Bestuur – democratie, lobbyen, journalistiek

Bestuur – democratie, lobbyen, journelastiek

Het samenspel van regering, parlement en rechterlijke macht functioneert onvoldoende. De verschillende onderdelen functioneren onvoldoende zelfstandig en gescheiden. Daarnaast laat de kwaliteit van de wetgeving te wensen over, ook in relatie tot de Grondwet. De Eerste Kamer is een soort Tweede Tweede Kamer geworden en zal in ieder geval het Terugzendrecht moeten krijgen, maar dat is niet genoeg om haar zich te laten beperken tot haar oorspronkelijke rol van toetsing. 

Vervolgens is er de ondemocratische inmenging van lobbypartijen, als bijv. VNO-NCW e.a. commerciële partijen, teveel een vanzelfsprekend maar verborgen onderdeel van het democratisch proces geworden. Regelmatig wordt daarbij informatie achtergehouden, worden organisaties als het RIVM onder druk gezet, worden adviezen van de Raad van State genegeerd en wordt zelfs de wet overtreden (ook weer bij het RIVM)!

En tenslotte zijn veel journalisten zo verweven met regering en parlement dat zij onvoldoende kritisch zijn geworden. 

Wij willen terug naar een zo zuiver mogelijke ‘werkverdeling’, die het democratisch evenwicht herstelt tussen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht (trias politica). Gezien het juridsiche gerommel van de regering, maar ook het feit dat de coalitie in de Tweede Kamer bereid is wetten naar de Tweede Kamer te sturen die tegen de Grondwet ingaan, zoals bij Corona-wetgeving, zal er een Constitutioneel Hof moeten komen dat concept-wetten aan de Grondwet toetst. 

We zijn tegen landelijke referenda, want deze geen lapmiddel voor een onvoldoende werkende democratie. Op gemeenteniveau willen wij het juist invoeren, naast landelijke preferenda (meer keuzes).

Daarnaast zullen platforms als Open State Foundation veel beter moeten worden bediend, voor zoveel mogelijk onafhankelijke digitale transparantie. Daarmee kunnen burgers burgers op hun beurt overheid en andere spelers in het publieke sector controleren, die met onze stem en ons belastinggeld werken.  

Het trio vindt elkaar iets te aardig

De trias politica, rolverdeling tussen regering, parlement en rechterlijke macht werkt onvoldoende. De democratische principes moeten kennelijk herbevestigd worden. Veel partijen, w.o. zelfs D66 dat zelf de referenda afschafte, zijn afgestompt of bedrijven ook ‘realpolitik’.  De zelfstandigheid van de Tweede Kamer is een belangrijk onderwerp door hun verwevenheid met lobbypartijen maar ook de te nauwe samenwerking met de regering. Achter gesloten deuren wordt er teveel samengewerkt.

Buiten de corona-periode werd er daarnaast (en dat zal binnenkort wel weer beginnen) wekelijks overlegd tussen Rutte en de fractievoorzitters,. Ministers kregen (soms te laat en soms via de media) te horen wat er over hun beleidsterrein was besloten. De Tweede Kamer wordt daarmee in feite ook buitenspel gezet, terwijl er nota bene al een uitonderhandeld en dichtgetimmerd regeringsakkoord is. Al deze strapazzen achter de schermen moeten bekend worden en door het Parlement gecontroleerd kunnen worden.

Deze driehoek werkt alleen door een gezonde afstand en daarmee spanning. De controlerende taak van onze parlementsleden kunnen we kennelijk onvoldoende aan hen overlaten. De coalitiepartners werken eensgezind aan het uitvoeren van het regeerakkoord. En de andere partijen stellen (zelfs bij een minderheidskabinet!) hun stem voor een habbekrats beschikbaar aan de coalitie om tussentijds toch nog wat invloed te hebben en mogelijk ook om in ruil daarvoor een kans te krijgen te regeren in een volgend kabinet.

Wij willen terug naar een zo zuiver mogelijke ‘werkverdeling’, die het democratisch evenwicht herstelt tussen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht (Wikipedia: trias politica).

Regering overtreedt wetten

Niet alleen achter gesloten deuren wordt er gesjoemeld met de democratie. Leden van de regering, maar ook ambtenaren op landelijk en gemeentelijk niveau overtreden regels en wetten. Soms gebeurt dit met de beste bedoelingen, bijv. om een zorginstellingen te helpen doorstarten. Andere keren gebeurt dit om de eigen doelen te bereiken, dan wel door te drukken. En dan kan het zomaar gebeuren dat een Zelfstandig Bestuurs Orgaan wordt overruled door een minister om tegen de wet in te handelen. De Bonnetjes-affaire was ook een ontluisterend voorbeeld van hoe het werkt, zelfs bij Justitie! Maar we hebben ook de WODC affaire gehad bij Justitie en recent is duidelijk geworden dat het RIVM ook onder druk wordt gezet om met wenselijke uitkomsten en adviezen te komen (Schiphol, Corona), dit terwijl de onafhankelijkheid van het RIVM in de wet is vastgelegd. Ook hier schiet het Parlement te kort in haar democratische taak.

Lobby en achterkamertjes; verplicht lobbyparagraaf

Ook de jarenlange samenspraak tussen premier en VNO-NCW, die bespraken hoe zij voorstellen door het Parlement kunnen loodsen, kon natuurlijk niet door de beugel. Recent bleek weer de invloed van de tabakslobby, maar ook onjuiste invloeden bij het Klimaatakkoord! Vanzelfsprekend is het onmogelijk lobbyen uit te roeien, en opkomen voor je belangen is op zich niet fout. Wij willen alleen dat het transparant gebeurt.

Er zal daarom een lobbyparagraaf moeten komen bij alle besluiten waar onze publieke belangen een rol spelen. Het gaat hierbij om wetten, wetenschappelijke artikelen, rapporten e.a. publieke documenten, maar ook overheidsinkoop, medicijnen e.a. hulpmiddelen. Medewerkers in de publieke sector moeten bijhouden en publiceren met wie zij gesproken hebben en in hoeverre de mening/belang van de gesprekspartners in de definitieve teksten terecht is gekomen. Hetzelfde geldt voor het melden van mogelijk belangen.

Kamerleden schijnen dit teveel gedoe te vinden. Het antwoord is simpel. Het is nodig om het weggezakte vertrouwen in het democratisch proces te herstellen. Maar ook maatschappelijke organisaties als boerenorganisaties, de bouw e.a. zouden opener moeten worden over wie er achter de schermen meebetaalt en meebepaalt!

NB: Waar nodig zal er vanzelfsprekend rekening moeten worden gehouden met de nationale veiligheid en privacy regels.

De polder staat onder water

Het aantal vakbondsleden wordt alsmaar kleiner, en tegelijkertijd wordt de macht van de lobbypartijen alsmaar groter. Een grote en behendige speler is bijvoorbeeld VNO-NCW. Kijkend naar de grote problemen in integratie, duurzaamheid, zorg e.a. wordt het duidelijk dat dit soort tango’s van VNO-NCW met regering niet heeft kunnen zorgen voor lange termijn oplossingen of versnelling. Wel heeft zij kunnen zorgen dat er de afgelopen jaren weinig stakingen waren, wat voor de werkgevers gunstig was op de korte termijn.

Met name bij de vakbonden is de ‘democratische basis’ net zo dun is als die van de politieke partijen: de meeste werknemers zijn geen lid. Er zullen daarom alternatieven moeten komen. Als werknemers bijvoorbeeld vinden dat hun CEO teveel verdient, dan zullen zij zichzelf moeten organiseren om daar iets aan te doen. De vakbonden kunnen of willen dat kennelijk niet, ondanks het feit dat de productiviteit de laatste jaren veel sterker is gestegen dan de lonen. Argumenten genoeg; de wil ontbreekt.

Platform voor journalistiek en de huidige journelastiek

De democratische beginselen kunnen daarom niet aan regering en parlement worden overgelaten. Er zal daarom een Platform voor Burgers & Democratie moeten komen, waar burgers op hun beurt overheid en andere spelers in het publieke sector kunnen controleren die met onze stem en ons belastinggeld werken. Er zullen middelen en big data, (linked) open data e.a. ter beschikking gesteld worden om deze vragen te beantwoorden. Zo zal alle informatie van de Tweede en Eerste kamer over besluitvorming en besluiten op deze manier beschikbaar moeten worden gesteld. En dit geldt eveneens voor de Begroting en de projecten die op basis  daarvan worden uitgevoerd, en subsidies die worden verleend. (zie ook ons hoofdstuk over Transparantie en Open Data)

Daarmee wordt het mogelijk voor burgers, organisaties en journalisten om verkiezingsprogramma’s en verkiezingsuitspraken eenvoudig te vergelijken met stemgedrag en uitspraken die na de verkiezingen worden gedaan. Ook zullen zij de werkelijke effecten van wetten e.a. besluiten en subsidies kunnen volgen en evalueren.

Dit Platform voor Burgers & Democratie is ook nodig omdat veel journalisten zo verweven zijn met regering en parlement dat zij onvoldoende kritisch zijn geworden. Zo accepteren zij bijvoorbeeld dat verkiezingsbeloftes en regeren los van elkaar staan. Ze denken mee met de regering en  zien politiek als arena met winners en verliezers. Of spreken vol bewondering over hoe een regering of minister iets voor elkaar heeft gekregen, of ergens mee weg is gekomen.

Dit gebeurt ook als dat op een ondemocratische manier is gebeurd of er informatie is achtergehouden of overduidelijk wordt gelogen. Hun maatschappelijke rol lijkt te zijn uitgeruild tegen een goede band met ministers en partijleiders. Ook tijdens corona is gebleken dat ook zij hun kritische rol vooral hebben gericht tegen afwijkende meningen, of die domweg hebben genegeerd of als populistisch hebben weggezet, terwijl die soms achteraf meer aandacht hadden moeten krijgen (alleen al omdat het indruk heeft bevestigd dat niet welkome meningen worden tegengewerkt).

Echt kritische vragen stellen en investeren in onderzoeksjournalistiek komt nu vooral voor bij de nieuwe journalistieke platforms als de Correspondent, Follow the Money, Jalta e.d.

NB: We hebben het hier overigens nog niet eens over de rol van de Publieke Omroepen, die bij de vorige verkiezingen, in een verkiezingsjaar dus, gratis zendtijd voor de VVD beschikbaar maakte door het Correspondent’s diner, Zomergasten en optredens bij Witteman.

Eerste Kamer

Er is meer en meer kritiek op de Eerste Kamer en een aantal partijen is zelfs voor afschaffing.

Principe en praktijk

De Eerste Kamer toetst wetsvoorstellen met name aan een aantal criteria: rechtmatigheid, uitvoerbaarheid, proportionaliteit, handhaafbaarheid en consistentie met andere wetgeving. Als er op één of meer van deze punten twijfel bestaat, heeft de senaat een aantal opties. Zij kan op de eerste plaats proberen meer duidelijkheid te krijgen, of proberen verbeteringen in het wetsvoorstel te realiseren of ze kan de wetsvoorstellen verwerpen. Dat laatste gebeurt weinig. De praktijk is alleen heel anders. Oorzaak is de Eerste Kamer zelf omdat zij een Tweede Tweede Kamer is geworden, waarin de loyaliteit aan de politieke partijen veel te belangrijk is geworden.

Eerste Kamer levert niet altijd kwaliteit

De praktijk is helaas dat de leden van de senaat ook loyaal zijn aan hun partijen. Zij laten door de coalitie voorgestelde wetten door die niet aan de genoemde toets van rechtmatigheid, uitvoerbaarheid, proportionaliteit, handhaafbaarheid en consistentie met andere wetgeving voldoen. Veel wetgeving van de afgelopen jaren had voor ‘uitvoerbaarheid’ een zware onvoldoende moeten krijgen en dat is ook gebleken (DBA/ZZP, WMO, ontslagrecht). In die gevallen zijn de senatoren dus zwaar tekort geschoten. Veel burgers hebben daar bijzonder lang onder geleden, want recent ook weer is gebleken bij de Toeslagenaffaire, waar een van de oorzaken is gelegen in de complexe wetgeving waarvoor al gewaarschuwd werd bij de discussie over de invoering.

Eerste Kamer is te politiek

Het is zelfs zo gemeengoed geworden dat de senatoren partij-gestuurd zijn dat er in het verleden is gesteld dat het huidige kabinet de moeizame relaties met de Eerste Kamer over zichzelf had afgeroepen, omdat ze nou eenmaal in de formatie-besprekingen te weinig met de samenstelling van de Eerste Kamer had rekening gehouden!

De consequentie van deze politieke houding is dat de Eerste Kamer iets deels doorlaat of probeert te amenderen op basis van stemverhoudingen van twee jaar daarvoor. De senatoren worden immers gekozen bij de provinciale verkiezingen. Dit maakt onze veel-partijen democratie er niet beter op. We hebben nu in feite een Tweede Tweede Kamer.

Het is daarom een optie om als symbolische maatregel alvast de indeling van de stoelen van de Eerste Kamer niet per partij maar op alfabet te organiseren.

Eerste Kamer is onvoldoende divers

Als dit in de toekomst zo blijft dan zal de Eerste Kamer veel meer een afspiegeling van onze diverse maatschappij moeten worden. Naast de vele witte hoogopgeleide juristen zullen er dan ook anderen moeten komen, die dan misschien de slechte wetgeving wel tegenhouden.

Terugzendrecht

Eén van de voorstellen is om de Eerste Kamer een ‘terugzendrecht’ te geven. De rol van de Eerste Kamer is onderwerp van “De staatscommissie Bezinning parlementair stelsel” geweest, en heeft het terugzendrecht voorgesteld:

De Eerste Kamer is niet gebonden aan een regeerakkoord en kan daarom een tegenwicht bieden tegen de Tweede Kamer. Op dit moment kan de Eerste Kamer wetsvoorstellen echter alleen aannemen of verwerpen. De staatcommissie stelt voor de Eerste Kamer hiernaast ook de bevoegdheid te geven wetsvoorstellen aan te passen en terug te sturen naar de Tweede Kamer. Vervolgens neemt de Tweede Kamer een definitief besluit over het voorstel. Op deze manier wordt de toevoeging die de Eerste Kamer heeft binnen het parlementair stelsel meer optimaal benut.

Dit terugzendrecht moet wat ons betreft worden ingevoerd. Helaas lost dat de kwestie niet op van een Tweede Tweede Kamer want het gaat uit van een Eerste Kamer die geen partijpolitiek bedrijft. Dit is alleen wel zo. De formulering zou moeten worden: het ‘terugzendrecht op basis van niet-partijpolitieke overwegingen’. Wat ons betreft betreft het dus alleen aanpassingen op het gebied van de genoemde criteria van rechtmatigheid, uitvoerbaarheid, proportionaliteit, handhaafbaarheid en consistentie met andere wetten. Vervolgens kan de Tweede Kamer dit opnieuw aanbieden aan de Eerste Kamer waarna het automatisch wordt aangenomen. Het voldoet dan immers aan die criteria.

Werkbaar?

Een andere optie is om sowieso de bespreking in de Eerste Kamer alleen rondom de genoemde criteria te laten plaatsvinden. En vervolgens de senatoren alleen over deze criteria hun mening te laten geven. In de praktijk zullen zij nog steeds om partijpolitieke redenen kunnen stemmen, maar zullen zij zich in ieder geval moeten verantwoorden over die criteria.

Voorlopig niet afschaffen

Ook hier proberen wij de situatie te verbeteren door maatregelen te nemen, in plaats van afschaffen. De ‘Staatscommissie Bezinning parlementair stelsel zal zijn werk moeten doen, maar voorlopig zal er ‘ dus weinig veranderen. Tegelijkertijd speelt deze issue al heel lang. Er zal daarom in de tussentijd bijzonder transparant met de besluitvorming in de Eerste Kamer omgegaan moeten worden om te bezien of maatregelen als recht van terugzending ook werken.

Constitutionele toetsing

Gezien het gerommel van de regering, maar ook het feit dat de coalitie in de Tweede Kamer bereid is wetten voor stemming naar de Tweede Kamer te sturen die tegen de Grondwet ingaan, zoals bij Corona-wetgeving, zal er een Constitutioneel Hof moeten komen dat concept-wetten aan de Grondwet toetst.

Constitutionele toetsing door de rechter houdt in dat de rechter toetst (of mag toetsen) of wetten al dan niet in overeenstemming zijn met de Grondwet. Het huidige artikel 120 van de Grondwet bepaalt dat de rechter niet mag beoordelen of wetten en verdragen in strijd zijn met de Grondwet. Nederland kent momenteel, anders dan bijvoorbeeld in Duitsland, Frankrijk en Scandinavische landen dus geen constitutionele toetsing door de rechter. De constitutionele toetsing wordt in Nederland overgelaten aan de wetgever: de wetgever, dus Tweede en Eerste Kamer en de regering, moeten er op letten dat de wetten die zij maken niet in strijd zijn met de Grondwet.” De Staatscommissie parlementair stelsel adviseerde in 2018 opnieuw om een Constitutioneel Hof in te stellen en Partij Helder neemt dat over.

Referenda: aanscherpen en uitbreiden bij gemeenten

Een referendum is geen vervanging voor een falende democratie, en ook geen oplossing. Ook zijn referenda geen antwoord op het het gevoel dat veel burgers hebben dat ze geen grip hebben op hun leven of dat de overheid niet functioneert of luistert. Onze instelling is dat de werking van de democratie verbeterd moet worden; niet om er een middel naast te zetten. Dus niet door losse issues burgers (schijn)macht geven, maar meer transparantie, kwaliteit en toezicht door burgers en bedrijven. Landelijke referenda maken het nog lastiger om te regeren gezien de coalities die in Nederland nou eenmaal nodig zijn. De vraag is ook of bij landelijke referenda de stem van ‘de Nederlandse burgers’ echt gehoord wordt, of alleen die van de actieve minderheid.

Wat theorie over referenda

Referenda op Wikipedia

Wikipedia: Referenda kunnen bindend of niet bindend zijn. Bij een bindend referendum wordt, meestal bij een hogere dan een vooraf vastgestelde minimale opkomst, de uitslag overgenomen. Bij een niet bindend of adviserend referendum wordt de uitslag beschouwd als een advies aan de volksvertegenwoordiging en kan het overgenomen worden. Dat is meestal ook het geval. Referenda zijn er daarnaast in soorten:

  • Een raadplegend referendum is een door de politiek aangevraagd referendum. Dat kan door het bestuur zijn of door de volksvertegenwoordiging.
  • Een correctief referendum is een door de bevolking aangevraagd referendum waarbij gestemd wordt over een reeds genomen besluit van de volksvertegenwoordiging. Het kan al of niet bindend zijn. In het laatste geval is het een correctief raadgevendreferendum
  • Een keuzereferendum is een referendum waarbij niet voor of tegen een bepaald voorstel gestemd kan worden, maar gekozen kan worden tussen alternatieven. Dat kan zijn aansluiting bij de ene of de andere gemeente, bouwplan A of bouwplan B, of een burgemeestersreferendum, zoals het burgemeestersreferendum in Nederland.
  • Een volksinitiatief is de mogelijkheid voor burgers zelf iets op de politieke agenda te zetten. Vaak wordt geëist dat een minimaal aantal mensen dit initiatief ondersteunen.

Huidige referenda

De huidige regels voor referenda moeten snel worden aangescherpt: de drempel bij aanvragen, opkomstpercentage en het verschil tussen voor en tegen zou omhoog moeten. We zouden kunnen afspreken dat de verhouding bijv. minimaal 60%-40% van de uitgebrachte stemmen moet zijn. Daarnaast zouden de referenda alleen moeten gaan over interne aangelegenheden. Internationale verdragen lenen zich hier niet voor. Als het met deze aanpassingen niet werkt, moeten referenda afgeschaft worden.

Referenda worden waardevoller als mensen geïnformeerd zijn en we echte discussies kunnen voeren

Bij het Brexit referendum maar ook bij het Oekraïne referendum bij ons is dat burgers het lastig vinden om precies te snappen waar het over gaat (reden waarom de tegenstanders zeggen dat je dit soort issues dus ook niet aan burgers moet vragen maar aan professionele volksvertegenwoordigers). Wij denken dat we, referendum of niet, sowieso een platform moet komen om echte discussies te kunnen voeren. Een raad van wetenschappers en journalisten waken daarbij over de kwaliteit en spelregels.

Raadgevend is dus niet meer dan raadgevend

Ook moet het ‘raadgevend’ serieus genomen worden. De regering moet gewoon vanaf het begin duidelijk maken dat het de raad ter harte zal nemen, maar misschien iets anders zal beslissen, vanuit haar democratische bevoegdheid. Bij het Oekraïne referendum had het kabinet Rutte de dag na de aanvraag moeten zeggen: ‘bedankt, maar wij gaan mogelijk iets heel anders beslissen’. Transparant. Nu heeft het zich zelf in een onnodig lastige positie gewerkt bij dat referendum door dat niet te doen, en voelde zij zich gedwongen om toch iets met de uitslag te doen.

Preferendum

Een preferendum is een ook een referendum, maar met meer keuzemogelijkheden dan ja of nee. En daarmee biedt het de mogelijkheid om beter te weten te komen wat de de verschillende wensen of meningen zijn van de Nederlandse bevolking. (Verder lezen op Wikipedia) Wij zijn voor het gebruiken van preferenda, waar mogelijk. Zo kan er, bij een gelijk effect, een voorkeur worden aangegeven voor bepaalde duurzaamheidsmaatregelen die ons allemaal raken (100 km altijd, OV goedkoper, vlees duurder of vliegticket duurder bijvoorbeeld.

Beperking tot gemeenteniveau

Uitbreiding van referenda komt er wat ons betreft voorlopig alleen voor zaken op gemeenteniveau. Daarbij is de relatie duidelijker tussen de stem die wordt gegeven en de directe consequenties voor de kiezende burger. De motieven zijn daarbij dan waarschijnlijk ook relevanter. Een motief als ‘stemmen tegen dit kabinet of de EU’, zoals meespeelde bij het Oekraiene referendum, is minder relevant bij het stemmen voor een nieuw voetbalstadion waarbij de gemeente financiële garanties wil geven.

Samenvattend

Wij zijn dus tégen landelijke referenda als lapmiddel voor een falende democratie. We kiezen Den Haag niet voor niets. Preferenda, met meer keuzen, en alleen ‘adviserend’ vinden wij beter, maar eerst moeten we leren hoe dat in Nederland kan werken. En daarom beginnen we met wel echte referenda in gemeenten. Als blijkt dat dat niet voldoende is, dan zullen we deze instrumenten verder moeten ontwikkelen.