzetten op robots waar mogelijk
  • Bij werkeloosheid verplicht 3 dagen per week ‘Alternatief Werk’ doen, w.o. maatschappelijke diensten, tuinbouw, maar ook opleidingen e.a.
  • Voor zover we werk-immigranten dan nog nodig hebben: structureel en goed aanpakken
  • Belangrijk om eerlijk te zijn over te grote cultuurverschillen; geen herhaling van jaren ’70 toen het de politiek overkwam

Kenniswerkers of seizoenarbeiders

Belangrijke vraag is natuurlijk waarom genoemde arbeidskrachten niet van onze eigen opleidingen komen; eventuele problemen daarbij moeten we nu eindelijk aanpakken. Onderwijs in met name de technische vakken moet verbeteren en aantrekkelijker worden, en wat Partij Helder betreft worden deze opleidingen op alle niveaus gratis.

Voor zover we werk-immigranten dan nog nodig hebben: structureel en goed aanpakken. En het is daarbij belangrijk om eerlijk te zijn over te grote cultuurverschillen. We willen immers geen herhaling van de jaren ’60-’70 toen het de politiek overkwam

Slachterijen en landbouw?

Belangrijke vraag hierbij is waarom hiervoor mensen uit het buitenland gehaald moeten worden. En als dat dan toch nodig is, dan moet dat via goede, open en eerlijke constructies. De huidige schimmige constructies met arbeidskrachten uit Oost-Europa worden verboden. Beloning en leefomstandigheden dienen goed genoeg te zijn, om concurrentie met Nederlandse arbeiders eerlijk te maken en tegelijkertijd menselijke omstandigheden te garanderen.

Waar mogelijk wil Partij Helder investeren in robots om dit werk over te nemen.

ECONOMIE

Economie – toekomstgericht en duurzaam

Economie zal moeten hervormen en meer eigen koers varen

  • Economie zal stapsgewijs snel digitaler en duurzamer (moeten) worden
  • MKB sterker stimuleren voor noodzakelijke innovatie, duurzame transitie, circulair werken.
  • Toekomstgericht ondernemen houdt rekening met evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. Waar mogelijk worden de echte kosten genomen en ook de echte prijs berekend, op basis de impact van de hele keten. Door dat met zijn allen te doen, en ook specifiek per sector, kan een bedrijf met een duidelijk perspectief die transitie maken.
  • Globalisering waar mogelijk (samen met EU) aanpassen aan hoe Nederland wil werken. Afhankelijkheid van Amerikaanse Big Tech en China verminderen
  • Werkeloosheid wordt incl. 3 dagen per week ‘Alternatief Werk’ (tomatenpluk, vrijwilligerswerk, opleidingen, duurzame bosbouw) voor iedereen (incl. asielzoekers/statushouders etc.)
  • Hoge salarissen bij bedrijven geen probleem, zolang alle belasting (in Nederland) wordt betaald en er wordt geïnvesteerd in productiviteit, medewerkers en duurzaamheid; voor volgende crisis wel eigen buffers opbouwen.

NB: dit is de concept-versie van dit programma onderdeel. Het wordt nog uitgebreid met Big Tech, lonen e.a.

Inleiding

De Nederlandse economie heeft met een corona-pandemie een grote terugslag gekregen, economisch gezien vooral door de genomen maatregelen als thuiswerken, afstand houden, sluiten van grote delen van de economie e.a. Voor Financiën is ineens een hogere staatsschuld en een hoger begrotingstekort bespreekbaar. Maar op allerlei terreinen kunnen we deze periode gebruiken om de Nederlandse economie beter te maken, zoals in de landen om ons heen wel gebeurt.

Transitie naar een duurzame economie

De omslag naar een duurzame Nederlandse economie verloopt nog steeds tergend traag; we staan onderaan in Europa v.w.b. duurzame energie. En het zou toch niet nodig moeten zijn dat Urgenda via de rechter maatregelen afdwingt?! Nederland gaat nu duurzame energie inkopen in Denemarken om geen EU boete te krijgen; hadden we dat geld niet beter kunnen investeren in eigen productie?

Wij gaan voor een versnelde aanpassing van de Nederlandse economie naar een duurzame economie in de brede zin van het woord. Duurzaamheid bij Partij Helder is: gericht op een evenwicht tussen de korte en lange termijn belangen van

  • mensen – consumenten en producenten (ook in andere landen),
  • dieren – zowel voor onze gezondheid als dierenwelzijn, en
  • natuur en milieu – in Nederland en in de bronlanden.

Een duurzame en dus realistische economie houdt daar rekening mee. Gewoon doorgaan betekent dat de rekening vroeger of later gepresenteerd zal worden in de vorm van een veranderend klimaat, vluchtelingenstromen e.a.

Groei en duurzaamheid

Er zal daarvoor nieuw evenwicht gevonden moeten worden tussen ijzeren wetten van de economische groei en de duurzaamheid van onze samenleving.

De noodzakelijke maatregelen zijn zo lang uitgesteld, dat we nu niet langer kunnen wachten. We kunnen dus ook niet eerst de economie herstellen na corona, en dan aan de duurzaamheid gaan werken. We gaan het combineren: economie herstellen naar een realistischer duurzame economie. Dit is helaas niet waarvoor de huidige regering heeft gekozen. Wij maken daarom een Klimaatplan dat wel zoden aan de dijk zet, maar samen met burgers, organisaties, bedrijven en dus ook de boeren.

Onze boeren zijn niet ineens een voorbeeld van wat er fout is gegaan, maar ondernemers die in het huidige ondernemersklimaat kansen hebben gezien en genomen. En toen kwamen er slecht uitgevoerde last minute milieumaatregelen, en terecht protesteerden ze daartegen. Straks gaan wij samen met hen zorgen dat klanten tot ver over onze grenzen Nederlandse betaalbare én duurzame groente en kipfilets gaan eten.

Start-ups of ‘snelle groeiers’

Terwijl de start-ups al toe zijn aan een volgende generatie (complexere producten, langere ontwikkeltijden, hogere investeringen), heeft de regering pas recent hun belang concreet onderkend. Het geval wil alleen dat de Nederlandse overheid slecht scoort in bijdrage aan innovatie, bijv. in het MKB in de landbouwsector. De groei en innovatie komt van de bedrijven zelf. Economisch gezien is het daarnaast slimmer is om de zogenaamde ‘snelle groeiers’ te steunen (start-up of niet); zij zorgen namelijk voor de banengroei.

Van werkeloosheid naar ‘alternatief werk’

Met alle innovatieve ontwikkelingen als digitalisering en robotisering is er een grote kans dat iedereen straks wel een periode in zijn leven geen betaald werk heeft. En ook nu zijn er al veel werklozen (w.o. ook veel niet geregistreerden), wat nog sterk zal groeien vanaf dit najaar. Laten we daarom ‘werkeloosheid’ verruilen voor ‘Alternatief werk’. Je hebt straks betaald werk, of je draagt met ‘Alternatief werk’ 3 dagen per week bij aan de maatschappij door te werken, vrijwilligerswerk te doen of een opleiding te doen. En dat geldt voor iedereen, van de huidige werkelozen tot arbeidsongeschikten (voor zover mogelijk) tot asielzoekers en statushouders.

Werkeloosheid blijft

Werkeloosheid zal waarschijnlijk nooit meer opgelost kunnen worden, o.a. vanwege de voortschrijdende digitalisering en robotisering. Natuurlijk zullen er banen bijkomen door economische groei, bijv. door ons Deltaplan Nederland Duurzaam en Deltaplan Nederland Digitaal. Ook zullen er andere banen komen. De ontwikkelingen gaan alleen zo snel, dat de kans groot is dat er gedurende langere periodes steeds weer een mismatch is tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.

Veel mensen komen na hun opleiding in een andere sector terecht

Iedereen kan een periode in zijn leven meemaken dat hij of zij geen betaald werk heeft, buiten de eigen schuld om. Hetzelfde geldt voor werken in de sector waarin je bent opgeleid. We kunnen we er maar beter vanuit gaan dat iedereen tijdens het werkzame leven in verschillende sectoren gaat werken (zoals nu al de praktijk is in heel veel carrières).

Ons voorstel

Ons voorstel daarom: we schaffen het begrip werkeloosheid af, en dat doen we op basis van ‘wederkerigheid’. We richten het zo in dat iedereen óf betaald werk heeft, óf een andere bijdrage heeft aan Nederland, in ruil voor de werkeloosheidsuitkering. Iedereen die even geen betaald werk heeft waar hij of zij voldoende mee verdient doet straks 3 dagen per week ‘Alternatief werk’. En dit geldt ook voor alle asielzoekers en statushouders.

Bij Alternatief werk kan het gaan om bestaande vacatures, maar ook werk voor de maatschappij. En dus: tomatenplukken in de kassen, als vrijwilliger in de zorg, door een opleiding te volgen, duurzame bosbouw e.a.

Bestaat dit al? Ja!

In Groningen is er de basisbaan, en in Rotterdam en andere steden wordt er ook al met een vergelijkbaar model gewerkt.

Betaald werk

Het kan gaan om betaald werk, bijvoorbeeld in de tuinbouw voor seizoenswerk of andere sector. Accepteren van vervangend werk in een andere sector wordt de regel. Dit treedt in werking 1 maand na het beëindigen van het vorige werk of de aankomst in Nederland van asielzoekers. De mogelijkheid om te solliciteren moet vanzelfsprekend blijven. En ook mag er niet geconcurreerd worden met andere Nederlandse werkzoekenden. (Wat ons betreft mag wel geconcurreerd worden met werknemers uit landen die zelf geen asielzoekers opnemen.)

Maatschappelijk werk

Mocht dat vervangende werk er niet zijn, of mocht het echt niet geschikt zijn, dan wordt maatschappelijke werk gezocht. Daarin worden werkzaamheden voor de gemeenschap verricht. Het gaat dan om werk in de zorg, mantelzorg, diensten voor verenigingen en stichtingen, vrijwilligerswerk of crowdsourcing (voorbeeld: corrigeren van scans van oude documenten voor musea en gemeentearchievene.a.).

Altijd opleidingen

Belangrijk onderdeel is dat er altijd (online) opleidingen kunnen worden gevolgd, zodat iemand weer kan aansluiten bij de nieuwe wensen op de arbeidsmarkt. Langere opleidingen kunnen worden verdiend met punten die worden verdiend door het Alternatief Werk; mogelijk wordt onaantrekkelijk werk beloond met extra punten.

Voordeel

Bijkomend voordeel van deze aanpak is dat vrijwel iedereen altijd mee doet, andere mensen ontmoet, beweegt, en toegang heeft tot opleidingen.

  • Wederkerigheid en nieuwe sociale contacten, wat gewoon gezonde principes zijn in een samen-leving
  • Dure en complexe projecten om mensen daartoe over te halen zijn minder nodig. Dit geldt bijvoorbeeld voor de ca. 160.000 kansarmen die Nederland in 2016 telt (100.000 in 2008) en de vele Nederlanders die zijn opgehouden met zoeken #Update
  • Dit heeft gunstige effecten tegen geen ‘hospitalisering van asielzoekers’ en voor integratie en andere aspecten van sociale cohesie.
  • Ook hoeven er minder mensen uit andere landen van Europa en daarbuiten te komen. Eerst wordt namelijk de kaartenbak van heel Nederland gebruikt om openstaande vacatures in te vullen.

Innovatie

Economie: Wij zijn voor versterken van innovatie, meer begeleiden van startups (met meer diversiteit) en in de banenmotor MKB en startups. Daar volgt groei uit. En groei betekent banen. De verliefdheid van de VVD op grote (internationale) bedrijven delen wij niet want de banen komen uit het MKB. Ook gaan we geleidelijk van mainports Rotterdam en Schiphol naar Brainport Eindhoven.

Voorwaarden voor innovatiesubsidies (en ook voor steun bij een volgende crisis) wordt een gebleken bijdrage aan een duurzamere samenleving en dus investeren in mensen, dieren (voor zover relevant) en het milieu, zowel hier als in eventuele bronlanden van werk of materialen.

Deltaplan Nederland Digitaal

Naast het Klimaatplan komt er een Deltaplan Nederland Digitaal waardoor de digitale ontwikkelingen waarin we al wel voorlopen nog verder te versnellen. Nog sneller internet tot in alle uithoeken van Nederland, robotisering waar mogelijk, optimale gegevensuitwisseling, big data voor alle bedrijven (niet alleen de grote). Maar wel met de menselijke maat: robotisering als hulpmiddel om onze doelen te bereiken. Dankzij robots meer tijd voor zorgverleners aan het bed wat sterk bijdraagt aan het genezingsproces. En vanuit strenge privacy regels.

Banken

Wat de banken betreft en blijvende problemen rondom integriteit, witwassen maar ook onduidelijke werking van de financiele markten (verouderde algoritmen, verschillende belangen) zal alsnog moeten worden bekeken of het splitsen in consumentenbanken en zakenbanken, of laag- versus hoog-risico, banken niet toch moet worden afgedwongen. De laag risicobanken zijn verantwoordelijk voor de consumentenlening, hypotheken en transacties tot een bepaald maximum bedrag, en idem voor de bedrijven. Vervolgens worden dan tijdens een crisis alleen de laag-risicobanken gered. De Volksbank moet mogelijk toch genationaliseerd worden (tegen de wens van de EU in).

ONDERWIJS

Onderwijs: een goed begin is het halve werk

Samenvatting en speerpunten

  • Onderwijs is de basis voor alle Nederlanders om te groeien naar wat ze willen worden. Een onderwijspakket dat aansluit bij het kind leidt tot een niveau dat Nederland als kennisland waardig is.
  • We hebben al onze bollebozen nodig in onze innovatieve industrieën en diensten, op alle niveaus, van praktisch tot theoretisch
  • Er wordt erg hard gewerkt door onze docenten, maar tegelijkertijd gaat het niveau van het onderwijs in Nederland achteruit.
  • Wat al jaren op ons afkwam is nu gebeurd: er is zo’n lerarentekort dat kinderen naar huis worden gestuurd
  • Er is gesneden in opleidingskosten voor docenten, en de administratieve werkdruk is te hoog
  • Onderwijs moet weer prioriteit worden; van kostenpost naar investering in een goede en betaalbare basisvoorziening voor iedereen!
  • Investeren in kwaliteit van de opleidingen en ‘blijvend leren’ en in salarissen. Salarissen van leraren lager en middelbaar onderwijs gelijk trekken.
  • Kansenongelijkheid tegengaan door voorafgaand aan basisschool en tijdens eerste jaren intensief met ouders en leerlingen te werken aan eventuele taalachterstanden. Schooladviezen neutraler maken, zodat dubbeltjes makkelijker kwartjes kunnen worden.
  • Nationale standaarden voor de omvang van de lestaak, de grootte van klassen, de inhoud van kernvakken, beoordeling van resultaten (ook per methode, schooltype, samenstelling leerlingen) waar nodig uitbreiden.
  • Onderzoek naar verhogen schoolkeuzeleeftijd naar 14 jaar (2 brugklassen), met een ruim aanbod op verschillende niveaus, zonder de bollebozen daarmee te vertragen;
  • School actieve rol in gezonde leefstijl van kinderen, door (waar nodig) gezond ontbijt aan te bieden, en altijd gezonde lunches inclusief meer dan voldoende bewegen.
  • Onderzoek doen naar mogelijkheden om onderwijs zo in te richten dat jongens en meisjes gelijke leerprestaties hebben.
  • Toegankelijk onderwijs zal worden gewaarborgd: scholen in krimpregio’s behouden.

Situatie

Lager- en middelbaar onderwijs

We zijn een zeer rijk land en we hebben onze bollebozen nodig in de innovatieve industrieën en diensten, en ondertussen wordt er erg hard gewerkt door onze docenten. Helaas zijn er met name in het lager- en middelbaar onderwijs bij leerlingen problemen met het onderwijsniveau en de kansengelijkheid. Bij de leraren zijn er problemen met werkdruk, bureaucratie, onvoldoende budget voor doorontwikkeling. Hierdoor is er teveel verloop.

  • Niveau: gaat het niveau van het onderwijs in Nederland achteruit, terwijl ze juist zouden moeten stijgen. Vooral in het algemeen vormend onderwijs (primair onderwijs (PO) en voortgezet onderwijs (VO)) zijn er ernstige kwaliteitsproblemen. Goed lezen, schrijven en rekenen lukt een groeiend aantal kinderen niet meer. Ook de kennis van cultuur, verleden en burgerschap gaat achteruit. Deze achteruitgang treft vooral kinderen die misschien al minder bagage van thuis uit meekrijgen.
  • Kansenongelijkheid: er is kansenongelijkheid, o.a. door de achterstand die kinderen al hebben op hun eerste schooldag, en door schooladviezen die kinderen krijgen die regelmatig onnodig laag zijn
  • Onvoldoende les: er worden onvoldoende lessen gegeven. Gezien het aantal docenten zou het mogelijk moeten zijn dagelijks goede lessen te organiseren voor alle kinderen in Nederland, maar leraren kunnen zich onvoldoende focussen op het lesgeven, omdat zij er allerlei taken bij krijgen.
  • Passend onderwijs: de wet Passend Onderwijs lijkt niet te werken. Basisschoolleraren worstelen met passend onderwijs: de klassen zijn te groot en het ontbreekt leraren aan tijd en kennis om leerlingen die extra hulp nodig hebben goed te begeleiden.
  • Lerarentekort: er is daarnaast een al jaren groeiend probleem met het lerarentekort, deels omdat leraren moeilijk te houden zijn. Degelijk opgeleide leraren, die les willen geven en zich daar ook in willen ontwikkelen, zijn moeilijk te vinden en nog moeilijker te houden. De uitstroom van starters in het onderwijs is groot, waardoor een kwalitatief en kwantitatief lerarentekort ontstaat. En ook de zijinstromers blijven niet lang.
  • Redenen: hiervoor zijn o.a. dat er a) is gesneden in opleidingskosten voor docenten, b) de werkdruk, waaronder niet in het minst, de administratieve werkdruk, zijn te hoog en c) er zijn mogelijk aantrekkelijker arbeidsvoorwaarden nodig.

Situatie Hoger onderwijs

Studenten zijn ontevreden, omdat zij als gevolg van het leenstelsel (ingevoerd door voorganger Jet Bussemaker, PvdA) met torenhoge schulden en studiestress kampen. Hoogleraren en ander wetenschappelijk personeel zijn ontstemd omdat zij door de snelle stijging van aantallen studenten amper toekomen aan eigen onderzoek en massaal overwerken. De normaliter bedaagde wetenschappers hebben onder aanvoering van het platform WOinActie voor het eerst in jaren flink van zich laten horen.

Dit kabinet

De voornaamste ambities van dit kabinet liggen in de bestrijding van kansenongelijkheid ende stimulering van talent, goede docenten met een sterke positie, toponderzoek en krachtig beroepsonderwijs”. Helaas hebben een minister (Slob, CU, v0ormalig docent) en staatssecretaris (Van Engelshoven, D66) de problemen alleen weten te benoemen, en nauwelijks weten op te lossen.  Beide ministers wordt gebrek aan daadkracht verweten. Ze benadrukken steeds dat dit kabinet ‘meer dan ooit’ in onderwijs investeert, maar hebben niet voldoende invloed binnen het kabinet om de stappen te zetten die nodig zijn. En het is duidelijk dat onderwijs niet bij de financiele prioriteitenlijst van dit kabinet van VVD, CDA en D66 hoort.

Doel

Het is goed om nog eens met alle partijen vast te stellen wat het doel is van ons onderwijssysteem. Het zal iets moeten zijn als ‘alle kinderen in Nederland krijgen onderwijs dat optimaal is om hun potentie en interesses volledig te ontdekken en tot bloei te laten komen’. Leeringen krijgen daarvoor les van bevoegde en bekwame leraren, die zich blijven ontwikkelen en die in staat zijn om de potentie van een leerling te zien, los van hun afkomst of beginniveau.

Leerlingen

Kwaliteit en kansenongelijkheid

Kansenongelijkheid

Het opleidingsniveau van ouders is bepalender voor schoolloopbaan kind dan migratieachtergrond. Schoolprestaties in de vroege jeugd kunnen bepalend zijn voor latere kansen op de arbeidsmarkt. En die vroege schoolprestaties zijn sterk afhankelijk van het sociaaleconomische milieu van het kind, bevestigt het nieuwe onderzoek.

Kinderen van laagopgeleide ouders of ouders met een laag inkomen beginnen al op de basisschool met een achterstand die ze in hun schoolcarrière niet meer inhalen. Het opleidingsniveau en het inkomen van de ouders hebben meer invloed op de schoolprestaties van een kind dan een migratieachtergrond, blijkt uit nieuw onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB).

Leerachterstand

Samenvattend: het is lastig voor een leerling om initiële achterstanden weg te werken en dat je milieu het verloop van je schoolcarrière voor een groot deel bepaalt. Het ideaal dat als je maar hard genoeg werkt, je het uiteindelijk wel redt, wordt dus meestal niet bewaarheid.

Opleidingsniveau ouders: wel blijvende invloed

Uit de resultaten blijkt dat een laag opleidingsniveau van ouders vaak gepaard gaat met een leerachterstand bij het kind al vóór aanvang van de basisschool. Die achterstand uit zich vooral op het gebied van reken- en taalvaardigheid. Vanaf groep 3 zijn de verschillen op die gebieden tussen kinderen met laagopgeleide ouders en hoogopgeleide ouders nagenoeg uitgekristalliseerd. Ze nemen in de schoolloopbaan op de basisschool nauwelijks verder toe, maar ook niet af. Ook bij het advies voor de middelbare schoolopleiding speelt het opleidingsniveau van de ouders een grote rol, blijkt uit onderzoek van de Onderwijsinspectie.

Migratieachtergrond: geen blijvende invloed

Hoewel kinderen met een migratieachtergrond ook beginnen met een achterstand, werken zij deze gedurende hun schoolloopbaan doorgaans weg. Ze presteren op de laatst gemeten leeftijd van 15 jaar bijna hetzelfde als leerlingen zonder migratieachtergrond van vergelijkbare sociaal-economische afkomst.

Jongen vs meisje: wel verschil

Nog een opvallende conclusie: het geslacht van het kind heeft op de basisschool meer invloed op de leerprestaties dan een eventuele migratieachtergrond of de sociaal-economische positie van de ouders. Zo hebben meisjes al vroeg een betere taalvaardigheid en ontwikkelen jongens rond hun 6de een voorsprong in rekenen, al neemt deze later weer af. Bovendien scoren jongens vanaf jonge leeftijd beduidend lager op werkhouding en gedrag.

Maatregelen

  • Investeren in kwaliteit van de opleidingen en ‘blijvend leren’ en in salarissen. Salarissen van leraren lager en middelbaar onderwijs gelijk trekken.
  • Kansenongelijkheid tegengaan door voorafgaand aan basisschool en tijdens eerste jaren intensief met ouders en leerlingen te werken aan eventuele taalachterstanden. Voorschoolse educatie kan een rol spelen bij het beperken van ongelijkheid.
  • Onderzoek doen naar mogelijkheden om onderwijs zo in te richten dat jongens en meisjes gelijke leerprestaties hebben.
  • Schooladviezen neutraler maken, zodat dubbeltjes makkelijker kwartjes kunnen worden (ook eventueel criteria differentiëren tussen jongens en meisjes). Waar nodig daarvoor een herziening CITO toets, toetsing schooladviezen e.a.
  • Daarnaast financiele drempels voor bijlessen of studeren (leenstelsel) afbreken. Zo wordt de schoolkeuze in het MBO, de grootste groep leerlingen, te vaak bepaald door de portemonnee (kosten van de opleiding, reiskosten).
  • Nationale standaarden voor de omvang van de lestaak, de grootte van klassen, de inhoud van kernvakken, beoordeling van resultaten (ook per methode, schooltype, samenstelling leerlingen).

Onderwijs inhoud

  • Kinderen krijgen les in herkenbare vakken en binnen die vakken is aandacht voor cultuur en maatschappelijk relevante kwesties als mediawijsheid en gezondheid. Leren staat voor ontdekken wie je bent en begrijpen wat je rechten en plichten als burger zijn.
  • De overheid stuurt op inhoud van het geleerde in taal (Nederlands en Engels), omgang met getallen (rekenen, wiskunde) en wie we zijn en waar we vandaan komen (Nederlands, Engels, geschiedenis, maatschappijleer). Per leerjaar wordt de inhoud nog meer vastgelegd in de vorm van landelijke leerstandaarden.
  • Ontwikkeling van passend lesmateriaal voor kernvakken gebeurt nog meer in landelijke samenwerking, getoetst door experts. De kwaliteit van het materiaal wordt geëvalueerd door een onafhankelijke landelijke commissie van hoogleraren in de verschillende vakken.  
  • Naast de kernvakken is er voldoende vrijheid binnen het onderwijsaanbod om het eigen karakter van de school te benadrukken. (zie ook hieronder bij het het Bijzonder Onderwijs)
  • In de eerste jaren zullen er extra lessen in Nederlandse taal en rekenen worden aangeboden, naast extra lessen in de pre-schoolse jaren. Hiermee kan de leerachterstand bij aanvang worden verminderd.

Gezond eten en voldoende bewegen

School  zal met Partij Helder een actievere rol krijgen bij de preventie. Concreet gaat het om het aanbieden van een gezond ontbijt (waar nodig), en altijd aanbieden van gezonde lunches inclusief meer dan voldoende bewegen.

Goede gezondheid begint bij goed onderwijs. Binnen het onderwijs moet meer aandacht besteed worden aan een goede leefstijl die de gezondheid ten goede komt. Er zijn nog steeds te veel kinderen die met een lege maag naar school gaan en zelfs zonder lunch de dag moeten zien door te komen. Gezond eten draagt bij aan een gezonde ontwikkeling van de hersenen. Goede hersenontwikkeling draagt weer bij aan betere leerresultaten en zo weer aan betere kansen op de arbeidsmarkt.

Natuurlijk is het fantastisch dat individuele ouders zich opwerpen om bijvoorbeeld 80 boterhammen per dag te smeren maar deze verantwoordelijkheid mag niet meer bij de burger worden neergelegd. Dit is een essentiële taak van de overheid die erin moet voorzien dat kinderen van minder draagkrachtige ouders aangemeld kunnen worden voor een gezond schoolontbijt dat door de overheid gesubsidieerd wordt.

Ook moeten scholen de mogelijkheden krijgen om gezonde (warme) maaltijden tijdens de lunch te verzorgen. Nòg mooier is het als we in iedere school een keuken kunnen realiseren waarin leerkrachten met leerlingen samen het eten klaar maken. Zó zorgt Nederland er samen voor dat kinderen niet meer met honger naar school komen.

Herziening schooladvies

De CITO-toets werkt ongelijkheid in de hand en is voor veel (jonge) leerlingen een grote bron van stress. Wie financieel de middelen heeft om hun kinderen middels huiswerkbegeleiding en extra lessen betere testresultaten te laten halen, wint het van ouders die hiervoor niet de middelen hebben. Dit werkt in de hand dat kinderen een schooladvies mee krijgen dat niet bij hen past. Zo worden kinderen op vroege leeftijd al in hokjes geplaatst waar zij moeilijk meer uit komen.

Iedere ouder wil het beste voor zijn/haar kind. Dit mag alleen niet ten koste gaan van de kinderen die wèl de hersens hebben maar niet uit een draagkrachtige omgeving komen. Daarnaast moeten leerlingen meervoudige, en bij de leerling passende, schooladviezen mee krijgen voor zij naar het voortgezet onderwijs gaan.

Schoolkeuze maken na 2 brugjaren?

Partij Helder wil onderzoeken of het beter werkt als de definitieve schoolkeus later wordt genomen, als kinderen een beter beeld hebben gekregen van wat zij willen en kunnen doen. De schoolkeuzeleeftijd wordt dan opgeschort tot 14 jaar, dus aan het einde van het tweede brugjaar.

De CITO-toets aan het einde van de basisschool kan dan worden gebruikt als tussentijdse check om te zien waar de extra leerbehoefte van het kind ligt.

Passend onderwijs

De wet Passend Onderwijs lijkt niet te werken. Basisschoolleraren worstelen met passend onderwijs: de klassen zijn te groot en het ontbreekt leraren aan tijd en kennis om leerlingen die extra hulp nodig hebben goed te begeleiden. De wet moet worden geëvalueerd en zoveel mogelijk worden teruggedraaid, als dat nodig is.

Bijzonder onderwijs

Religieus en ander bijzonder onderwijs  is een vast onderdeel van het Nederlandse onderwijs; dat is niet in alle landen van het geval. Recent zijn er gevallen naar boven gekomen waarbij leerlingen werden geweerd op basis van seksuele geaardheid. Ook worden sommige scholen onder druk gezet door vreemde mogendheden die middels hun financiële invloed druk willen uitoefenen op de inhoud van de lessen (en daarmee ingrijpen in onze samenleving).

De zorg van Partij Helder is dat er in Nederland daardoor onderwijs wordt gegeven dat niet strookt met onze wetten, geschreven en deels ook ongeschreven. Onderwijs dient aan te sluiten bij de waarden van de Nederlandse maatschappij. Met dit voorstel volgen wij artikel 23 uit de grondwet, waarin de keuze vrijheid om een school met een eigen identiteit op te richten staat, volledig overeind blijft.

De Onderwijsinspectie zal daarom altijd inzicht moeten hebben in a) de inhoud van alle lessen en de inrichting van het onderwijs, en b) de personen en organisaties die van invloed zijn daarop, al dan niet door financiering. Een verplichte rapportage over geldstromen en lessen is nodig om dit te kunnen volgen.

Leraren

Goede lerarenopleiding

De huidige politiek concentreert zich met name op prestaties van de leerlingen wanneer het gaat om verbeteringen in het Nederlandse onderwijs en in mindere mate op hoe het vak van docent en leerkracht wordt aangeleerd.

Partij Helder vindt dat we daarnaast ook moeten investeren in de lerarenopleidingen. Het aantal leerkrachten dat niet in staat is om foutloos taal of rekenonderwijs aan te bieden groeit. En dat is jammer en demotiverend voor de studenten zelf wanneer zij tijdens de opleiding er achter komen dat er naast de opleiding nog extra cursussen gevolgd moeten worden om deze basisprincipes goed onder de knie te krijgen. Door aan de basis al meer middelen en ondersteuning te bieden aan de leraren in spe, zijn zij beter in staat om de leerlingen een goede start mee te geven.

Hierin zijn slagen te maken door onder andere in te zetten op een betere toetsing voorafgaand aan de opleiding tot leerkracht of docent in het hierop voorbereidende onderwijs. Daarna kan daar tijdens de opleiding beter op worden ingespeeld. Tenslotte is het belangrijk meer met mensen van alle lagen van het onderwijsvak in gesprek te blijven over wat zij in de dagelijkse praktijk zien waardoor het Nederlandse onderwijs nòg beter kan.

Meer waardering onderwijzend personeel

  • Werkdruk verlagende arbeidsvoorwaarden, eerlijke beloning, vakinhoudelijke kwaliteitseisen en waardering gaan weer voor plezier in het lesgeven zorgen.
  • Leraren in basis- en voortgezet onderwijs worden gelijk beloond. Deze kloof wordt gedicht door de salarissen in het onderwijs gelijk te trekken.  Het enige verschil dat zal blijven heeft dan te maken met ervaringsjaren en persoonlijke- en vak ontwikkeling, zoals dit ook gebruikelijk is in andere beroepsgroepen

Financiering

Onderzoeksbureau McKinsey berekende onlangs dat het basisonderwijs tussen de 0,5 en1,5 miljard nodig heeft om internationaal gezien weer op topniveau te komen. Het geld dat het Rijk de afgelopen jaren investeerde (1,7 miljard) werd door gemeenten weer bezuinigd (1,9 miljard). Dat wordt in deze kabinetsperiode niet meer goedgemaakt, is de verwachting.  Ook in het hoger onderwijs: daar is structureel minstens 1 miljard euro nodig om de problemen aan te pakken, becijferde WOinActie.
Wel hebben veel scholen geld op de plank liggen, dus dat zal in de evaluatie van de financiering moeten worden meegenomen, naast de relatie met de gemeente.

Krimpregio scholen behouden

De krimpregio’s in Nederland moeten duidelijk in kaart gebracht en helder benoemd worden. De kleine scholen in deze regio’s moeten voldoende gefaciliteerd worden zodat zij open kunnen blijven. Juist in deze regio’s vormen scholen de uiterst belangrijke spil in het leefbaar houden van deze gebieden.

NB: dit past ook goed bij ons plan om juist te investeren in leefbare en duurzame woon- en werkclusters in heel Nederland (zie ons plan Deltaplan Duurzaamheid, Hoofdstuk 2 Visie).

Besturen 

Ook zal moeten worden gekeken naar de verschillende bestuurslagen in Nederland, maar ook naar andere partijen die van invloed zijn op het resultaat. Resultaten van centraal ingezet beleid zijn steevast tegengesteld aan doelstellingen van goed onderwijs. Verschillende bestuurslagen, met ieder een eigen dynamiek, lijken daarvan de oorzaak te zijn. De grote bemoeienis van private partijen (adviesbureaus, arbeidsbemiddeling, huiswerkinstituten) in het algemeen vormend onderwijs vergroot de kansenongelijkheid en vereist regulering.

Bronnen:

  • Bronnen worden nog aangevuld. We hebben ons programma o.a. vergeleken met dat van BeterNL en daaruit delen overgenomen; wel verschillen we op belangrijke punten van mening, bijv. over de besturen.
  • https://www.nrc.nl/nieuws/2020/10/13/ministers-die-problemen-doorschuiven-a4015700
  • https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/opleidingsniveau-ouders-bepalender-voor-schoolloopbaan-kind-dan-migratieachtergrond~ba62f1a4/
  • https://www.volkskrant.nl/kijkverder/v/2020/eens-een-dubbeltje-altijd-een-dubbeltje~v393725/
  • https://www.parool.nl/amsterdam/leraren-trekken-aan-de-bel-passend-onderwijs-werkt-niet~ba7923ea/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F