Duurzame keuzes voor alle dag: Mijn Keus

Duurzame keuzes voor alle dag: Mijnkeus.nu

  • Veel mensen zijn bereid om goede keuzes te maken. En ook kleine dagelijkse keuzes dragen bij aan een betere wereld.
  • Het is lastig om te weten wat een goede keus is. Er zijn veel websites, social media, kranten, TV, maar ook keurmerken.
  • Met het platform MijnKeus.nu kun je makkelijk goede keuzes maken; voor jezelf, voor dieren en voor de aarde!
  • Laat je informeren en inspireren en maak dan … een ‘goede’ keus!
  • Het team van Partij Helder heeft dit platform dit jaar opgezet en heeft hiervoor met een stand op de Huishoudbeurs gestaan. Daarnaast hebben zij de website opgezet: https://mijnkeus.nu.

We worden overvoerd met informatie, tips en keurmerken

Maar we worden overvoerd met informatie over kinderarbeid, slachthuizen, CO2, stikstof, obesitas etc etc.  En het is lastig om te weten wat een goede keus is, met alle informatie op websites, social media, kranten, TV e.a. En zelfs van keurmerken zijn er zoveel dat je niet weet welke nou de beste is. Alleen al voor de categorie ‘koffie, thee, chocolade’ zijn er 17 !!! keurmerken (website Milieucentraal – keurmerken). Het is zoveel dat het  lastig is om op het juiste moment de juiste keuzes te maken.

Bedrijven en overheid kijken naar ons, burgers

Veel Nederlanders vinden dat overheid en bedrijfsleven nu eerst maar eens aan zet zijn. Dat klopt ook wel, maar in de praktijk werkt dat niet.
Bedrijven reageren het best als wij als klanten hun producten kopen. Of als we andere producten gaan kopen, bijv. een zuiniger koelkast of een keer week vegetarisch gaan eten. Daardoor zijn de schappen in de winkels veranderd; dat hebben wij dus gedaan. De overheid reageert alleen als er een crisis is of als iemand naar de rechter is gestapt. Ook daar moeten we het dus niet van hebben.
Daarom zullen wij andere keuzes moeten gaan maken. En dan volgen bedrijven en overheid vanzelf.

Wat doet Mijn Keus

Mijnkeus.nu helpt jou om jóuw beste keus te maken; voor jezelf, voor dieren en voor de aarde!
Dat doen we door al die keurmerken, rapporten en websites samen te brengen op deze website, en te vertalen naar handige lijstjes. Daarmee is Mijn Keus een portal waar je op één plek allerlei soorten producten en keurmerken kunt vergelijken. Maar je kunt hier ook kijken wat de seizoensgroenten van nu zijn, of hoe je van bank kunt wisselen.
Iedere dag weer zijn we bezig om te producten uit te zoeken of kwesties te vertalen naar de praktijk van alledag.

Wat is het doel van Mijn Keus

Ons doel is om het zo makkelijk mogelijk te maken om ‘goede’ keuzes te maken. Want elke keus draagt bij aan de verandering van het aanbod in onze winkels, en daarna in onze landbouw, visserij, veeteelt, CO2 uitstoot etc. Mijn Keus platform logo | Partij Helder

Onze stijl

Dat doen wij hopelijk op een positieve en inspirerende manier.
En ook de bedrijven, merken en producten behandelen we positief. Geen ‘naming and shaming’ maar ‘naming and faming’. En als een merk laag op een lijst staat: ‘zet hem op!’.

Mijn Keus is onafhankelijk

Mijn Keus is onafhankelijk en niet-politiek gekleurd. We kiezen zelf onze bronnen, stellen vaak zelf daaruit de lijsten samen, en we worden nooit betaald door een bedrijf of organisatie die op een van onze lijsten staat. Dat betekent dat donateurs, samenwerkende organisaties, overheden of andere belanghebbenden op geen enkele wijze invloed kunnen uitoefenen op ons onderzoek en de product scores.

Toekomst

Deze website is een uitgebreide demo-versie, om een aantal zaken te testen en voor te leggen aan jou! Dat hebben we onder andere gedaan op de Huishoudbeurs. Nu gaan we uitbreiden met meer onderwerpen. De teksten kloppen overigens allemaal, dus daar kun je gewoon van uitgaan.
Daarnaast gaan we zo snel mogelijk met experts samenwerken om een soort producten, bijv. een categorie als ‘kant en klaar maaltijden’, uit te zoeken. Ook gaan we met wetenschappers samenwerken om te controleren of we dit allemaal zo eerlijk en transparant mogelijk doen.

Raad van Advies, stichting, ANBI

Als we iets verder zijn, dan stellen we een Raad van Advies samen en zal Mijn Keus waarschijnlijk een stichting worden. Ook zullen we dan een ANBI aanvraag doen.

Partij Helder en Mijn Keus

De mensen die achter Partij Helder zitten zijn begonnen met Mijn Keus. In februari hebben zij een stand gehad op de Huishoudbeurs met Mijn Keus (https://mijnkeus.nu). Dit was om met mensen te praten over duurzaamheid, hoe we ons gedrag kunnen veranderen, wat keurmerken zijn etc. Daarna zijn zij doorgegaan met de ontwikkeling van een app en de financiering daarvoor.
Maar toen de Huishoudbeurs was afgelopen, realiseerden zij zich ook dat een platform als Mijn Keus niet genoeg is om de duurzaamheid in Nederland op gang te krijgen. En ze zagen ook dat er te weinig werd gedaan met de kansen die deze vreselijke crisis ook biedt (‘we wasted a good crisis’).
En toen hebben zij besloten toch weer verder te gaan met de partij. Deze heette vroeger Partij Bonte Koe, maar de naam is toen veranderd naar Partij Helder. “We moeten de problemen te lijf gaan zoals Nederlanders altijd hebben gedaan: pragmatisch, transparant en samen, met alle Nederlanders”. En duurzaamheid is daarbij een van de belangrijkste onderwerpen, naast de zorg, bouw, onderwijs niveau, de economie, integratie en andere onderwerpen op de politieke agenda.

Deltaplan Duurzaamheid 8: Duurzaamheid en geld

Deltaplan Duurzaamheid 8: Duurzaamheid en geld

Inleiding algemeen

Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.

Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.

Deltaplan duurzaamheid

In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.

En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.

Draagvlak

Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!

Inhoud van ons Deltaplan

Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen

Inleiding Hoofdstuk 8: Duurzaamheid en geld

Duurzame samenleving: alleen maar kosten?

Dat al die nieuwe maatregelen geld gaan kosten, is geen verrassing. Denk maar eens aan het energiezuinig maken van de eigen woning of het aanleggen van een warmtenet of de bouw van windmolens. Wie gaat dat betalen? Dat is een veelgehoorde vraag als het om duurzaamheid gaat. De framing van de klimaatmaatregelen is er helaas een van alleen maar kosten geworden (zoals ook bij de zorg, het onderwijs, lerarentekort, zorgsalarissen en vele andere onderwerpen).  Overigens is het wel zo dat de duurzaamheidsmaatregelen geld kosten, maar op de lange termijn is het goedkoper dan niets doen, en ook nu zijn er al besparingen op energie en op indirecte kosten als gezondheidszorg (minder longziekten door minder fijnstof).

We betalen nu onze rekeningen niet – en al vele jaren lang niet

Een ander punt is de vergelijking met wat we nu betalen. We hebben de afgelopen jaren geleerd dat we niet ongestraft, en onbetaald, stikstof in het milieu kunnen laten komen. We weten nu ook dat het geld kost om zo te gaan werken dat die stikstof of andere gassen niet meer vrij komen. De maatregelen om dit op te lossen komen uit de algemene middelen, maar dat zou eigenlijk bij de kostprijs moeten van de producten die in dat proces worden gemaakt. Maar dat gebeurt niet, en vanaf het begin al niet.

Langzaam wordt dus steeds duidelijker dat er consequenties zijn verbonden aan de productie van heerlijke producten als vlees, en ook dat die consequenties niet in de prijs van vlees verwerkt zijn.  Een vergelijking met de huidige kosten en prijzen is daarom niet terecht. En los van geld, kost het uitstel in de bouw, bijvoorbeeld, ‘welzijn’ voor alle Nederlanders voor wie de bouw van de woning is vertraagd.

Bedrijven zijn gelukkig al heel lang voorbereid

Bedrijven en burgers weten al heel lang dat dit speelt, en dat dit eraan komt. Vooral grote bedrijven hebben al heel lang voordelen in de vorm van ontheffingen van normen, subsidies, belastingvoordelen e.a. Een goede ondernemer heeft dit voordeel gebruikt om te investeren in verduurzaming of heeft dit gespaard om dit te gaan doen of om zijn business(model) te veranderen. Het is dus geen 0-punt waarop we grote bedrijven ineens gaan benadelen. Het is in blessuretijd dat we echt niet meer anders kunnen, en m.n. grote bedrijven heel land uit de wind zijn gehouden. Het is daarbij ook sowieso nodig want het is ook gebleken dat bedrijven (ondanks allerlei initiatieven) of ‘de marktwerking’ niet heeft gezorgd voor de noodzakelijke verduurzaming.

Kosten stijgen al

Een ander aspect is dat de klimaatverandering ons al geld kost, zowel landelijk als voor bedrijven als privé. Even dicht bij huis: door de steeds warmere zomers is de verkoop van airconditioning apparaten gestegen. Hierdoor stijgt het stroomverbruik en er zal dus, bovenop wat er sowieso aan duurzame energie moet komen, geïnvesteerd moeten worden in extra capaciteit duurzame energie.

En daarnaast zijn er de overheidsmaatregelen om investeringen te financieren of gedrag te stimuleren, zoals het verhogen van de energiebelasting en het verlagen van subsidies voor elektrische auto’s.

Kortom: we betalen nu te weinig bij veel van de producten die we kiezen, en op andere terreinen stijgen de algemene kosten al omdat de overheid tegenmaatregelen aan het nemen is.

Het kan wel, maar wel met duidelijke lange termijn keuzes

Klimaat en economie kunnen elkaar versterken, er zijn alleen duidelijke keuzes voor nodig. Het is er  nu zelfs, tijdens de corona crisis,  júist de tijd voor, en dat niet vanwege zweverig idealisme: het zal tot tastbaar betere economische uitkomsten leiden. De grootste bedreiging in de huidige economische noodsituatie is de misplaatste gedachte dat we nu even geen tijd hebben voor investeren in duurzaamheid, circulaire landbouw e.d. (Bezemer, zie Bronnen). Helaas lijkt het erop dat deze regering de kansen van de crisis niet benut, door bijvoorbeeld steun te laten afhangen van investeringen in duurzaamheid.

Bij een volgende economische crisis of pandemie is het een optie om bedrijven die sterk bijdragen aan de CO2 productie niet te steunen. Vergelijk Tata Steel in IJmuiden, waar al jaren het aantal banen daalt, maar dat wel verantwoordelijk is voor veel uitstoot en vervuiling. De steun aan KLM, zonder klimaateisen (los van de slechte onderhandelingen) zal de volgende keer wel van klimaateisen moeten worden voorzien.

Spelregels

Het is tekenend dat onze minister van EZ niet genoeg duurzame energie heeft weten te realiseren, en dus moeten wij investeren in een ander land door daar groene stroom(rechten) in te kopen om geen EU boete te krijgen. En in het algemeen is Nederland veel te vraag met de transitie.

Wat Partij Helder betreft hebben we niet meer de tijd om het perfecte moment te kiezen om ‘in te stappen’ in de verduurzaming van Nederland. We moeten gewoon nu beginnen. De noodzaak ligt voor de hand, nu kunnen we nog keuzes maken, en de kosten komen toch. Maar .. als we het goed doen komen er ook veel besparingen en zelfs baten.

De spelregels zijn dan:

  • zo snel mogelijk zo duurzaam mogelijk worden
  • zoveel mogelijk gaan innoveren
  • zoveel mogelijk energie maar ook geld besparen
  • zoveel mogelijk banen daarbij zullen ontwikkelen; en waar nodig een goede overgang regelen naar andere banen
  • met een eerlijke verdeling van kosten en opbrengsten tussen burgers, organisaties en bedrijven
  • met zoveel mogelijk draagvlak, o.a. door 100% transparantie over de lusten en lasten van burgers, bedrijven, organisaties en overheden.

Eerlijke verdeling

Uitgangspunten

Elke burger en elke organisatie of bedrijf in Nederland koopt producten of diensten, van koffie tot vliegreizen. En elk van ons is daarmee verantwoordelijk voor de uitstoot van CO2 en andere klimaatgassen, maar ook voor effecten op de gezondheid van mensen als op het welzijn van dieren, en dit alles zowel in Nederland als in de landen waar onze grondstoffen of producten vandaan komen. En elke burger en elke organisatie of bedrijf in Nederland kan duurzamere keuzes gaan maken, of die geld kosten of niet.

Om dit ‘project’ te laten slagen is draagvlak nodig. En daarvoor zijn onze uitgangspunten als volgt:

  • Er komt een eerlijke verdeling van kosten, waarmee de verduurzamer verdient (of bespaart) en de vervuiler betaalt
  • We gaan de echte prijzen betalen (true cost/true price), dus inclusief de kosten voor het bestrijden van de schadelijke effecten of het vergroten van het dierenwelzijn etc.
  • Er komt een eerlijke verdeling en verrekening met mensen en natuur in de landen waar onze grondstoffen of (half)producten vandaan komen
  • Er komen pas ‘ontmoedigingsmaatregelen’ als er vergelijkbare (en betaalbare) duurzame alternatieven zijn. Dus rekening rijden wel voor grotere diesel- en benzine-auto’s, maar niet voor midden- en kleine, zolang de elektrische modellen voor veel mensen nog niet te betalen zijn.
  • Er komt volledige transparantie over wie wat betaalt of ontvangt aan subsidies, kortingen, speciale tarieven etc.

Verminderde keuzevrijheid en prijzen

Een heel ander aspect van de toekomstige ontwikkeling is dat we meer en meer te maken krijgen met maatregelen die gelden voor het hele land (bijv. op basis van het Klimaatakkoord) of de hele stad, of een bepaalde wijk. Vanaf 2030 is het verplicht om de eigen woning te isoleren, maar dat gaat, zoals in de plannen staat, wijk voor wijk plaatsvinden (alle Nederlandse gemeenten moeten eind 2021 met een plan van aanpak komen). Ook op het gebied van warmte en stroom komen er meer en meer gemeenschappelijke oplossingen.

Nu kunnen burgers kiezen voor hun energieleveranciers. Straks zal een groot deel van ons daar geen invloed meer op hebben. En ook de beslissing voor het moment dat de woning of het bedrijf overgaat op een duurzamer warmtenet of meer isolatie ligt straks helemaal of deels bij de gemeente.

Er moet namelijk heel veel gebeuren, en dus kan niet alles tegelijk. Dat betekent dat je bedrijventerrein of woning misschien pas in de jaren 2030 aan de beurt is, en dat je nog jarenlang in suboptimale energie-omstandigheden blijft leven of werken. Dit kan ook komen omdat gemeente niet competent genoeg is of dat er tegenstrijdige belangen zijn bij de verschillende wethouders. En dus kan het gebeuren dat men in wijk 1 al over is naar een centraal verwarmde goed geïsoleerde woning, terwijl de woningen in wijk 2 pas veel later aan de beurt zijn. En als de overgang dan heeft plaatsgevonden is de burger of het bedrijf gebonden aan een warmte- of energieleverancier die niet zelf gekozen is, bijv. op prijs of service. De zo geprezen marktwerking is dan ver te zoeken (de gemeente zal een soort aanbesteding doen, maar de vraag is hoeveel echte keus er is).

Het lijkt daarom niet redelijk om de prijzen van die warmteleveranciers over te laten aan een nogal indirecte markt, waar individuele draagkracht en klanttevredenheid nauwelijks een rol zullen spelen. Daarbij zijn er, is recent gebleken, nog veel onzekerheden en aanloopproblemen, die mogelijk financiele consequenties hebben.

Partij Helder wil daarom de optie onderzoeken of het het meest klant-, maar ook marktgericht, is om de prijzen centraal voor heel Nederland vast te stellen. Voordeel is dat de leveranciers hun best moeten doen om met die prijs toch een goed product te leveren en te excelleren in klantvriendelijkheid. En de burgers en bedrijven weten waar ze aan toe zijn en betalen allemaal dezelfde solidaire prijs. Pas als de projecten zijn uitgevoerd en het stof is neergedaald, kan dat weer worden losgelaten.

Eerlijke verdeling van kosten tussen burgers en MKB <-> grote bedrijven

Er zouden bij het Klimaatakkoord een eerlijke verdeling van de kosten en baten komen, zodat burgers en kleinere bedrijven niet opdraaien voor de kosten van grote vervuilers zoals de veehouderij, de scheep- en de luchtvaart. Helaas is dat niet het geval bij het Klimaatakkoord:

  • Burgers <-> bedrijven: Het bedrijfsleven is verantwoordelijk voor 80% van de uitstoot in Nederland, maar betaalt niet eens de helft, dus minder dan 50%,  van de milieubelasting die de staatskas ingaat.
  • Kleine bedrijven <-> grote bedrijven: Minister Wiebes beloofde de Tweede Kamer dat de industrie haar eigen vergroening betaalt, waarbij de rekening komt te liggen bij de grootverbruikers.  De 12 grootste vervuilers zijn ook grootverbruikers. Uit een vergelijking blijkt dat deze 12 grootste bedrijven minder dan 20 % van de subsidie opbrengen. Dat komt door een zeer laag belastingtarief en een reeks van vrijstellingen. Kleinere industriële bedrijven betalen ruim 80 % van de subsidiepot voor industriële vergroening, terwijl zij veel minder uitstoten en nauwelijks gebruik kunnen maken van dit geld. Het gaat vooral om mkb-bedrijven. Het is niet uit te leggen dat juist de grootste vervuilers het geld van kleinere fabrikanten mogen gebruiken om bijvoorbeeld hun CO2 onder de grond te stoppen. Zij moeten hun eigen verduurzaming betalen.
    • Uitgangspunt van Partij Helder is alle bedrijven CO2 heffing gaan betalen naar mate van uitstoot. Er komt een korte overgangsperiode, waarin alle vrijstellingen en subsidies vervallen. Als er door bedrijven al bijv. ETS rechten zijn gekocht, dan is die heffing aanvullend. Daarmee komt er meer geld in de pot, waarmee iedereen de verduurzaming kan betalen.
    • Transparantie: En er moet volledige transparantie komen over wie wat aan CO2 uitstoot, aan heffingen betaalt en aan subsidies of kortingen ontvangt.
Grafiek - Opslag duurzame energie per ton CO2 per sector | Partij Helder

Bron: www.duurzaam-ondernemen.nl

Gelijk speelveld

Een veel gehoord argument is dat maatregelen pas kunnen als er een gelijk speelveld is tussen alle concurrenten. Vanzelfsprekend is het belangrijk dat er een gelijk speelveld, maar dat speelt alleen voor bedrijven die ook daadwerkelijk concurrenten hebben in dezelfde markt die alleen maar op prijs concurreren (en bijv. niet op kwaliteit of levertijd of product kenmerken).

Burgers <-> bedrijven: gelijkheid in energiebelasting?

In Nederland betalen we nu bovenop de kale energieprijs een Energiebelasting (EB) en een Opslag Duurzame Energie (ODE), en daarbij nog de BTW. Op het eerste gezicht dragen als maar hogere belastingen op energie bij aan zowel het vullen van de schatkist als aan het terugdringen van verspilling.  Hoge belastingen stimuleren gebruikers om te besparen. Hoe hoger de prijs, en het volume, hoe meer je kan verdienen met besparingsmaatregelen. Nu iedereen het belang wel inziet van energiebesparing én het terugdringen van CO2-uitstoot, zou je verwachten dat de energiebelasting in Nederland is ingericht volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Helaas is dat niet het geval.

  • Ten eerste: bedrijven betalen veel lagere energiebelasting dan burgers
    • bedrijven betalen lage energiebelastingtarieven, een ook nog regressief (hoe meer verbruik, hoe lager de belasting). Dit stimuleert ze al niet om energie te besparen, want hoe hoger de prijs, hoe groter de besparing.
    • daarnaast is het gemiddeld voor zo dat besparingsmaatregelen voor huishoudens relatief duur zijn, terwijl ze voor grootverbruikers relatief goedkoop zijn. Dus terwijl het voor hen het goedkoopst is, is de energiebelasting en dus de energieprijs zo laag, dat besparen niet per se aantrekkelijk is;
    • Nederland zou moeten investeren in energiebesparing waar dat het goedkoopst is. en dat is dus in de eerste plaats bij de (industriële) grootverbruikers en pas als het echt niet anders kan bij huishoudens.
    • Ons voorstel is daarom om het belastingtarief vlak te maken. Dat is eerlijker en de besparingsstimulans komt op de plek waar besparingen het makkelijkste en goedkoopst zijn en het meest opleveren, namelijk bij de grootverbruikers. Op termijn kan het nodig zijn om het tarief progressief te maken (hoe meer verbruik, hoe hoger de prijs). Indien nodig of mogelijk kan het basistarief dalen.
  • Ten tweede: de belastingvrijstelling voor energierekening  
    • de belastingvrijstelling (over het eerste stukje van je energierekening hoef je als het ware geen belasting te betalen) had de afgelopen jaren moeten meegroeien met de stijging van de belastingen op aardgas. Juist mensen met lage inkomens zullen immers geen middelen hebben om op hun gasverbruik te besparen, terwijl gas als maar duurder wordt. Dat is niet gebeurd, terwijl dit juist voor de kleine gebruikers uitmaakt.
    • Ons voorstel is om die uitgebleven groei van de vrijstelling goed te maken en voortaan te laten meestijgen met de belastingverhogingen op energie.

Gelijkheid tussen Nederland en armere landen

Eén thema is in de discussie over duurzaamheid nog nergens aan de orde geweest: het verdelingsvraagstuk, een soort van nivellering tussen landen. In Parijs hebben rijke landen niet alleen hun verantwoordelijkheid uitgesproken voor het behalen van de klimaatdoelen in eigen land, maar ook ondubbelzinnige steun toegezegd aan armere landen die zwaarder worden getroffen, maar veel minder hebben bijgedragen aan het ontstaan van het klimaatprobleem.

Nederland zal niet alleen moeten zorgen dat zijn eigen energie schoon wordt, maar ook mede opdraaien voor de kosten van landen die zich zo’n transitie niet kunnen veroorloven. En Nederland moet niet alleen zijn eigen dijken klimaatbestendig maken, maar ook bijdragen aan die in Vietnam en Bangladesh.

Auto rijden

In Hoofdstuk 3 Energie, wonen, werk, vervoer bespreken we hoe maatregelen rondom rekening rijden, subsidies, accijns en bijtelling eerlijk kunnen worden toegepast. Wat ons betreft moet hierbij rekening worden gehouden met de beschikbaarheid van zaken als betaalbare kleine elektrische auto’s, snelbussen naar bedrijventerreinen en voldoende woningen zijn op redelijke afstand van waar mensen werken.

Gelijke toegang tot duurzame maatregelen

De laatste maatregelen die zullen zorgen voor draagvlak zijn:

  • Lusten: rekening houden met een gelijke ‘toegang’ tot energiebesparende maatregelen en de opwekking van duurzame energie. Zo zijn de voordelen van veel isolatiemaatregelen alleen haalbaar voor midden- en hogere inkomens of voor huiseigenaren. Nu gaat er, door groene politiek met subsidies voor zonnepanelen van woningbezitter dus geld naar hen toe. De huurder krijgt dat niet, en heeft zowel de voordelen als de subsidie niet. Idem het geld dat gaat naar mensen die zich een elektrische auto kunnen veroorloven of leaserijder zijn en grotere modellen (nu nog) kunnen veroorloven (het omgekeerde Robin Hood-effect).
  • Lasten: rekening houden met gelijke nadelen van prijsstijgingen om gebruik van bijv. gas te ontmoedigen. Wanneer energie duurder wordt, betalen we allemaal meer om onze huizen te verwarmen. Maar doordat de armen een groter deel van hun inkomen aan energie uitgeven, treft een prijsstijging hen relatief het zwaarst.
  • Verrekenen: het is daarom een optie om bij subsidies of tarieven rekening te houden met verschil in inkomen of met de waardevermeerdering van de eigen woning door duurzame maatregelen. Het meest eenvoudig is mogelijk om de overdrachtsbelasting  afhankelijk te maken van het Energielabel van het huis. Tegelijkertijd willen we zeker niet nog een soort ‘toeslag’ !

Bronnen en reacties

Bronnen

Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering. En van andere partijen, zoals hier een aantal paragrafen van de Partij voor de Dieren.

We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.

Reacties

Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!

Deltaplan Duurzaamheid 7: Landbouw en veeteelt

Deltaplan Duurzaamheid 7: Landbouw en veeteelt

Inleiding algemeen

Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.

Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.

Deltaplan duurzaamheid

In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.

En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.

Draagvlak

Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!

Inhoud van ons Deltaplan

Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen

Inleiding Hoofdstuk 7: Landbouw en veeteelt

Van Neerland’s trots naar discussiepunt

Helaas zijn onze boerderijen de laatste jaren steeds meer een onderwerp geworden van heftige discussies. Vooral door het uitstelgedrag van de regeringen van de afgelopen 10 jaar zijn nu kritische waarden bij stikstof, fosfor, pfas e.a. overschreden en worden noodmaatregelen genomen. Dat laatste eigenlijk vooral omdat deze worden afgedwongen door de rechter, niet omdat de regering zelf de maatregelen geleidelijk aanscherpt bijvoorbeeld.

Maar onder de oppervlakte zitten opvattingen en zorgen over dierenwelzijn, insectensterfte, grootschaligheid, de kwaliteit en prijs van voedsel, de toekomst van boeren en hun gezinnen, het wereldvoedselvraagstuk, de natuur, het landschap en de economie. En meningen lijken te veranderen. Zo is kennelijk een meerderheid van de Nederlanders voor het verminderen van het aantal dieren. Overigens eten we nog steeds evenveel vlees als tien jaar geleden.

Partij Helder pleit voor een lange termijn evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. In dit concrete geval betekent dat een overgang naar zo duurzaam mogelijke landbouw, met een goede toekomst die financieel zeker en aantrekkelijk is voor onze boeren.

Visie: voorkeurszones

Hier geldt het probleem van de beperkte ruimte die we als land hebben vooral, want de landbouw neemt de helft van het Nederlandse grondgebied in beslag en drukt dus een zware stempel op die omgeving. Eerder al hebben we, in Hoofdstuk 2 Deltaplan Duurzaamheid: het plan zelf en onze visie, gesproken over het indelen van Nederland in de  voorkeurszones 1) wonen en werken en mix, 2) natuur, 3) water, en 4) boerderijen (agrarische zones).

Voor de agrarische strook door Nederland heen betekent dat dus dat daar landbouw en veeteelt optimaal zouden kunnen gedijen, en eventuele schadelijke uitstoot minder invloed heeft op mensen en natuur. In die agrarische voorkeurszone kun je aangegeven waar wat plaatsvindt, bijvoorbeeld welke type melkveehouderij met welke mate van beweiding en welke landschapsopgaven, zoals divers grasland en weidevogelbeheer. En daarmee krijg je verdere specialisatie van agrarische gebieden in het meest vruchtbare deel van Nederland, door uitruil en concentratie van landbouwgebieden. Voordeel: goede landbouw op de goede plek kan met de helft van het huidige areaal evenveel produceren als nu – daar is maar 20% van de huidige input van pesticiden en kunstmest voor nodig.

Zo grazen runderen en schapen in de kringlooplandbouw van gras en kruiden op grasland dat ongeschikt is voor het telen van voedsel. En gaandeweg kan de landbouw geconcentreerd worden op de meest vruchtbare klei- en zavelgronden (zand en klei) in een strook van Zeeuws-Vlaanderen en West-Brabant en de rijke graslanden in het westen via de Flevopolders tot in Friesland en Groningen. Vanzelfsprekend blijven er in andere gebieden ook boerderijen, maar door dit uit te voeren ontstaat er meer ruimte voor zowel steeds duurzamere landbouw en veeteelt, als, in andere voorkeurszones, woningen, natuur en waterbeheer.

Huidige landbouw en bio-industrie

Na de oorlog werd de voedsel- en vleesproductie geïndustrialiseerd. Door ruilverkaveling en specialisatie ontstonden er bedrijven die efficiënter voedsel en veevoer konden produceren. Ook in de melkveehouderij werd sterk gemechaniseerd en geautomatiseerd.

Problemen van de traditionele veeteelt

Bio-industrie, vee-industrie of intensieve veehouderij is de industrie die met de hoogst mogelijke efficiëntie dierlijke producten produceert. Kenmerken van de bio-industrie zijn dan ook de hoge arbeidsproductiviteit, hoge dierdichtheid, en hoge mate van schaalvergroting, specialisatie, mechanisering en automatisering. Nederland heeft, op ons kleine stukje land, een relatief grote veestapel vergeleken met andere landen.

Die efficiëntie staat op gespannen voet met

  • mensen: onze gezondheid, door kwesties met antibiotica resistentie, overdraagbare virussen als Q koorts
  • dieren: het welzijn van de gehouden dieren, door fysieke ingrepen en genetische veredeling aangepast aan bedrijfseconomische eisen (zie ook Hoofdstuk 4 Dieren: vrienden en voedsel)
  • natuur en milieu: de grote veestapel zorgt voor een grote milieu-impact. De bio-industrie heeft een negatieve invloed op lucht, water en bodem door uitstoot van nitraat, fosfaat en ammoniak. Voor de productie van 1 kg rundvlees is 15.500 liter water nodig, voor varkensvlees is dat 4.800 en kip 3.900 liter/kg. En koeien produceren bijv. grote hoeveelheden van de broeikasgassen koolstofdioxide, methaan, stikstofoxide en lachgas. De veeteeltsector zou zelfs voor een flink deel verantwoordelijk zijn voor door mensen veroorzaakte opwarming van de aarde,

Vanaf de tweede helft van de 20e eeuw werd dit in toenemende mate erkend als een ecologisch probleem waar iets aan diende te worden gedaan. Daarentegen is het uitbreiden van de veestapel economisch gunstig voor de landbouwsector.

Problemen van de traditionele landbouw

Al langere tijd, maar zeker sinds de jaren 1970, wordt gezien dat de (gangbare) landbouw ook niet duurzaam is. Veevoer, kunstmest, fossiele brandstoffen komen terecht in de bodem, het water, de lucht. Belangrijk daarbij is stikstof, door intensief gebruik van producten die voor neerslag van stikstof zorgen, die in verschillende chemische verbindingen in de bodem, het water, de lucht terecht komt. Ook hier staat dus de efficiëntie op gespannen voet met:

  • mensen: ongezond voor mensen door uitstoot en gebruikte bestrijdingsmiddelen
  • natuur en milieu: belast het milieu en tast biodiversiteit en het landschap aan en doet een te groot beroep op grondstoffen, water en energie. In de Natura2000-gebieden maar ook andere gebieden is er veel te grote hoeveelheid stikstof nog los van andere stoffen (in 70 procent van de Natura 2000- gebieden wordt de kritische waarde overschreden, vaak vele malen).

Als gevolg hiervan is al in de jaren 1970 de alternatieve landbouw ontstaan, wat nu aangeduid wordt als biologische of biologisch-dynamische landbouw. Belangrijkste kenmerken van deze alternatieve vormen van landbouw is dat ze geen kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken.

Beleid tot nu toe

De overheid heeft in principe wel gekozen voor een transitie naar duurzamere landbouw en veeteelt, maar ook hier stelt de overheid zich op afstand, en vindt dat de markt zijn werking moet doen. Als duidelijk wordt dat er maatregelen nodig zijn, worden deze ook wel genomen. Meestal gaat dat om beperkingen in de manier waarop de boerenbedrijven mochten werken. Maar deze worden meestal pas genomen als het probleem te groot wordt, en pas dan worden de geleidelijke maatregelen en adviezen ineens omgezet in geboden en verboden. In de praktijk gaat het om te late en te kleine en te vrijwillige maatregelen, waardoor bijv. er in de bouw op de rem wordt getrapt vanwege de stikstof maatregelen.

Duurzame landbouw en veeteelt

Probleem: verschillende belangen in een klein landje

De basiskwestie is de vraag hoe ons land ruimtelijk en economisch ingericht moet worden om te voldoen aan maatschappelijke wensen, en tegelijk de toonaangevende positie van een krachtige en innovatieve Nederlandse agrarische sector kan behouden. De sector neemt de helft van het Nederlandse grondgebied in beslag en drukt dus een zware stempel op die omgeving.

De huidige situatie met beperkingen en protesten is een logisch gevolg van de complexiteit van de vraagstukken in een dichtbevolkt land, waar ruimtelijke en economische belangen botsen, met een overheid die zich niet wil branden aan lange termijn oplossingen. Het nadeel voor de boeren is dat er onvoldoende perspectief is, zowel om gemotiveerd hun bedrijf te kunnen voeren, als ook om aan een zekere financiele toekomst te kunnen bouwen.

Voorkeurszones  – we hebben het al een keer gedaan

In de Inleiding beschreven al onze visie m.b.t. de geleidelijke migratie van boerenbedrijven (voor zover ze daar niet al staan) naar voorkeurszones waar landbouw en veeteelt optimaal zouden kunnen gedijen. De andere voorkeurszones 1) wonen en werken, 2) water en 3) natuur ondervinden daar dan geen of minder de lasten van.

En we hebben in het verleden al laten zien dat het kan: na de oorlog ontstond vanuit de noodzaak voor voedselvoorziening en geholpen door het Marshall plan de grote ruilverkaveling. Dat kunnen we nu ook weer doen, ook weer voor onze voedselvoorziening en voor deze bloeiende industrie, maar wel binnen de regels van de duurzaamheid.

Lange termijn afspraken maken met de boeren

Het doel is hier duurzame landbouw en veeteelt, d.w.z. evenwicht tussen belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. Dat is daarmee voor ons de overkoepelende term voor hoe boerderijen van de toekomst moeten gaan werken. Daarbij moeten de boeren duidelijke en scherpe doelen krijgen voor biodiversiteit, bodem, water, landschap, klimaat en dierenwelzijn, maar ook financiele zekerheid tijdens de transitie. In deze lange termijn afspraken, deze ‘door anderen al geformuleerde, ‘New deal’ krijgen boeren een eerlijk en voldoende inkomen ontvangen voor

  • mensen: het produceren van gezond voedsel;
  • lokale kringloop: goede circulariteit (Kringlooplandbouw), wat inhoudt dat de agrariër probeert de uitstroom en instroom van de hulpbronnen gelijk te houden, en dat er geen tekorten optreden. Dit betekent mest gebruiken, zelf water zuiveren, energie opwekken en op streekniveau streven naar een kringloop van voedingstoffen. Verder grazen runderen en schapen in de kringlooplandbouw van gras en kruiden op grasland dat ongeschikt is voor het telen van voedsel. Zoals in Nederland de veenweidegebieden. En een gewassen-rotatieschema van 7 jaar tegen de bodemuitputting;
  • dieren: uitgaan van dierenwelzijn, waarbij dieren voldoende ruimte krijgen en hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen (zie ook Hoofdstuk 4 Dieren: vrienden en voedsel);
  • natuur en milieu: het zorgen daarvoor, door schoon water, schone lucht en een natuurlijke bodem door zo min mogelijk gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest en geen genetisch gemodificeerde organismen. Daarnaast een aantrekkelijk, toegankelijk, biodivers landschap, door te zorgen voor natuurbehoud binnen en buiten het bedrijf.

Samen met de boeren

Als samenleving vragen we veel van boeren, we moeten dan ook de daad bij het woord voegen en de gewenste veranderingen mogelijk maken, via nieuwe verdienmodellen en de juiste ondersteuning.  De overheid moet boeren helpen om de omslag te maken. Concreet betekent dit de volgende spelregels:

  • Prijs: boeren krijgen een goede prijs voor hun producten én de diensten die zij verrichten zoals als natuurbeheer
  • Duidelijkheid: heldere doelen en lange termijn duidelijkheid. En dus werken vanuit een plan, en niet met noodmaatregelen, zodat de boer-ondernemer met een gerust hart kan investeren.
  • Overheid: de overheid neemt ook haar verantwoordelijkheid voor een duurzame transitie
    • Stimuleren van overgang naar zoveel mogelijk duurzame landbouw. Net als bij huizen en bedrijven zoals besproken in Hoofstuk 3 Energie, wonen, werken ook hier de spelregel
      • duidelijke spelregels, goede vergoedingen
      • een nieuwe boerderij is een duurzame boerderij, in een optimaal geschikt gebied
      • overnemen is 1) verduurzamen, waar mogelijk, of 2) ruilverkavelen naar een beter gebied of 3) stoppen (met een uitkoopsubsidie)
    • Stimuleren van de markt voor producten van duurzame landbouw en veeteelt
      • nu zijn duurzame producten over het algemeen duurder.
      • wij zijn voor 0% BTW op in Nederland geteelde en verkochte duurzame producten. Waar dat financieel mogelijk is ook voor in het buitenland verkochte duurzame producten.
      • deze regeling wordt geleidelijk beperkt tot producten met een steeds beter duurzaamheidskeurmerk (belangen mensen, dieren, aarde). Er wordt hiervoor een redelijke overgangsperiode gekozen die de agrarische bedrijven de gelegenheid geeft om om te schakelen.
      • het beoogde effect is dat de niet duurzame producten zich uit de markt prijzen en dat het voor onze boeren aantrekkelijker wordt om de overstap te maken. Nu starten boeren soms met duurzame kippen of een ander product, om daar dan na een paar jaar mee te moeten stoppen vanwege te weinig vraag.
    • Regie om de andere spelers in de markt (leveranciers en banken) ook te stimuleren om in de transitie mee te gaan
    • Keurmerk: er komt bij voorkeur 1 keurmerk dat de wirwar aan al dan niet duurzame keurmerken vervangt. Daardoor is het voor de de consumenten duidelijker wat zij precies (willen) kopen en voor de boeren duidelijker waaraan zij moeten voldoen en hoe groot de markt daarvoor is.

Draagvlak

Willen boeren die omslag wel maken?

Veel boeren geeft aan de omslag wel te willen maken. Ze willen die ratrace van productieverhoging waar ze nu inzitten helemaal niet meer. Het probleem zit hem misschien wel meer bij de de markt, leveranciers en bij de banken. Er zal dus ook met leveranciers en banken gesproken moeten worden over hun rol. Hierboven werd al genoemd dat de overheid een belangrijke rol heeft. Door hier duidelijk de regie te nemen, zorgen zij voor een context waarin de boeren de omslag makkelijker kunnen maken.

De mix gaat veranderen

Vanzelfsprekend zullen er nog vele jaren traditionele boerenbedrijven blijven, maar de mix zal hierdoor de komende jaren al veranderen. De huidige uitkoopregelingen hebben laten zien dat het soms snel kan gaan. De boeren die voor de lokale markt produceren kunnen de transitie sneller maken, omdat we hen in Nederland met de hierboven genoemde maatregelen veel sneller een aantrekkelijke en duurzame markt kunnen bieden.

De huidige boerderijen die willen exporteren en concurreren op de algemene wereldmarkt zullen ongetwijfeld blijven, maar ook hier zal de transitie worden ingezet. En dat wordt dan dus concurreren op de duurzame wereldmarkt.

Bronnen en reacties

Bronnen

Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering.

We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.

Reacties

Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!

Deltaplan Duurzaamheid 6: Natuur en milieu

Deltaplan Duurzaamheid 6: Natuur en Milieu

Inleiding algemeen

Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.

Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.

Deltaplan duurzaamheid

In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.

En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.

Draagvlak

Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!

Inhoud van ons Deltaplan

Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen

Inleiding Hoofdstuk 6: Natuur en milieu

In dit hoofdstuk gaat het om onze natuur en ons milieu. In hoofdstuk 2 hebben we al gesproken over het indelen van Nederland in ‘voorkeurszones’ voor 1) wonen en werken en mix, 2) natuur, 3) water en 4) boerderijen (agrarisch). Voor de agrarische strook door Nederland heen betekent dat bijvoorbeeld dat daar duurzame landbouw en veeteelt optimaal zouden kunnen gedijen, en eventuele schadelijke uitstoot minder invloed heeft op mensen en natuur. Voor  de Natuur en Milieu gebieden (w.o. de al bestaande ecologische hoofdstructuur) betekent dit eigenlijk hetzelfde, maar daar worden dan de hoogste eisen aan gesteld v.w.b. duurzame ontwikkeling en beheer.

Wat is Natuurbescherming

Onder natuurbescherming verstaat men het beschermen van bepaalde elementen van de natuur, in het bijzonder cultuur-historisch belangrijke of oorspronkelijke landschappen, bedreigde levensgemeenschappen, dier- en plantensoorten, biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen. Ook het tegengaan van bedreigingen en terugbrengen van een situatie in een oudere (oorspronkelijke) staat rekent men ertoe.

Terreinbeheer

Op het gebied van het beheren van natuurreservaten zijn de volgende organisaties van groot belang. Samen beheren ze bijna al het Nederlands natuurgebied:

  • Staatsbosbeheer – de grootste
  • Provinciale Landschappen, een samenwerkingsverband van particuliere natuurterrein beherende instanties op provinciaal niveau. De Stichting de12landschappen is de tweede grootste.
  • Vereniging Natuurmonumenten, de oudste particuliere beheerder
  • Drinkwaterbedrijven, de vierde

Waarom natuur beschermen?

Op het land

In Nederland staan natuur en biodiversiteit onder grote druk. Natuurgebieden worden opgeofferd voor asfalt, bedrijventerreinen en stedenbouw. Vermesting en verdroging, vooral als gevolg van de intensieve landbouw en de vee-industrie, brengen de overgebleven natuur veel schade toe. Van de oorspronkelijke biodiversiteit is in Nederland nog slechts 15% over. Meer dan 80 procent van de speciale beschermingszones (de zogenaamde Natura 2000-gebieden; zie hieronder) bevindt zich in slechte staat.

Ook uit onze directe woonomgeving is veel natuur verdwenen, en dat terwijl groene steden en dorpen een belangrijke functie hebben in de gezondheid en het welzijn van mensen en dieren.

In het water

Ook de natuur in de Nederlandse wateren is er slecht aan toe. Landbouwgif en meststoffen in rivieren, sloten en meren verstoren de ecologie onder water. Overbevissing heeft de Noordzee en de Waddenzee ernstig aangetast. Visserijtechnieken waarbij de bodem van de zee wordt omgeploegd om vissen in de netten van vissers te jagen, brengen grote schade toe aan de zeebodem. Veel vissoorten worden met uitsterven bedreigd.

Natura 2000 gebieden

Algemeen

In Europa heeft elke lidstaat gebieden aangewezen, de Natura 2000-gebieden, met een beschermde status. In deze gebieden moet je zorgen voor een, zoals het heet, gunstige staat van instandhouding. Een van de voorwaarden is dat je de stikstofdepositie onder een bepaalde waarde brengt, de kritische depositiewaarde.”

Kritische depositiewaarde: wat is dat?

Boven die waarde heb je kans op negatieve effecten, en die kans neemt toe met de duur en de grootte van de overschrijding. Voor hoogveen ligt die waarde vrij laag, op 5 kilo per hectare per jaar. Ook duingebieden en kruidenrijk grasland hebben een lage drempel. Bossen zitten tussen de 15 en 30 kilo. In Nederland bedraagt de depositie nu, gemiddeld, zo’n 22 kilo per hectare per jaar.

De huidige stikstofcrisis

In 70 procent van de Natura 2000- gebieden wordt de kritische waarde overschreden, vaak vele malen. Dit laat zien dat de huidige natuurbescherming volstrekt onvoldoende is. De binnenlandse landbouw heeft in die depositie veruit het grootste aandeel, ruim 40 procent – het varieert iets van jaar tot jaar. Vandaar dat er voor oplossingen vooral naar de landbouw wordt gekeken.

Overige natuurgebieden: net zo belangrijk

De huidige stikstofcrisis beperkt zich tot de neerslag (depositie) van stikstof in beschermde Natura 2000-gebieden, vooral ook omdat die juridisch beschermd zijn in de EU. Maar de te hoge depositie en de verarming van de biodiversiteit gaat op voor alle natuur in Nederland, vooral die op het platteland.

Uitgangspunten

Partij Helder vindt dat we beter en slimmer moeten omgaan met het kleine landje dat we nu eenmaal hebben.

  • Natuur blijft natuur: de natuur die we nog over hebben in Nederland, natuur moet blijven.
  • Staatsbosbeheer en haar natuurgebieden moeten niet geprivatiseerd of verzelfstandigd worden (op basis van de ondertussen ouderwetse opvatting dat privatiseren betekent dat iets verbetert en goedkoper wordt)
  • Vergunningen: de vergunningplicht voor activiteiten in en rond beschermde natuur moet weer volledig verankerd worden in de wet. Zodat plannen voor activiteiten of projecten die ten koste gaan van bestaande natuur, alleen doorgang kunnen vinden als er een aantoonbare bijdrage is voor duurzaamheid op lange termijn.
  • Echte kosten (true costs) ook hier: daarnaast mag bouwen in groene gebieden niet goedkoper zijn dan bouwen in versteend gebied. Als er gebouwd wordt in een groen gebied, moet er op kosten van de projectontwikkelaar natuur voor terugkomen die in omvang drie maal zo groot is en van betere ecologische kwaliteit dan het gebied dat verloren gaat.
  • Jacht: alleen nog voor natuurbeheer (zie hieronder)

Dieren en planten in het Nederlandse ‘wild’

We hebben in het Deltaplan Duurzaam hoofstuk over dieren geschreven over Dieren: vrienden en voedsel. Partij Helder komt op voor het welzijn van de (overgebleven) dieren en plantensoorten in onze natuur, klein en groot. Dat betekent o.a. dat wij in Nederland actief natuur beschermen of vormen zodat zoveel mogelijk inheemse soorten en hun populaties worden hersteld en onderhouden.

Jacht alleen nog, met toestemming, voor natuurbeheer

Dat betekent dat er alleen nog op verzoek van Staatsbosbeheer of andere organen mag worden gejaagd. De lijst met bejaagbare soorten wordt afgeschaft waardoor plezierjacht op dieren alleen nog maar mag in het kader van natuurbeheer (met expliciete toestemming van bevoegde instantie). We hebben in ons kleine landje domweg te weinig natuur en daarin te weinig biodiversiteit om de aanwezige zoogdieren voor ons eigen plezier ook nog af te schieten.

In plaats van jacht eerst diervriendelijke alternatieven

Maar eerst wordt de voorkeur gegeven aan diervriendelijke, niet dodelijke alternatieven. Zo leidt het afschieten van grote grazers in afgesloten natuurgebieden leidt regelmatig tot grote onrust in het land (paarden, edelherten); deels omdat het gaat om wilde populaties in afgesloten gebieden. Daarom is onze voorkeur om alternatieven te ontwikkelen als het ter plaatse, in de natuur, damherten steriliseren waardoor de te grote populatie vanzelf slinkt.

Ook in het buitenland

Daarnaast heeft Nederland een belangrijk aandeel in de vernietiging van de natuurlijke rijkdommen in andere landen. De grootschalige import van soja als voedsel voor de honderden miljoenen dieren in de Nederlandse vee-industrie gaat ten koste van tropisch regenwoud en oerbossen. Onze afwijzing van niet duurzame biomassa als energiebron, in het hoofdstuk 3 van het Deltaplan over Energie, wonen, werken en vervoer, is daarop gebaseerd.

Bronnen en reacties

Bronnen

Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering. En van andere partijen, zoals hier een aantal paragrafen van de Partij voor de Dieren.

We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.

Reacties

Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!

Deltaplan Duurzaamheid 5: Water

Deltaplan Duurzaamheid 5: Water

Inleiding algemeen

Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.

Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.

Deltaplan duurzaamheid

In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.

En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.

Draagvlak

Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!

Inhoud van ons Deltaplan

Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen

Inleiding Hoofdstuk 5: Water

In dit hoofdstuk gaat het om het managen van iets waar Nederland beroemd om is: het ‘managen’ van het water dat we buiten onze dijken willen houden, of juist nodig hebben voor onze waterbehoefte en onze waterwegen, maar soms ook teveel of te weinig van hebben door het veranderende klimaat. Voor onze dijken, voor het herstellen van het grondwater (een al tientallen jaren groeiend probleem) maar ook om de overvloed van regenwater te gebruiken bij regenval en de langdurige droogtes te lijf te gaan, zal er ook opnieuw moeten worden gekeken naar ons watermanagement.

Water huishouding

Om de problemen bij de waterhuishouding tegen te gaan, zullen er grootschalige maatregelen nodig zijn, die overigens deels al lopen, voor:

  • de veiligheid van dijken en anderen waterkeringen,
  • het opvangen van water bij regenval of hoge waterstanden in de rivieren en verdelen ervan bij droogte;
  • het zorgen voor de optimale stand van het grondwater voor huizen en andere gebouwen (met mogelijke schade omdat de balken niet meer onder water staan), maar ook voor de landbouw
  • de optimale gebruik van leidingwater in woonwijken en de verwerking van regenwater

Uitbreiden en versnellen bestaand Deltaprogramma Water

Er bestaat al een Deltaprogramma, en dat zal versneld moeten worden uitgevoerd. Dit is “een programma van de Nederlandse overheid om het land te beschermen tegen overstromingen als gevolg van de klimaatverandering en te zorgen voor voldoende zoet water”. Een voorbeeld uit 2015 bevat vijf voorstellen voor deltabeslissingen, nl. 1) de veiligheid van de belangrijkste dijken en andere waterkeringen, 2) de beschikbaarheid en verdeling van zoetwater, 3) het peil van het IJsselmeer, 4) de wijze waarop het Rijnmond- en Drechtstedengebied veilig kan blijven, en 5) over de manier waarop bij nieuwbouwwijken het beste rekening kan worden gehouden met water (Wikipedia: Deltaprogramma).

De oplossing zal vermoedelijk liggen in een aantal grote locaties waar water opgevangen kan worden, of naar toe geleid kan worden, tijdens overvloed, om dat vervolgens af te geven bij droogte.

Nederland in 4 zones

In Hoofdstuk 2 Deltaplan Duurzaamheid: het plan zelf en onze visie hebben we al toegelicht dat er een aantal  ‘voorkeurszones’ moeten komen in Nederland, waar we zo optimaal mogelijk kunnen wonen en werken, respecievelijk water en natuur de ruimte kunnen geven verdeeld. Om dit mogelijk te maken moet de landelijke overheid grote aaneengeschakelde gebieden aanwijzen waar landbouw voorrang krijgt en natuurbescherming en woningbouw op het tweede plan staan. En omgekeerd. En ook voor water en voor de mix van wonen/werken (en gemengde gebieden). We hebben overigens in Nederland nu al een “ecologische hoofdstructuur” en dat is een samenhangend netwerk van natuurgebieden in Nederland. Voor de landbouw stellen wij voor hetzelfde te doen in een agrarische hoofdstructuur (plan Fresco/Veerman), in combinatie met de New Deal (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman). En daarnaast ook voor ‘watergebieden’, die in genoemde plannen ontbreken. En water is er daar dus ook 1 van.

Bestuur: Waterschappen opheffen?

Goede samenwerking met de waterschappen is een vereiste, maar ook hier is centrale(re) regie nodig, omdat de plannen de regio’s van de waterschappen overstijgen. De afstemming met de Waterschappen zal goed en zeer efficiënt moeten verlopen. De vraag is of dat mogelijk is, en of het nog wenselijk is dat Waterschappen in ons kleine landje in feite een politiek bestuur hebben. Dat is nu zo, maar bij de landelijke regie die nodig is bij het migreren naar de genoemde zones, is het de vraag of de Waterschappen nog die ruimte moeten houden.

Een optie is om de Waterschappen samen te voegen tot een al dan niet Zelfstandig Bestuursorgaan, dat valt onder het ministerie van Ruimte (landbouw/veeteelt, water, natuur). Een andere optie is om het, als in Belgie, te veranderen in een overlegstructuur (Wikipedia: Waterschap)

Bronnen en reacties

Bronnen

Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering.

We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.

Reacties

Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!

Deltaplan Duurzaamheid 4: Dieren

Deltaplan Duurzaamheid 4: Dieren – vrienden en voedsel

Inleiding algemeen

Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.

Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.

Deltaplan duurzaamheid

In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.

En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.

Draagvlak

Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!

Inhoud van ons Deltaplan

Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen

Inleiding Hoofdstuk 4: Gemeenschappelijke belangen

In dit hoofdstuk gaat het om dieren in Nederland.  Partij Helder strijdt voor een goede balans tussen de belangen van mensen, dieren en het milieu. We bespreken gezelschapsdieren, dieren in de vleesproductie, dieren in het wild en algemene maatregelen. We houden het voor nu voor een puntsgewijze bespreking.

Tweeledig

De relatie tussen mensen en dieren wordt van oudsher beheerst door 2 behoeften van mensen: eten en vriendschap. Met name in geïndustrialiseerde landen als Nederland is de invulling van deze behoeften zorgvuldig gescheiden.

Huisdieren en andere dieren met een hoge aaibaarheidsfactor  kunnen rekenen op een warme plek in huis of tuin. We geven veel geld uit aan speciaal voedsel voor onze katten. Maar hebben geen probleem met kalfsvlees van kalveren die onderweg mishandeld worden of varkens die levend gekookt worden.

Bij onze aankopen in de supermarkten neemt biologisch en diervriendelijk vlees weliswaar een steeds grotere plaats in, maar dat is nog steeds veel en veel minder dan niet-biologisch en niet-diervriendelijk vlees. De voedingsindustrie is een proces dat erop is gericht om dieren als grondstoffen of ‘halfproducten’ zo efficiënt mogelijk te verwerken tot een grote verscheidenheid aan producten.

Mensen en dieren hebben gemeenschappelijk ziekten – One Health

Zoals we allemaal weten zijn er ziekten die ontstaan door bijv. infecties van mens op dier (Q koorts, corona). Deze ‘zoönosen’ kunnen een gezondheidsrisico vormen voor mensen en dieren. Uitbraken van corona en Q-koorts hebben laten zien dat de gevolgen groot kunnen zijn voor de volks- en diergezondheid. ‘One Health’ is een interdisciplinaire samenwerking om de gezondheid van mensen, dieren en milieu te verbeteren. Door deze samenwerking kunnen deze ziekten beter bestreden worden. Signalering van een zoönose is belangrijk om tijdig maatregelen te kunnen nemen zowel bij mensen als dieren. Nog beter is het om te zorgen dat deze ziekten worden voorkomen.

Droogte is slecht voor de landbouw, maar ook voor voor de biodiversiteit, w.o. nuttige dieren, en daarmee ons fruit

We hebben tegenwoordig langere perioden van droogte, die zijn ontstaan door de klimaatverandering die wij veroorzaakt hebben. Het gevolg daarvan is niet alleen dat de samenstelling van onze dieren- en plantsensoorten verandert. Ook de biodiversiteit als geheel vermindert. Dat is betreurenswaardig vanuit een algemeen idee dat we in een land willen leven met een gezonde natuur. Maar daarnaast is er nu bijvoorbeeld ook spraken van bijensterfte die is ontstaan door mijten, pesticiden, eenzijdig voedsel en slecht weer. En als die bijensterfte doorzet, dan hebben we steeds minder appels, aardbeien en koffie.

Gezelschapsdieren

  • Huisdierenlijst (1): Huisdieren zouden dieren moeten zijn die goed te houden zijn, makkelijk verzorgd kunnen worden en die veilig kunnen leven bij mensen thuis. Niet alle dieren zijn geschikt als huisdier. Sommige dieren kunnen ziektes overdragen, hebben bijzondere of ingewikkelde verzorging nodig of zijn gevaarlijk. Daarom werken we in Nederland aan een huis- en hobbydierenlijst (vroeger de ‘positieflijst’), maar die is nog niet in werking getreden. In de praktijk mag elk dier dus gehouden worden. Die Positieflijst moet er wat ons betreft z.s.m. komen.
  • Huisdierenlijst (2): En dat geldt niet alleen voor zoogdieren, maar ook dieren uit andere klassen als vogels, amfibieën, reptielen en vissen. Het ministerie is begonnen met zoogdieren, en gaat pas daarna verder met de andere dierenklassen. En ook hier geldt dat deze dieren, tot dat de lijst is uitgebreid, gehouden mogen worden in Nederland. Wij vinden dat er of haast gemaakt moet worden of dat dieren niet gehouden moeten worden totdat ze op de lijst staan.
  • Huisdierenlijst (3): Voor sommige exotische dieren is geen zorg aanwezig, want deze soorten zijn onbekend bij dierenartsen. Partij Helder vindt dat deze dieren niet in Nederland als huisdieren gehouden mogen worden.  En als we deze dieren al op de Huisdierenlijst zetten, dan kan dat pas als daar ook kennis voor ontwikkeld is bij de Nederlandse dierenartsen.
  • Europese Huisdierenlijst: Nederland moet zich in EU-verband in zetten voor een Europese lijst met diersoorten die gehouden moeten worden (een Europese Positieflijst).
  • Fokken: bij het fokken van dieren op uiterlijke kenmerken komen excessen voor, met als gevolg gezondheids- en welzijnsproblemen. Daarom moeten er per diersoort wettelijke normen komen, waaraan het fokken met gezelschapsdieren moet voldoen.
  • Doden: het in laten slapen van dieren mag alleen maar worden uitgevoerd door deskundigen, zoals bijvoorbeeld een dierenarts.

Dieren in de veehouderij – dieren als Voedsel & Waar

Bio industrie en dierenwelzijn

Partij Helder gaat werken aan een goed en langdurig evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. Onderdeel daarvan is dat bij dieren natuurlijk gedrag het uitgangspunt is (vergelijk Kipster). Dierenwelzijn heeft een wettelijke basis in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

De eenzijdige inzet op technologische oplossingen gaan vaak ten koste van het uitoefenen van het natuurlijk gedrag en de intrinsieke waarde en welzijn van het dier. Echter, in de bio-industrie worden dieren met fysieke ingrepen en genetische veredeling aangepast aan bedrijfseconomische eisen. Dierenrechtenorganisaties zoals Dierenbescherming en Wakker Dier, maar ook politieke partijen hebben daarom kritiek op de bio-industrie vanwege het gebrek aan dierenwelzijn. De productie van vlees, vis en zuivel zorgt daarnaast voor een grote druk op het klimaat en de biodiversiteit.

We zullen daarom een goed evenwicht moeten zien te vinden bij de herinrichting van Nederland en onze veeteelt, waar het welzijn van dieren in de veehouderij, zoals kippen, varkens en koeien e.a. een belangrijk onderdeel van is. Verbetering van dierenwelzijn is vaak afhankelijk van subsidies. Nu leeft slechts 5% van de jaarlijks meer dan 450 miljoen dieren in de Nederlandse veehouderijen in diervriendelijkere systemen zoals de biologische veehouderij.

Gemeenschappelijke gezondheid

Los van het belang van dierenwelzijn, is het welzijn van dieren in de veehouderij onlosmakelijk verbonden met ons klimaat en ons eigen welzijn. En daarnaast hebben we hierboven in de Inleiding de infecties besproken die van dier op mens of omgekeerd kunnen plaatsvinden (Q koorts, corona).

Dieren in de veehouderij

  • Dierenwelzijn wordt daarom een integraal onderdeel van de duurzame veeteelt die wij voorstaan, als onderdeel van de duurzame inrichting van Nederland.  Onderdeel daarvan is het uitfaseren van het houden van dieren in kooien, per sector.
  • Fokken: maak dierenwelzijn en robuustheid (vitale dieren, en niet doorgefokt en dus kwetsbaar) een voorwaarde in het fokken. Stel een plafond per sector aan voor het fokken op het verhogen van de productie per dier. Nu wordt er bijvoorbeeld gefokt op steeds meer biggen per zeug, maar dan heeft het varken niet genoeg tepels, dus wordt er gefokt op meer tepels. Het eenzijdig fokken op hoog productiviteit is niet alleen ongewenst vanuit de diergezondheid en welzijn, maar ook vanuit het maatschappelijk draagvlak.
  • Melk, eieren en mannetjes: bij de productie van melk met behulp van koeien en geiten zijn de mannelijke dieren een bijproduct. En dat geldt ook voor de haantjes bij eierproductie door kippen. Voor kalfsvlees is nog wel een markt, maar voor de bokjes en haantjes nauwelijks. Vaak hebben deze mannelijke dieren het een stuk slechter, omdat ze economisch geen waarde hebben. Ze kosten dus alleen geld. Bij het transport van kalveren vinden grote misstanden plaats. De haantjes worden normaal gesproken vergast of ze gaan in de hakselaar (wat wel sneller is). ….. Recent is bepaald dat bij geiten in ieder geval de bokjes vanaf 7 dagen geregistreerd moeten worden. Dat is niet toevallig, want dan zijn de meeste al overleden. Partij Helder vindt dat ook de bokjes geregistreerd moeten worden vanaf dag 2, zodat de daadwerkelijke geboortes en sterfte gemeten kunnen worden. Daarnaast vinden wij dat de boeren een vergoeding moeten krijgen die het aantrekkelijk maakt om ze in ieder geval een maand te houden, bij voorkeur op hetzelfde bedrijf. Als ze wat ouder zijn vindt er, als ze dan al geslacht worden, zo min mogelijk dierenleed plaatsvindt. Verder afmesten (laten doorgroeien voor meer vlees) kan ook, bij voorkeur op hetzelfde bedrijf. De meerkosten zal in de prijs van de geitenmelk- en geitenvleesproducten (voor de Zuid-Europese markt) moeten worden verrekend, dan wel met subsidie worden aangevuld.
  • Ingrepen: door de hoge dierdichtheid en het gebrek aan beweegruimte hebben varkens de neiging om elkaar te bijten. Het staartbijten heeft invloed op het welzijn en gezondheid van de varkens. Bij varkenshouderijen is het gangbaar om de varkensstaart uit voorzorg te couperen. Om kannibalisme bij kippen te voorkomen worden snavels ‘geknipt’. Mannelijke biggen worden (verdoofd) gecastreerd. Door de ruwe verzamelmethode van bio-industriekippen in Nederland lopen 29 miljoen kippen (8%) jaarlijks vleugelkneuzingen en breuken op. Voornamelijk door de snelle groei sterven 16 miljoen kuikens jaarlijks voortijdig. Het ministerie van LNV heeft als doelstelling dat alle ingrepen bij dieren in 2023 verboden worden.
  • Genetische manipulatie: het knutselen met de genen van dieren blijft wat ons betreft verboden. Er is zoveel economische druk op de productiviteit, dat de kans op misbruik te groot. Je kunt immers veel oplossen met genen, en misschien wel kippen kunnen ‘produceren’ zonder snavels. En als dat niet kan dan zullen de veehouders moeten zorgen voor meer ruimte.
  • Dierziektes hebben een negatief effect op dierenwelzijn. Een veelvoorkomend voorbeeld in de rundveehouderij is ontsteking van het uierweefsel (mastitis). MRSA komt bij 40% van de varkens voor. Vanwege MKZ werden in 2001 260.000 gezonde dieren preventief gedood (‘ruimen’). In Nederland zijn 88 BSE (gekkekoeienziekte) gevallen bij runderen vastgesteld (oorzaak: besmet diermeel). In 2006 was er een flinke uitbraak van blauwtong.
  • Stalbranden: kippen, kuikens, varkens, biggen, kalveren en koeien in de bio-industrie komen veelvuldig massaal om bij brand. Het gaat daarbij al gauw om honderden tot duizenden dieren per brandgeval die levend verbranden omdat de dieren in grote aantallen gehouden worden in één schuur. In 2009 verbrandden er 112.185 dieren waaronder 91.000 kippen, 7430 varkens, 400 koeien. 10 jaar later, in 2019, zijn er volgens het VATD, die het aantal dodelijke slachtoffers van stalbranden nauwkeurig bij houdt, al vóór oktober 328.038 dieren omgekomen door stalbranden. Stalbranden moeten standaard worden onderzocht op oorzaken en belangen.
  • Transport: Miljoenen levende dieren worden door Europa getransporteerd, non stop over duizenden kilometers om elders geslacht te worden, en vaak zonder goede verzorging (water). Nederland exporteerde in 2010 12 miljoen levende varkens, 60.000 levende runderen, 120.000 levende kalfjes en ruim 220.000 schapen en geiten. Vervoer van dieren zorgt voor veel dierenleed en risico’s voor de volksgezondheid. Partij Helder vindt dat dieren waar mogelijk hier moeten worden geslacht.  Dan hoeft alleen het vlees te worden vervoerd, wat ook efficiënter is qua brandstofverbruik en dus uitstoot.
  • Slacht: De Europese Verordening en de Wet dieren bepalen dat het doden van dieren zo pijnloos mogelijk moet gaan. Het doden van dieren mag alleen maar worden uitgevoerd door goed opgeleide medewerkers. Naleving in Nederland is onvoldoende.
  • Slachtmethoden die gepaard gaan met vermijdbaar dierenleed, zoals de onverdoofde slacht, CO2-bedwelming bij varkens en het levend aanhangen van gevogelte worden verboden. Levend aanhangen van bijv. pluimvee betekent dat deze op de kop opgehangen worden, en dan aan een ketting door een waterbad gesleept worden zodat ze nat worden, en dan krijgen ze een schok. Echter, vaak lukt dat niet goed, en dan wordt het dier levend geslacht. Een aantal van deze methodieken is volgens EU richtlijnen geoorloofd, maar hoeft niet. Er zijn alternatieven of deze kunnen ontwikkeld worden. Een hogere kostprijs van het vlees moet dan via de prijs gecompenseerd worden.
  • Rituele slacht: met het verbieden van de onverdoofde slacht wordt dus dat onderdeel van het ritueel slachten verboden, nl. het doorsnijden van halsslagaders zonder eerst te verdoven. Andere aspecten van de rituele slacht, zoals de aandacht voor vervoer, het dier niet onnodig bang maken etc. zijn vanzelfsprekend aanbevelingswaardig. Het is voor een deel van de gelovigen een belangrijk punt. Gelukkig zijn er bij zowel jodendom als islam allerlei mogelijkheden binnen de eigen godsdienst om regels aan te passen aan veranderende tijden, zoals ook al vaak gebeurd is. Zie ook Geloven.
  • Slachtsnelheid: om de voedselveiligheid en het dierenwelzijn tijdens de slacht zoveel mogelijk te borgen, zullen maximumnormen worden gesteld aan de slachtsnelheid zodat het slachtproces zorgvuldig kan worden uitgevoerd.

Dieren in zee – wilde vis en kweekvis

  • Visserij: er zal onderzoek moeten worden gedaan naar vissenwelzijn. Op basis daarvan worden dan regels opgesteld voor bijv. het verplicht bedwelmen van vissen aan boord. Vissen worden nu vaak levend gestript van hun huid, en waarschijnlijk hebben ze daarbij pijn en zuurstof tekort. Bij sommige soorten zijn er bedwelmingstechnieken, maar voor veel soorten niet. Er is nu in Nederland 1 visser die vissen eerst bedwelmt voor ze gestript worden. Ook worden vissen levend in het ijs gelegd, waardoor het lang duurt voordat ze dood zijn.
  • Voorlichting: de ecosystemen in zee zijn van groot belang voor de bescherming van het klimaat en de leefbaarheid op aarde. Wij pleiten ervoor om dit belang standaard op in het curriculum van het basis-, middelbaar en voortgezet onderwijs op te nemen. Daarnaast zullen deze ook standaard onder de aandacht moeten worden gebracht van beleidsmakers. Dit geldt natuurlijk voor alle ecosystemen, maar internationaal is elk land vaak met zijn eigen land bezig, en daardoor komen de ecosystemen in zee er vaak bekaaid af.
  • Vis bescherming in Europa: wat Partij Helder betreft wordt minimaal 40% van de Nederlandse en Europese wateren ingericht als reservaten en visvrije zones.

Dieren uit de natuur

  • Algemeen: Partij Helder komt op voor het welzijn van dieren, klein en groot, in onze natuur. Wilde dieren vinden nu hun weg naar dierentuinen, stropers en legale jacht. Een deel daarvan gaat vervolgens naar slagers en eettafels. Maar Nederland moet zuinig zijn op onze biodiversiteit.
  • Buitenlandse dieren in het wild: in het buitenland zullen we gaan vechten voor de bescherming van bijv. dieren voor toeristisch vermaak, zoals olifantenritten, het maken van selfies met tijgers en het knuffelen met leeuwen, de berengalindustrie en de beer-hondengevechten.
  • Handel – regulering: wij gaan voor verdere regulering van de handel in wilde dieren. Ook dient de rapportage, monitoring en evaluatie van deze handel verbeterd te worden.
  • Handel in bushmeat: er moet extra handhaving komen op de invoer en verkoop van bushmeat, mede vanuit het oogpunt van de volksgezondheid. Bushmeat is vlees dat afkomstig is van de jacht op wilde dieren in de tropen. Het betreft in de regel onconventionele soorten, bijvoorbeeld zoogdieren als apen, egels en vleermuizen, en reptielen als schildpadden en slangen.
  • Handel: de handel in ivoor e.a. ‘producten’, die aanleiding zijn om dieren vaak alleen daarvoor te doden moet strenger worden nageleefd en bestraft.
  • Verkoop fysiek: de verkoop van wilde dieren op fysieke markten moet verboden worden, mede gezien deze veelal een reservoir vormen van o.a. zoönosen (ziekten van dieren afkomstig) en het contact mens-dier hier groot is.
  • Verkoop online: wij gaan voor meer transparantie en regulering van de online verkoop van wilde dieren mede vanwege de hoge mate aan illegaliteit die dit met zich meebrengt.
  • Voorlichting: wij vinden dat er een (Europese) voorlichtings-/bewustwordingscampagne moet komen over het belang van de bescherming van biodiversiteit en de risico’s die het houden van wilde dieren met zich mee brengt. Soms zijn dieren ook gevaarlijk voor mensen of sowieso niet geschikt om in Nederland te houden.
  • Nederlandse dieren in het wild: ook in Nederland wil Partij Helder actief natuur beschermen of nieuwe natuur vormen, zodat zoveel mogelijk inheemse soorten en hun populaties worden hersteld en onderhouden.
  • Jacht: en daarom wordt de lijst met bejaagbare soorten afgeschaft waardoor plezierjacht op dieren alleen nog maar mag in het kader van natuurbeheer (met expliciete toestemming van bevoegde instantie).
  • Jacht alternatieven: maar eerst wordt de voorkeur gegeven aan diervriendelijke, niet dodelijke alternatieven. Zo leidt het afschieten van grote grazers in afgesloten natuurgebieden regelmatig tot grote onrust in het land (paarden, edelherten); deels omdat het gaat om wilde populaties in afgesloten gebieden. Daarom is onze voorkeur om alternatieven te ontwikkelen als het ter plaatse, in de natuur, steriliseren waardoor de te grote populatie vanzelf slinkt.
  • Dieren evenementen: gemeenten krijgen de bevoegdheid om op basis van dierenwelzijnsnormen evenementen met dieren te verbieden.
  • Opvang van wilde dieren: Nederland gaat zich inzetten voor Europese kwaliteitsstandaarden voor opvangcentra van wilde dieren. Onze voorkeur heeft de opvang in reservaten in de oorspronkelijke leefgebieden, en wij zullen (ook in corona-tijd) juist deze reservaten moeten ondersteunen.

Oplossingen: keurmerken en vraag en aanbod

Keurmerken

Er zijn ondertussen vele keurmerken, die het de consument makkelijker moeten maken om vlees te kiezen waarbij rekening is gehouden met dierenwelzijn, voeding e.a. factoren. In 2007 lanceerde De Dierenbescherming het Beter Leven keurmerk voor onder andere vlees met de bedoeling het lot van dieren in de bio-industrie te verbeteren. Een label op de verpakking geeft met 1-3 sterren de mate van dierenwelzijn aan. Eén ster is iets beter dan zonder keurmerk, drie sterren is het hoogst haalbare. De consument kan bij de keuze van een product een bijdrage leveren aan het dierenwelzijn door te letten op de ‘Beter Leven’ sterren. De kwaliteit van de hele keten moet worden meegenomen in het keurmerk dat het vlees krijgt. Helaas voldoet het overgrote deel van de vleesproductie in Nederland niet aan deze normen.  En ook is de vleesconsumptie, ondanks de gestegen consumptie van vegetarische vleesvervangers, nauwelijks of niet afgenomen.

Vleesindustrie: verminderen van de marktvraag

Partij Helder vindt dat dieren in principe een leven verdienen dat past bij hun aard en behoeften. Tegelijkertijd is het een illusie dat er binnenkort geen vlees meer wordt gegeten in Nederland, of zelfs veel minder vlees. Veel mensen willen vlees eten en er niet veel voor betalen. Zolang die vraag er is, blijven supermarkten vlees aanbieden tegen een zo laag mogelijke prijs.

We zullen dus iets moeten doen met een vleesindustrie die snel van diervriendelijker naar zeer diervriendelijk gaat. Lastig daarbij is dat het milieueffect van die blijere dieren soms groter is, dus we zullen gelijktijdig aan de slag moeten met de vleesconsumptie. De vleesproductie voor het buitenland zal plaats moeten maken voor een milieuvriendelijkere vorm van eiwit-productie.

De consumptie van vlees zal daarom gaandeweg steeds meer worden ontmoedigd. Partij Helder wil consumenten en boeren bedrijven en lokale overheden helpen om het welzijn van dieren in de veehouderij te verbeteren. Belangrijk onderdeel is een financieel pakket dat op het op de lange termijn mogelijk maakt om een goede boterham te verdienen (zie hiervoor het Hoofdstuk 7 Landbouw en veeteelt).

Maatregelen

  • Duurzaam wordt goedkoper: duurzaam geproduceerd vlees, vis en zuivel en vlees- en zuivelvervangers worden aantrekkelijker gemaakt in prijs
    • Dit gaan we o.a. doen door duurzaam vlees en zuivel in prijs aantrekkelijker te maken (0 % BTW), zodat er voldoende vraag ontstaat.
    • Daarnaast gaan we het gebruik maar ook het produceren van plantaardige alternatieven voor vlees en zuivel stimuleren.
    • Deze beide categorieën krijgen 0 % BTW en aanvankelijk geen duurzaamheidstoeslag (net als duurzame groente en fruit)
    • De normen worden voor de duurzaamheid worden steeds verder verhoogd (o.b.v. relevante keurmerken als Beter Leven e.a.).
    • De consumptie van vlees zal gaandeweg steeds meer worden ontmoedigd afhankelijk van hun klimaatimpact. En dus blijft duurzame kip relatief goedkoop en varkens- en lamsvlees maar zeker rundvlees worden successievelijk steeds duurder. Voor vis wordt een vergelijkbaar prijsmodel ingevoerd.
  • Vleesvervangers: in plaats van vlees kan ook voor vleesvervangers worden gekozen. In laboratoria wordt de mogelijkheid om te komen tot de fabricage van kweekvlees.
  • Voorlichting: consumenten zullen extra met voorlichting, onderwijs en de prijs (zie hierboven) worden gestimuleerd om gezondere en duurzamere keuzes te maken, en dus duurzamer vlees en waar mogelijk meer plantaardige eiwitten.
  • Preventieakkoord: daarnaast zal het Preventieakkoord worden aangescherpt en de termijnen versneld. Onderdeel daarvan is het maken van bindende korte termijn afspraken met alle marktpartijen die vlees aanbieden, w.o. supermarkten, kantines, cafés- en restaurants, ziekenhuizen, kiosken in dierentuinen, fastfood ketens, tankstations e.a.

Oplossingen: wetgeving en naleving

Rapportages, inspectie en naleving

  • Rapportages en (addenda bij) jaarverslagen van bedrijven en organisaties worden uitgebreid met verplichte paragrafen over hun duurzame maatregelen en het effect ervan. Belangrijk onderdeel hiervan zijn de stappen die zijn gedaan om schade aan mensen, dieren en milieu in hun ketens te voorkomen, te beperken en te herstellen waar nodig (NB: dieren zijn nu nog niet in initiatiefnota voor die wetgeving opgenomen – IMVO  https://idvo.org/, maar wij stellen voor dat wel te doen.)
  • Inspectie: in alle genoemde dieren hierboven (bij dieren in het wild of in de veehouderij of thuis) is het noodzakelijk dat er voldoende handhavers zijn met kennis en expertise. Sancties dienen proportioneel te zijn en te leiden tot gedragsverandering. Dit betreft ook het naleven van de keurmerken en afspraken over de positie van duurzaam voedsel in het voedselaanbod. Tevens is permanent camera-toezicht in slachterijen een optie.
  • Voedselschandalen: de voedselschandalen in het verleden hebben duidelijk gemaakt dat wetgeving tekort schiet. Als een vleeshandelaar paardenvlees verwerkt en het rundvlees noemt, dan is dat een economisch delict. Wij zeggen: als een vleeshandelaar paardenvlees (vaak met medicijnenresten) als rundvlees verkoopt, of paardenvlees van onbekende herkomst verwerkt, dan is dat in feite het doelbewust schade brengen aan mensen, dan wel het risico accepteren dat er schade ontstaat. En daarmee is het een zaak voor het strafrecht.
  • Inspectie van de hele keten: de kwaliteit van de hele keten zal strenger moeten worden gecontroleerd, zowel voor het dierenwelzijn maar ook voor onszelf. En de uitslag hiervan moet worden meegenomen in het keurmerk dat het vlees krijgt.
  • NVWA bij Ministerie van VWS of zelfstandig: om de belangen beter te scheiden, zal de NVWA voortaan onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) moeten worden geplaatst (wat nu ook al een van de 2 opdrachtgevers is, naast Landbouw). Een andere optie is om het helemaal een zelfstandig orgaan te maken.
  • NVWA uitbreiden: ook zal de NVWA moeten worden uitgebreid. Als dat om budgettaire reden nodig is kan worden onderzocht of samenwerking met medewerkers en vrijwilligers van dierenwelzijnsorganisatie mogelijk en wenselijk is.
  • Openbaarheid: daarnaast zullen alle inspectierapporten openbaar worden, net als nu kennelijk mogelijk is bij de NVWA v.w.b. de hygiëne van geïnspecteerde restaurants.

Dierenmishandeling

  • Uitgangspunt: dieren verdienen een goede bescherming. Het welzijn van veel dieren komt in gevaar door de manier waarop ze worden gefokt, verhandeld, gehouden of gedood. Dierenbescherming omvat menselijke inspanningen die onnodige dierenmishandeling voorkomen en dierenwelzijn bevorderen.
  • Meer prioriteit: op het moment dat dieren mishandeld worden dan is er sprake van een misdrijf. Dit soort misdrijven blijven vaak onbestraft door gebrek aan prioriteit. Wij vinden dat dierenmishandeling meer prioriteit moet krijgen, w.o. goede registratie door de politie en gedegen onderzoek. Dierenmishandeling zal vaker moeten leiden tot pathologisch onderzoek en waar mogelijk tot strafvervolging. Daders moeten afdoende bestraft worden.
  • Beroepsverbod voor ‘economische daders’: daders die verdienen aan het fokken van honden, paarden e.a. dieren zullen sneller een beroepsverbod moeten krijgen.
  • Gemeenschappelijk belang: als iemand dieren mishandelt dan is dat overigens mogelijk ook een aanwijzing dat deze persoon ook mensen mishandelt of gaat mishandelen.

Verdragen

  • Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking: Nederland gaat wat ons betreft in haar buitenlandse betrekkingen ‘duurzaamheid’, inclusief de bescherming van de biodiversiteit en de natuur een onderdeel maken van het beleid (BuHaOs).
  • Handelsverdragen: Nederland gaat in principe geen handelsverdragen meer sluiten waarin de gehanteerde standaarden voor dierenwelzijn lager zijn dan de standaarden die in Nederland worden gehanteerd.
  • Nederlandse Antillen: de Nederlandse Antillen zullen worden ondersteund bij het opstellen van een dierenwelzijnsbeleid. Ze zijn zelfstandig, maar we hebben er wel een innige relatie die tot deze inzet verplicht.

Wetgeving: dierenrechten algemeen

Dit zijn onze uitgangspunten:

  • Huidige Nederlandse recht – dieren als objecten: in het huidige recht worden dieren in beginsel gezien als objecten waarop eventueel eigendom uitgeoefend kan worden. De huidige wetgeving is er dan ook vooral op gericht om deze eigendomsrechten te beschermen, of om onnodige wreedheden tegen dieren te bestrijden. Daarnaast bestaat er wetgeving gericht op dieren om de voedselvoorziening veilig te stellen en uitbraak van ziekten te voorkomen. In de wetgeving zijn de rechten van dieren daarom onvoldoende geregeld.
  • Dierenrechten in de Grondwet: het is een optie om de rechten van dieren grondwettelijk vast te leggen, zoals in Duitsland al is gebeurd in 2002
  • Definitie van dierenwelzijn: in de wetgeving wordt wat ons betreft een positieve definitie opgenomen van dierenwelzijn, zoals bijvoorbeeld de toegang tot sociale interactie, het uiten van natuurlijke behoeften, een slaap- en rustplek etc. Daarnaast de negatieve aspecten zoals het vermijden van pijn of fysiek lijden.
  • Ontwikkelen van wetten: ontwikkelen van juridische kaders, wetten, op alle niveaus, met doelstellingen en normen die over regeringsperioden heen moeten worden nageleefd, inclusief wetgeving voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

Bronnen en reacties

Bronnen

Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering.

We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.

Reacties

Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!

Deltaplan Duurzaamheid 3: Energie, wonen, werk, vervoer

Deltaplan Duurzaamheid 3: Energie, wonen, werk, vervoer

Inleiding algemeen

Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.

Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.

Deltaplan duurzaamheid

In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.

En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.

Draagvlak

Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!

Inhoud van ons Deltaplan

Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen

Inleiding Hoofdstuk 3

In dit hoofdstuk gaat het allereerst om onze energiebronnen, en het afscheid nemen van de fossiele bronnen en het opwekken van duurzamere soorten energie. En vervolgens om de toepassing van die duurzamere energie bij wonen, werken en vervoer. Naast de noodzakelijke maatregelen op het gebied van energiebesparing door isolatie zal ook ons eigen gedrag aan bod komen, bijvoorbeeld bij autorijden en vliegen.

Energie

Fossiele brandstoffen

Energie uit fossiele brandstoffen als kolen, olie en gas neemt nog het overgrote deel in van onze energievoorziening. Dat aandeel zal zo snel mogelijk minder moeten worden, en de schadelijke effecten zullen in de tussentijd zo snel mogelijk zoveel mogelijk moeten worden geneutraliseerd.

Kolen – afbouwen

Volgens het Klimaatakkoord sluiten alle kolencentrales in 2030. Partij Helder wil onderzoeken wat er mogelijk is om centrales eerder te sluiten, en tegelijkertijd zoveel mogelijk bij die centrales te doen met CO2 opvang en -opslag.

Gas – geleidelijk afbouwen naar aardgasvrij, of aardgasarm waar dat een betere optie is

Ook gas willen we zo snel mogelijk zo min mogelijk gaan gebruiken, maar het is gedurende de overgangsperiode onder bepaalde omstandigheden de ‘minste van alle kwaden’. Gas levert bijvoorbeeld minder CO2 op dan biomassa, dat nu zo populair is en sterk gesubsidieerd wordt.

Bij gebruik van gas voor energie- of warmteproductie, zeker op grote schaal, moet zoveel mogelijk worden ingezet op CO2-opvang en -opslag. Onderzoek naar de haalbaarheid en wenselijkheid daarvan bij energiecentrales en grote bedrijven zal versneld moeten worden uitgevoerd.

Kortom: het is beter om eerst maar eens te beginnen met ‘gasvrij’ bij alle nieuwe huizen of alle huizen die erg goed te isoleren zijn en wijken waar warmtenetten kunnen worden aangelegd o.b.v. duurzame energie. In alle andere andere gevallen is ‘gasarm’ waarschijnlijk de meest duurzame oplossing.

NB: hieronder stellen wij voor om vanaf 2021 hoge minimum eisen te stellen aan de HR ketels die in Nederland verkocht en geïnstalleerd mogen worden, zodat alle huizen die voorlopig nog niet aan de beurt zijn voor een warmtenet of andere oplossing in ieder geval een CV ketel met een echt ‘Hoog Rendement’.

Andere brandstoffen

Zonnepanelen en zonneboilers

Verplicht maken op alle nieuwe of zwaar te verbouwen gebouwen; innovatieve vormen als zonnepanelen in de vorm van dakpannen en ramen verder ontwikkelen.

Wind

De capaciteit voor windenergie zal op zee sterk uitbreiden, conform ook de plannen van de EU. Op land alleen uitbreiden waar dat optimaal is (agrarische en water-zones).

Waterstof

Anders dan aardgas, zonne-energie of windenergie vind je waterstof niet in de vrije natuur, maar moet je het maken. Maar als het eenmaal is gemaakt kun je het gebruiken als brandstof, die je kunt vervoeren en ergens anders gebruiken. De productie kan zonder het milieu te belasten, bijvoorbeeld met windenergie, alleen gebeurt dat nog maar weinig. Want bij 95 procent van de waterstof die de industrie produceert, wordt voor de productie aardgas gebruikt en dus komt er CO2 vrij.

Grijze, blauwe en groene waterstof

Vanwege die verschillende energiebronnen voor de productie van waterstof wordt er onderscheid gemaakt in de volgende soorten waterstof:

  • Grijze waterstof wordt tot nu toe vooral gemaakt met aardgas. Daarbij komt CO2 vrij.
  • Bij blauwe waterstof is de bron nog steeds aardgas, maar wordt de CO2 eruit gehaald en onder de grond opgeslagen.
  • Bij groene waterstof is de energiebron geen aardgas, maar bijvoorbeeld windenergie. Bij deze variant komt dus helemaal geen CO2 meer vrij, maar het kost wel veel duurzame energie om het te maken. Het is mogelijk daarvoor ook de ‘overproductie’ van de productie van elektriciteit te gebruiken, maar dat komt natuurlijk lang niet altijd voor.

In alle gevallen wordt de waterstof dus eerst geproduceerd, en kan dan meteen worden gebruikt, maar zal meestal worden vervoerd en op een andere plaats als energiebron worden gebruikt. Op plekken of bij hoeveelheden waar batterijen niet goed werken, zou je dus waterstof daarvoor kunnen gebruiken. De toepassing, los van de geschiktheid is breed; het is bijvoorbeeld ook geschikt voor zwaardere industrie en zwaar vervoer.

Partij Helder is van mening dat we het, grofweg gezegd, ook daarbij moeten houden. De EU is erg voor het uitbreiden van het gebruik van waterstof, maar dat is tegelijkertijd voor Nederland volgens diezelfde EU voorlopig niet haalbaar omdat we niet genoeg groene energie daarvoor hebben.

Conclusie waterstof
  • Alleen groene waterstof en tijdelijk nog blauwe waterstof; grijze waterstof (dus zonder CO2 opslag) is geen optie.
  • Waterstof wel als brandstof voor grote bedrijven in industrie
  • Waterstof wel voor grote vervoermiddelen als bussen, vrachtwagens, binnenvaart en vliegtuigen; mogelijk ook bestelbussen
  • Waterstof niet als vervanger van benzine of diesel voor personenwagens
  • Waterstof niet voor verwarming voor woonhuizen
  • Productie van waterstof? Niet ten koste van beschikbare groene energie of met bruine energie (Brussel), en dus zal het moeten gaan om waterstoffabrieken in bijv. Afrika (waarover al gesproken wordt in Duitsland).

Kernenergie: onderzoeken en indien mogelijk zo snel mogelijk doen

Kernenergie bevat allerlei mitsen en maren, maar we hebben in ieder geval geen tijd meer om het af te wijzen op principiële of traditionele gronden.  Als het technisch gezien haalbaar is (en dus veilig, ook de opslag) en op de lange termijn financieel acceptabel is, dan zullen we het moeten doen.

Geen vluchtheuvel en geen oplossing voor alles

Overigens is kernenenergie geen vluchtheuvel voor bijvoorbeeld rechtse partijen die hopen daarmee de onaangenamere maatregelen te kunnen voorkomen, zoals rekening rijden of minder vlees eten. En ook komt kernenergie niet in de plaats van de overige duurzame energiemaatregelen, alsof we met een paar kleine kerncentrales wel de lusten zouden hebben en niet de lasten. Het gaat om de mix van misschien wel 10 verschillende energiebronnen waarop we allemaal moeten inzetten.

Geothermie

Geothermie, het gebruiken van de warmte uit de aarde, wordt al gebruikt bij kassen en andere locaties. We zullen dit versneld moeten inzetten voor grote bedrijven of de genoemde woon- of werkclusters.

Biobrandstoffen

Algemeen

Biobrandstof is een verzamelnaam voor brandstoffen die zijn gemaakt uit biomassa. Er zijn verschillende soorten, zoals biodiesel, bio-ethanol, biogas of bio-butanol. Biobrandstoffen worden gemaakt uit plantaardig materiaal of uit afval. Een belangrijke reden voor de productie van biobrandstoffen, is dat ze beter zouden zijn voor het klimaat dan hun fossiele tegenhangers. Bij de verbranding van biobrandstof komt alleen wel – net als bij benzine en diesel – koolstofdioxide (CO2) vrij. Maar de gewassen waar biobrandstof uit wordt gemaakt, hebben die CO2 eerder al via fotosynthese uit de lucht gehaald. Bij de verbranding van biobrandstof komt dus netto minder CO2 in de atmosfeer, dus dat lijkt wel positief. Maar de vraag is: moeten we hier grootscheeps op inzetten als er toch CO2 vrijkomt? En hoe duurzaam is het biologische materiaal gemaakt en vervoerd?

In 2019 werd 27 procent van de duurzame elektriciteit opgewekt uit biomassa en 77 procent van de duurzame warmte kwam uit biomassa. Bij de verbranding van hout blijkt alleen netto meer CO2-uitstoot vrij te komen dan bij verbranding van kolen en gas. En het is te laat om nieuw hout voor energie in te zetten, want we hebben de tijd niet meer hout te verbranden en vervolgens bomen twintig, veertig jaar te laten groeien om de CO2 weer uit de lucht te halen. We moeten juist bomen erbíj planten.  Daarnaast is de verbranding slecht voor de luchtkwaliteit. Bij de verbranding van biomassa komt namelijk ook fijnstof vrij.

Biobrandstoffen uit afval: alleen onder duurzame voorwaarden

Biobrandstoffen uit afval dat toch al ontstaan is, is een goed idee, maar alleen als het duurzaam verbrand wordt, incl. afvang van CO2 en stikstof. En er is een risicovolle afhankelijkheid van afval, want als we onze circulaire doelstellingen halen dan komt dat er steeds minder.

Biobrandstoffen uit plantaardig materiaal: alleen onder strenge duurzame voorwaarden

Biobrandstoffen uit plantaardig materiaal als nieuw hout e.a. liever niet, tenzij het aantoonbaar duurzaam verbouwd is (vaak in bijv. Zuid Amerika), duurzaam vervoerd is, en duurzaam verbrand wordt, incl. CO2 en fijnstof-afvang. Dat laatste betekent dat het over het algemeen alleen in grotere centrales gebruikt mag worden.

In Nederland staan meer dan 200 biomassacentrales en staan er ca. 400 gepland. Dit zijn niet alleen grote centrales die woonwijken van warmte of stroom voorzien, maar ook kleine centrales die scholen of zwembaden verwarmen. Op de planning staan nog honderden nieuwe biomassacentrales. De overheid subsidieert met miljarden de komende jaren de ombouw van kolencentrales om te bouwen tot biomassacentrales. Volgens de EASAC is deze transitie echter schadelijk voor het klimaat en een slechte besteding van publiek geld. En de overheid neemt onvoldoende regie. Partij Helder vindt dat deze ontwikkeling moet worden gestopt.

Biodiesel uit algen: wel

Uitzondering bij de biobrandstoffen zijn algen, dat geen afval is en gewoon gekweekt moeten worden. Dat kan gewoon in Nederland en is geschikt als grondstof voor biodiesel. Gebruik van algen als biobrandstof heeft als voordeel dat het niet concurreert met voedsel of ander gebruik van planten. De algen worden speciaal voor dit doel gekweekt. Algen worden nog maar op beperkte schaal gebruikt, maar zijn wel in opkomst, en worden ook onderzocht als grondstof voor brandstof voor vliegtuigen.

Biogas: wel, met duurzame verbranding

Groen gas is bewerkt biogas. Biogas ontstaat door rioolslib, mest, en groente- fruit- en tuinafval te vergisten. In grote silo’s breken bacteriën het organische materiaal af, waarbij biogas ontstaat. Haal je uit dit gas koolstofdioxide en viezigheid, dan houd je groen gas over. Dit kun je transporteren naar woningen. De productie van groen gas is goedkoper dan die van waterstof. De verbranding zal wel alsnog duurzaam moeten gebeuren!

Samenvatting & Mengpaneel: alle energiebronnen mogen, mits duurzaam en (op termijn) financieel haalbaar

Er zal een plan moeten komen met een transparante wetenschappelijk onderbouwde afweging voor alle duurzame(re) energiebronnen, met vervolgens snel investeren in een groot aantal opties. We hebben niet meer de luxe om oude stokpaardjes en taboes en principiële keuzes of onbekende lobbypartijen teveel de uitkomst te laten bepalen, om er vervolgens over een aantal jaar achter te komen dat dat trekken aan een dood paard is. Dat lijkt nu ook alweer te gebeuren bij sommige soorten waterstof en biomassa.

Het gaat om de beste mix van energiebronnen en energiemaatregelen die we met de huidige stand van zaken in technische wetenschappen, economie, gedragsleer etc. kunnen maken en vervolgens gaan doorontwikkelen richting 2050 en daarna. Het gaat daarbij dus niet om 1 of 2 stokpaardjes maar alles wat zich er voldoende voor leent.

En in die mix, een mengpaneel van energiebronnen, gaan we geleidelijk de samenstelling veranderen naar een steeds duurzamere samenstelling. En dus kernenergie onderzoeken voor de lange termijn. En ondertussen gas blijven gebruiken (en produceren waar dat veilig kan gebeuren) om geleidelijk af te bouwen en door de inkomsten deels de migratie te financieren. Onderweg zal de mix steeds worden bijgesteld

Het is te laat om niet op een hele serie paarden te wedden. De afwegingen bij nieuwere brandstoffen als biomassa en waterstof laten al zien dat er ook bronnen of toepassingen kunnen afvallen, die dan door de andere energiebronnen moeten worden goedgemaakt (of door energiebesparingen).

De mix waar Partij Helder op wil inzetten is:

  • Wel, en dus investeren en uitbreiden:
    • zonne
    • wind – op zee, en op land in geschikte zones
    • biomassa – uit afval of uit 100% duurzame planten en verbranding alleen met CO2- en fijnstof afvang
    • biogas – met duurzame verbranding
    • waterstof – (groene en blauwe) voor industrie en zwaar vervoer
    • geothermie – bij grote bedrijven of woon- en werkclusters (zie Hoofstuk 2)
    • kernenergie – waarschijnlijk mogelijk, en dan bouwen voor 2030
    • gas – overgangsbron; z.s.m. alleen nog maar met hoogrendementsketels thuis en CO2 afvang bij grote bedrijven).
  • Niet: wat onvoldoende bijdraagt of te vervuilend is wordt z.s.m. gestopt zoals
    • kolen
    • olie
    • biomassa uit niet-duurzame planten en zonder CO2- en fijnstof afvang
    • waterstof: grijze waterstof en groene en blauwe voor personenwagens of verwarming. Productie van blauwe of groene waterstof heeft geen prioriteit, omdat de groene energie daarvoor ontbreekt in Nederland.

Algemeen infrastructuur

Elektriciteitsnetwerk uitbreiden en upgraden

We hebben overvolle stroomnetten, waar amper nog molens of panelen op zijn aan te sluiten. Het elektriciteitsnetwerk zal verder geschikt moeten worden gemaakt voor levering door lokaal opgewekte energie en zonne- en windparken (fluctuerend) in combinatie met bijv. kernenergie (stabiel). Tegelijkertijd zal de vraag groeien met de afname van het gebruik van gas, de grotere vraag door bijv. elektrische auto’s en warmtepompen maar ook airconditioners door de toegenomen warmte in de zomers, en door de productie van groene waterstof.

Laadpalen voor elektrisch rijden uitbreiden

Het netwerk van laadpalen wordt al uitgebreid, niet alleen bij de tankstations maar ook op bedrijventerreinen, bij huizen e.a. Die ontwikkeling is al in gang gezet, maar moet nog worden versneld.

Systemen voor opslag van energie

Batterijen zullen een grote vlucht gaan nemen, en Nederland zal moeten onderzoeken hoe dit grootscheeps gebruikt kan worden om in de Nederlandse huishoudens een buffer te gaan vormen om energie te leveren als de middelen voor duurzame wind- en zonne-energie niet kunnen leveren. Daarmee zouden immers warmtepompen mogelijk worden als enige warmtebron.

Tankstations voor waterstof voor groot vervoer

Wij hebben bij waterstof alleen gekozen voor waterstof als brandstof voor groot vervoer. Het gaat dan dus om een netwerk van waterstof-tankstations voor vrachtwagens, bussen en binnenvaart en eventueel luchtvaart. Een dergelijk netwerk is veel kleiner dan dat voor personenwagens, want er hoeft maar op relatief beperkt aantal centrale distributiepunten getankt te kunnen worden.

Bedrijven en organisaties

Hier bespreken we de kort de uitgangspunten voor bedrijven en organisaties. Landbouw en veeteelt worden apart besproken in Hoofdstuk 7.

Uitgangspunt: versneld verduurzamen

We gaan hoe dan ook versneld verduurzamen met ook hier het uitgangspunt: nieuw is duurzaam, vernieuwen is zo duurzaam mogelijk. Geen uitstel meer of onnodig onderzoek, maar gewoon beginnen met de transitie. En dat doen we per sector dus dat zorgt dan meteen voor het veelgevraagde ‘gelijke speelveld’.

Uitgangspunt: circulair waar mogelijk, maar eerst slim produceren en inkopen

Bij circulariteit wordt vaak gedacht aan hergebruik van afval of reststoffen. Maar .. idealiter worden systemen zo ingericht dat 1) producten zo lang mogelijk goed blijven functioneren en 2) er zo min mogelijk grondstoffen nodig zijn, die van zo dichtbij mogelijk komen, waarbij er zo min mogelijk energieverspilling voorkomt en/of afval ontstaat.  Ook in de landbouw is dit het geval waar veel producten of onderdelen ervan goed voor consumptie of veevoeder geschikt zijn, maar daar niet terecht komen door hun onregelmatige vorm of culinaire tradities (40% van de bloemkoolplant wordt gegeten).

Alle rest-energie wordt zoveel mogelijk opnieuw gebruikt in het eigen systeem, of gebruikt voor het opwekken van warmte, of opgeslagen in accu’s of gebruikt voor de productie van waterstof en/of biogas, al dan niet met eigen reststoffen. De energie die wordt ingekocht of gemaakt is zoveel mogelijk tot 100% duurzame energie.

Als er dan toch afval ontstaat, dan worden grondstoffen zo goed mogelijk steeds hergebruikt, door het bedrijf zelf of derden (bijv. als veevoer of in de bouw). Maar de balans voor hergebruik van grondstoffen moet niet doorslaan naar hergebruik ‘koste wat het kost’, omdat dat dan uiteindelijk minder duurzaam kan zijn dan het afval bijvoorbeeld duurzaam te verbranden (biomassa) of tot compost te verwerken e.d.

Bedrijven – Vervoer

  • Zakelijk vervoer: bestelauto’s van web platforms, supermarkten e.a. worden verplicht elektrisch. Parallel worden de ophaallocaties (in de te ontwikkelen dorps- en wijkcentra) sterk uitgebreid, en wordt het aan de deur afleveren ‘tenzij’ of met een extra milieubelasting.
  • Belastingen: over de lucht- en scheepvaart staan geen afspraken in het Klimaatakkoord. Wij willen dat wel doen of bevorderen door in de EU aan te dringen op een gelijke heffingen op brandstof en CO2 uitstoot, en een vervoersbelasting op vracht over land, zee of door de lucht
  • Netwerk voor vrachtvervoer: en om dezelfde reden willen wij in de EU aandringen op de uitbreiding en efficiënter maken van het netwerk voor vrachtvervoer per trein en binnenvaart
  • Duurzame brandstoffen: ontwikkelingen met groene waterstof of biobrandstof (algen) versnellen om te zorgen voor groene vervangers van diesel, benzine en kerosine voor OV-bussen, vrachtwagens, mogelijk dieseltreinen, vliegtuigen en (binnen)scheepvaart.

Uitgangspunt: burgers en bedrijven gaan eerlijk samen delen

Bedrijven gaan allemaal een vergelijkbare energie-prijs en -belasting betalen als burgers al doen (dat is nu niet het geval). Als een bedrijf meer verbruikt, dan betaalt het meer, net als burgers. En omdat het relatief goedkoper is voor bedrijven om energiebesparingen te realiseren, wordt dat voor hen ook aantrekkelijker, want ze besparen meer door de hogere energieprijs. De verhoging gaat stapsgewijs binnen 3 jaar zodat er tijd is om maatregelen te nemen.

Wonen

We hebben het dan over een isoleren in combinatie met een warmtepomp, zonnepanelen, zonneboiler en energieopslag, al dan niet gedeeld met anderen en een gemeenschappelijk warmtenet van een coöperatie of wijk.

Huizen – isoleren en energieopwekking

Toepassing en financiering van maatregelen #

  • Nieuwe huizen: isoleren tot hoogste norm
  • Bestaande huizen isoleren tot hoogste norm die klimaatrendabel is
    • beginnen met de slechtst geïsoleerde huizen
    • en eenvoudig uit te voeren isolatie bij grote groepen huizen of wijken of bij structurele verbouwingen

Verwarming en koken

Gas voor koken en verwarming gaan we als volgt doen:

  • Warmtenetten die worden aangelegd door gemeenten worden aangemoedigd, maar alleen in combinatie met isolatiemaatregelen en veel aandacht voor positie van burgers (afhankelijkheid van leverancier en van (kwaliteit en snelheid van) gemeente
  • Elk nieuw huis wordt gasvrij, en optimaal geïsoleerd (zie hierboven)
  • Elk recent huis wordt gasvrij gemaakt, en optimaal geïsoleerd (zie hierboven)
  • Elk ouder of moeilijk te isoleren huis wordt in ieder geval gasarm gemaakt
  • Bij alle grote verbouwingen waar een vergunning voor noodzakelijk is worden isolatiemaatregelen en de overgang naar gasvrij of gasarm verplicht
  • HR ketels met een hoge efficiency worden verplicht, en dus worden minder efficiënte ketels verboden. Het gaat in ieder geval om de aanschaf van nieuwe ketels en de tweedehandsverkoop daarvan. Ook bij slecht geïsoleerde woningen en bedrijven, wordt het gas dan iedereen geval efficiënt in warmte omgezet.
  • Gasstellen en gasfornuizen worden verboden; alleen koken op elektra is straks nog mogelijk.

Energieopwekking in huis – elektriciteit

Zonnepanelen en zonneboilers

Zonnepanelen en zonneboilers worden vanaf nu langdurig gesubsidieerd, met ruime budgetten (en dus niet potjes die al halverwege het jaar op zijn) Het ‘salderen‘ (eigenaar betalen voor geleverde energie) zal worden verlengd van 2023 (huidige einddatum) tot 2040. Onderwerp van discussie is nog de betaalbaarheid van de regeling, en dan niet de einddatum van de saldering maar de hoogte van de prijs per kilowatt.

Warmtepomp

De toepassing van warmtepompen zal worden gestimuleerd. Er zal daarbij dan wel moeten worden toegewerkt naar 100% duurzame elektriciteit als energiebron. De combinatie met de

Opslag van energie in huis

In de komende tien jaar zal de ontwikkeling van grote batterijen waarschijnlijk een grote vlucht nemen en dan zal veel opgewekte groene elektriciteit in huis of lokaal worden opgeslagen en dus niet worden terug geleverd. Het voordeel is dan dat het percentage huizen dat zonder gas kan en alleen maar elektriciteit nodig heeft nog veel groter. De energielevering is dan immers niet meer afhankelijk van al dan niet voldoende aanwezige zon of wind. De energie kan dan ook intern geleverd worden als het donker is en windstil. Partij Helder wil daarom investeren in opslag van energie dichtbij of in huis, per huis of gezamenlijk in de buurt.

NB: er zijn nieuwe energiemarkten in opkomst, waarvan de ontwikkeling moet worden afgewacht.

Subsidies en hypotheken

  • Naast de duurzame leningen blijven er subsidies, waar een terechte aanvraag altijd wordt gehonoreerd (en de potjes dus niet opraken). Wel zal er bij gebleken duurzaam gedrag extra worden gesubsidieerd, en omgekeerd. Achterstallig onderhoud wordt maar deels gesubsidieerd.
  • Hypotheken: naast een bouwdepot is het mogelijk om ook een ‘duurzaamheids-depot’ een verplicht onderdeel maken van alle hypotheken.

Vervoer

OV, snelbussen, spoor in NL, spoor in EU, en de fiets

De verschillende vervoersmiddelen worden nu in de klimaatplannen te veel op zich staand behandeld Het gaat ons om de samenhang tussen de verschillende vervoersmiddelen, en niet alleen het middel zelf. Uiteindelijk zal elke burger en elk bedrijf zo goedkoop en efficiënt mogelijk van A naar B willen, of dat nou voor werk is of voor plezier. En daarbij gaat het dus om de optimale combinatie.

Het Klimaatakkoord zegt vreemd genoeg weinig over het spoor of snelbussen. Voor het OV blijft het bij bestaande plannen en er komen extra fietsenstellingen. Dat vinden wij een gemiste kans.

Onze algemene maatregelen zijn:

  • prijzen OV: de prijzen van het OV gaan omlaag (en dit wordt op termijn mogelijk gratis)
  • fietsenstallingen worden inderdaad uitgebreid (Klimaatakkoord)
  • snelbussen: er komen meer snelbussen tussen woonkernen en bedrijventerreinen, met waar nodig aparte file-rijbanen daarvoor.
  • spoor: er zal wel worden geïnvesteerd in het spoor om de trein als alternatief voor zoveel mogelijk mensen aantrekkelijk te maken (Klimaatakkoord niet). Er komen dus verbeteringen en uitbreidingen. Ook zal de aanleg van en aansluiting op hogesnelheidslijnen worden versneld.

Hogesnelheidslijnen in Europa uitbreiden en hyperloop ontwikkelen

Partij Helder: Investeringen in hoge snelheidslijnen en werk/slaaptreinen naar belangrijkste steden in West Europa, zowel voor werk als voor toerisme. Door vliegtaks en subsidies voor de duurzamere treinen zal op een groot aantal afstanden de prijs/reistijd verhouding gunstiger moeten worden voor de trein.

  • In Europa gaan wij aandringen op de uitbreiding en het efficiënter maken van het netwerk van hoge snelheidstreinen en slaaptreinen in Europa voor personenvervoer
  • Deze verbeteringen zullen het makkelijker maken voor bestaande reizigers. Als dit een succes is dan zal de vraag groeien, waardoor de uitbreiding misschien nog zal moeten groeien.
  • En in dat kader: hyperloop testtrajecten worden aangelegd en de verdere ontwikkeling wordt gestimuleerd. Deze kunnen mogelijk op termijn gaan dienen als aanvulling bij hoge snelheidslijnen en werk/slaaptreinen. De traces voor de hoge snelheidslijnen moeten mogelijk meteen ook geschikt worden gemaakt voor hyperloop treinen.

Vervoer / Vliegen

Vliegbelasting

Er komt een klimaatbelasting op tickets, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen korte en lange reizen en de frequentie daarvan.

  • Ook hier ‘true cost, true pricing’, dus vliegtickets krijgen een prijs inclusief alle kosten voor gezondheids- en milieukosten van vliegtuigen, vliegvelden, vervoer en productie van brandstoffen en de maatregelen om de CO2 uitstoot te neutraliseren.
  • Ook hier lasten en lusten gelijk verdelen, dus veel-vliegers, zakelijk vliegen en korte vluchten waar een redelijk alternatief is krijgen een hogere belasting. Op termijn worden deze korte vluchten vanaf Nederlandse vliegvelden verboden.

Alternatief: vergelijkbaar vervoer per trein

Daarvoor moeten er dan wel goedkope of aantrekkelijker alternatieven aangeboden worden (bijv. een niet veel duurdere trein die tot in centrum van de bestemming loopt, met ongeveer dezelfde reistijd). En hoge snelheidslijnen en slaaptreinen aanbieden waar mogelijk en die waar nodig (in redelijke mate) minimaal evenveel subsidiëren als dat nu met vliegtuigen en vliegvelden gebeurt.

Trees for travel: niet nodig, beter vliegbelasting

Klimaatcompensatie van vliegen, ‘trees for travel’, is te onzeker v.w.b. de zeer langdurige opslag van de door de bomen vastgelegde CO2. De mogelijkheid ligt op de loer dat de bomen namelijk alsnog gekapt worden. Beter is te zorgen dat er sowieso minder wordt gevlogen en dat er wordt geïnvesteerd in duurzamere vliegtuigen en duurzamere alternatieven als de trein.

Vliegvelden

Wat we in Hoofdstuk 1 hebben besproken: Nederland is een klein land. Niet alleen die gigantische windmolen maar ook dat vliegveld liggen al snel in iemands achtertuin. Een voorbeeld: om vanuit het buitenland te kunnen landen op vliegveld Lelystad volgen vliegtuigen laagvliegroutes over maar liefst 6 provincies! En dus zijn al die vliegvelden die ons kleine landje heeft ook terecht een bron van discussie. De een zijn vakantievlucht is de ander zijn verminderde gezondheid door uitstoot of geluidsoverlast.

Helaas hebben recente VVD-coalities laten zien dat ze schaamteloos gebruik maken ‘cijfer-gerommel’ om de stijging van het aantal vliegbewegingen goedgekeurd te krijgen. Het draagvlak daalt daarom gestaag.

Onze maatregelen zijn als volgt:

  • alle metingen, analyses en rapportages worden openbaar, en transparant en onafhankelijk uitgevoerd.
  • niet alleen belangen van de economie maar ook de effecten op gezondheid, dieren en milieu spelen daarin altijd mee.
  • Schiphol krijgt, indien nog nodig, Schiphol-in-zee
  • Lelystad gaat niet open, vanwege genoemde nadelen.
Alternatieven voor de huidige vliegtuigen ?

Er wordt nu al wat bijgemengd met biobrandstoffen, maar de hoeveelheid vliegbewegingen in ons kleine landje maken dat dat volstrekt onvoldoende is. Er wordt gesproken over vliegtuigen op waterstof of elektrische vliegtuigen, maar die ontwikkeling zal nog lang op zich laten wachten. En het gaat daarbij dan niet alleen om de uitstoot maar ook om het geluid. Mocht die ontwikkeling zich doorzetten, dan zal dat nog tientallen jaren duren en dan zullen op termijn maatregelen genomen moeten worden.

Auto

In het algemeen: kleine en middelgrote elektrische auto’s

Het uitgangspunt is dat kleine en middelgrote elektrische auto’s worden gestimuleerd. Grote modellen, ook elektrisch, worden ontmoedigd, want of ze gebruiken veel diesel of benzine of ze gebruiken veel duurzame energie.

Waterstof niet voor personenauto’s

Waterstof is ook een optie, en dat is vooral aantrekkelijk voor de grotere grotere personenwagens. Zij hebben immers meer energie nodig voor een bepaald bereik en als ze dan meer moeten ‘bijtanken’, dan is waterstof handig omdat dat veel sneller te tanken is dan de batterij met elektriciteit is op te laden. Partij Helder vindt alleen dat er geen infrastructuur moet worden aangelegd die alleen voor grotere personenwagens relevant is.

Rekening rijden

Wat is rekening rijden?

Rekening rijden is betalen per kilometer afhankelijk van het tijdstip, de locatie en de CO2-uitstoot van je auto waarin je rijdt. Dus: wie het meest vervuilt en bijdraagt aan files of verkeer in het algemeen betaalt meer.

Rekening rijden is pas eerlijk als er alternatieven zijn

Toch vinden wij rekeningrijden pas een goed plan als het ‘eerlijk’ is. Want mensen betalen al meer accijns op brandstof, een hogere autoverzekering, en er is onvoldoende Openbaar Vervoer (zeker buiten de Randstad) en er zijn onvoldoende woningen. Daarnaast is eerder of later werken niet altijd mogelijk, en de hogere CO2 uitstoot wordt al verrekend in de brandstof en de bijtelling. Wel vinden we het ‘onderzoek’ uit het Klimaatakkoord een gewone vertragingstruc om de huidige coalitie geen electorale problemen te laten krijgen.

Maar als ook Partij Helder voor rekening rijden is, dan hebben kleine en middelgrote elektrische auto’s weer voordeel op grote en niet-electrische auto’s.

Partij Helder over rekening rijden
  • Partij Helder is alleen voor rekeningrijden als er
    • duurzamere alternatieven zijn voor vergelijkbare prijs, dus bijv. als er elektrische modellen zijn of snelbussen van woonkernen naar bedrijventerreinen
    • afspraken komen met bedrijven over flexibele werktijden (file-vermijden)
    • voldoende woningen zijn op een redelijke afstand van waar mensen werken (bedrijvenclusters)
    • rekening houdend hoe er al wordt afgerekend met diezelfde autobezitter via de accijns en de bijtelling (zie hieronder)
  • Fase 1: Rekening rijden niet weer onderzoeken maar beginnen met invoeren, maar alleen voor diesel- en grotere benzineauto’s; zakelijke bijtelling omhoog voor alle grote zware modellen, dus ook de elektrische.
  • Fase 2: Rekening rijden voor middelgrote benzineauto’s, maar pas als er voldoende vergelijkbare elektrische alternatieven zijn.
  • Fase 3: Rekening rijden voor kleine benzineauto’s, maar pas als er voldoende vergelijkbare elektrische alternatieven zijn.

Subsidies, accijns, bijtelling

  • Accijns op diesel en benzine wordt versneld verhoogd maar wel afhankelijk van de beschikbaarheid van duurzamere alternatieven (zie ook hierboven).
  • Subsidies blijven, maar alleen voor de aankoop van middenmaat- en kleine elektrische auto’s of hybride wagens waar ‘elektrisch’ gebruik eenvoudig aangetoond kan worden
    • Niet elektrische auto’s en daarbinnen kleine en middenmodellen worden pas duurder (door afbouw subsidies) als er betaalbare alternatieven zijn (anders dan Klimaatakkoord). Van grotere auto’s wordt subsidies snel afgebouwd.
    • Maar de subsidiepot moet groter, en ook hier dus  voldoende groot zijn om zoveel mogelijk autobezitters de overstap te laten maken. Daarnaast moet deze eerlijk verdeeld worden over gewone kopers en lease-auto’s.
  • Bijtelling van alle grote en niet duurzame auto’s gaat omhoog
    • Grote auto’s: omhoog, elektrisch of niet
    • Vanaf middelgrote auto’s: kleinere stijging, maar pas zodra er voldoende betaalbaar aanbod van duurzame auto’s is
    • Kleine nieuwe auto’s alleen indien nodig (bestaande auto’s geleidelijk)

Bronnen en reacties

Bronnen

Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering.

We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.

Reacties

Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!

Deltaplan Duurzaamheid 2: plan en visie

Deltaplan Duurzaamheid 2: Plan en Visie

Inleiding algemeen

Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.

Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.

Deltaplan duurzaamheid

In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.

En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.

Draagvlak

Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!

Inhoud van ons Deltaplan

Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen

Inleiding Hoofdstuk 2: Plan en visie

In dit hoofdstuk gaat het om een korte uitwerking van waar het Deltaplan aan moet voldoen en wat de algemene Visie is die bepalend is voor de duurzame transitie van Nederland.

Visie

Nederland – klein kikkerlandje

We lopen elkaar in Nederland al snel in de weg: huizen bouwen, boerenbedrijf, luchtkwaliteit etc. En voor wat betreft de afweging tussen huizenbouw, bedrijven, landbouw, natuur en dieren, is het dus ook wel lastig in Nederland. Een belangrijk verschil met een aantal landen om ons heen, is dat Nederland een klein en dichtbevolkt land is. De landbouw neemt bijvoorbeeld de helft van het Nederlandse grondgebied in beslag en drukt dus een zware stempel op die omgeving. En menselijke-, economische- (w.o. agrarische) en natuurbelangen botsen er dus bijna per definitie.

Een windmolen staat al gauw in iemands achtertuin, een varkensstal beïnvloedt de luchtkwaliteit van een dorp, en de stikstofuitstoot in de natuur beperkt de bouw. De wat ons betreft meer dan terechte demonstraties van boeren en bouwers in de herfst van 2019 en nu ook weer zijn een teken van die botsende belangen. En ook de vliegvelden zijn een bron van discussie in ons kleine landje. Want de een zijn vakantievlucht is de ander zijn verminderde gezondheid door uitstoot of geluidsoverlast.

Klein landje met vele bestuurslagen en een voortdurende neiging tot ‘polderen’

In dat kleine landje hebben we nu een landelijke overheid die zoveel mogelijk taken en verantwoordelijkheid heeft overgeheveld naar het provinciale of regionale niveau (waterschappen, gemeenten). Die provincies, gemeenten en waterschappen hebben allemaal eigen plannen, belangen en uitvoering. En de bestuurscultuur wordt gekenmerkt door polderen, d.w.z. allerlei landelijke, provinciale en regionale overlegorganen waarin zaken moeten worden afgestemd voor draagvlak. Ondertussen ontbreekt het echte draagvlak bij burgers, boeren en anderen bedrijven.

En Partij Helder vindt dat je je kunt afvragen of we in ons kleine landje wel zulke zelfstandig opererende provincies en waterschappen nodig hebben en of ze ons misschien zelfs wel in de weg zitten. Want al die bestuurslagen praten wel mee in de bestuurlijke ‘Polder’ maar ondertussen wordt er te weinig snelheid gemaakt en er wordt niet gezorgd voor draagvlak bij het MKB en de burgers zelf.

Nederland duurzaam – clusters en zones – ruilverkaveling 2.0

Partij Helder heeft (op basis van de hieronder bij Bronnen genoemde input) dit Deltaplan ontwikkeld, met

  • een visie op de indeling van Nederland die rekening houdt met het feit dat we zo’n klein land hebben
  • en een aanpak, die rekening houdt met genoemde bestuurslagen.

In dit Visie nemen op Nederland nemen clusters en zones een centrale plek in. Het uitgangspunt is:

  • 1) clusters van huizen of bedrijven
    • we gaan zoveel mogelijk in zelfvoorzienende en samenhangende clusters wonen, werken en produceren, incl. lokale landbouw en kleinschalige veeteelt en de energieopwekking,
    • clusters van huizen, zoals wijken, dorp- en stadskernen die zo duurzaam mogelijk worden ingericht,
    • clusters van bedrijven die elkaar onderling versterken met restwarmte, afval, vervoer e.a.; een soort duurzame slimme bedrijventerreinen
  • 2) zones voor wonen & werken (mix), landbouw & veeteelt, natuur of water
    • wij denken dat we er niet aan ontkomen om te zorgen dat we zo slim mogelijk gebruik gaan maken van het kleine stukje grond dat we met zijn allen hebben.
    • alleen zo kunnen we zorgen dat landbouw, natuur, bewoning en industrie op een plek komen waar ze het beste tot hun recht komen, en de andere partijen niet of het minst schaden.
    • om dat optimaal te kunnen doen gaan we dat zoveel mogelijk doen verdeeld over specifieke zones die vooral bestemd zijn voor resp. wonen & werken (mix), landbouw & veeteelt, natuur of water.

En de voordelen zijn groot: minder en minder lang vervoer, zoveel mogelijk hergebruik van ‘afval’ en restwarmte, minder schade aan huizen door te lage grondwaterstand, meer water voor de boeren ook tijdens droogte en op termijn een lagere energierekening.

Grote verhuizing?

Moeten we dan ineens met zijn allen gaan verhuizen, met woonhuis of bedrijf? Nee!

Alle bestaande dorpen en steden blijven natuurlijk op hun plek. Maar wij vinden wel dat dit het uitgangspunt moet worden op elk moment dat er een beslissing genomen wordt.

  • om een nieuw bedrijf te starten
  • of een boerderij over te nemen,
  • of een nieuw huis te bouwen
  • of een huis grondig te verbouwen (vloer, muren, dak),
  • of een nieuwe wijk te bouwen
  • of een nieuw bedrijventerrein te ontwikkelen.

Want dat gaan we dan (niet) doen in een van de ‘voorkeurszones’ .

Overigens hebben we eerder een ruilverkaveling meegemaakt, vooral na de Tweede Wereldoorlog toen veel landbouwgebieden van eigenaar zijn gewisseld, deels met ondersteuning vanuit het Marshall-plan. En dat is de basis geworden voor de bloeiende agrarische sector zoals we die nu kennen. Dus we hebben al laten zien dat we het kunnen!

Uitwerking wonen: burgers

Vanuit deze visie worden dorps- en stadskernen in het hele land optimaal ingericht met basisdiensten voor alle leeftijden: post, bank, supermarkt, bibliotheek, kinderopvang, zorg  en bedrijvenhubs waar nodig. Energieopwekking: zoveel mogelijk dichtbij, op ‘eigen dak’ en onderling ‘ruilen’ of gemeenschappelijke energieopwekking en -opslag,  en warmtesystemen waar mogelijk.

En deels kunnen we nu ook natuur en landbouw al dichterbij de grotere clusters brengen met de ontwikkeling van verticale landbouw en -bossen in en om steden (in feite in een soort flatgebouwen met landbouw of natuur).

Vervoer

Om het woon-werkverkeer zoveel mogelijk te verminderen komen er snelbussen direct naar bedrijventerreinen. De treinen worden frequenter en het OV wordt goedkoper.

Voordelen

Voordeel is dat kleinere steden en dorpen aantrekkelijker worden, want daarvandaan zijn de werkclusters snel en comfortabel te bereiken. En daarmee ontstaat er een grotere spreiding van de bevolking over heel Nederland, wat leidt tot lagere huizenprijzen en minder files.

Uitwerking werken: bedrijven en organisaties

Vanuit deze zelfde visie worden bedrijven-clusters optimaal ingericht voor snelle toegang, lage vervoerskosten en veel hergebruik. En dus clusters van diensten en industrie, landbouw en veeteelt, waar afval zoveel mogelijk circulair is, als grondstof of voor energie. En zo worden de overgebleven materialen uit de koekjesfabriek grondstof voor dierenvoer (vergelijk Kipster).

Energieopwekking ook hier zoveel mogelijk dichtbij, op ‘eigen dak’, eigen biogas, eigen windmolen en  onderling ‘ruilen’ of gemeenschappelijke energieopwekking en warmtesystemen waar mogelijk. Restwarmte van datacentra kan worden gedeeld voor verwarming, en dat gebeurt nu ook al.

Maar een bedrijvencluster hoeft niet te gaan om een bedrijventerrein zoals we dat nu kennen. Het kan ook gaan om grote landbouwbedrijven die gemeenschappelijke belangen hebben. Zie hieronder de optie voor het inrichten van een ‘agrarische hoofdstructuur’ naast de al bestaande ‘ecologische hoofdstructuur.

Nederland – grote penseelstreken – zones

Om Nederland duurzaam in te richten, gaan we zo optimaal mogelijk wonen en werken en water en natuur de ruimte geven verdeeld over zones die specifiek daarvoor bestemd zijn. Om dit mogelijk te maken moet de landelijke overheid grote aaneengeschakelde gebieden aanwijzen waar landbouw voorrang krijgt en natuurbescherming en woningbouw op het tweede plan staan. En omgekeerd. En ook voor water en voor de mix van wonen/werken (en gemengde gebieden).

We hebben overigens in Nederland nu al een “ecologische hoofdstructuur” en dat is een samenhangend netwerk van natuurgebieden in Nederland. Voor de landbouw stellen wij voor hetzelfde te doen in een agrarische hoofdstructuur (plan Fresco/Veerman), in combinatie met de New Deal (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman). En daarnaast ook voor ‘watergebieden’, die in genoemde plannen ontbreken.

Landbouw en veeteelt

En bij de landbouw en veeteelt krijg je een verdere specialisatie van agrarische gebieden in het meest vruchtbare deel van Nederland, door uitruil en concentratie van landbouwgebieden, en het inrichten van veeteelt waar dat optimaal is. Zo kan worden aangegeven waar wat plaatsvindt, bijvoorbeeld welke type melkveehouderij met welke mate van beweiding en welke landschapsopgaven, zoals divers grasland en weidevogelbeheer. Voordeel: goede landbouw op de goede plek kan met de helft van het huidige oppervlakte evenveel produceren als nu – daar is maar 20% van de huidige input van pesticiden en kunstmest voor nodig.

Concreet moet de landbouw dan geconcentreerd worden op de meest vruchtbare klei- en zavelgronden (zand en klei) in een strook van Zeeuws-Vlaanderen en West-Brabant en de rijke graslanden in het westen via de Flevopolders tot in Friesland en Groningen.

De voordelen zijn groot: een vitale landbouw die de ruimte krijgt, ongelooflijke milieuwinst en versnelling van duurzame landbouw. En vanzelfsprekend is dat dit voor de boeren een op de lange termijn aantrekkelijker perspectief dan nu, waarin ze weer meer worden gewaardeerd en een goede boterham kunnen (blijven) verdienen. Zie verder bij  Deltaplan Duurzaamheid Hoofstuk 7: Landbouw en Veeteelt. 

Water

Voor het herstellen van het grondwater maar ook om de overvloed van regenwater te gebruiken bij regenval en de langdurige droogtes te lijf te gaan, zal er ook opnieuw moeten worden gekeken naar ons watermanagement. De oplossing zal vermoedelijk liggen in een aantal grote locaties waar water opgevangen kan worden, of naar toe geleid kan worden, tijdens overvloed, om dat vervolgens af te geven bij droogte. Goede samenwerking met de waterschappen is een vereiste, maar ook hier is centrale(re) regie nodig, omdat de plannen de gebieden van de waterschappen overstijgen. Zie verder bij  Deltaplan Duurzaamheid Hoofstuk 5: Water. 

Nederland in zones – wat krijg je dan?

Dan krijg je bijvoorbeeld een verdeling in:

  • 300.000 hectare ecologische hoofdstructuur (nu al)
  • 500 hectare agrarische hoofdstructuur
  • nog onbekend aantal hectare voor wateropvang en distributie daarvan
  • 1.000.000 hectare voor gemengd gebruik, w.o. wonen en werken. Dit zal uiteindelijk bestaan uit een mix van wonen en werken en alle agrarische bedrijven die niet in de agrarische hoofdstructuur konden worden ondergebracht.

De laatste zone is daarmee ook de buffer, die zorgt voor speelruimte voor een geleidelijke (maar niet langzame) overgang.

Spelregels en uitvoering

Waar moet het Deltaplan aan voldoen?

Het Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken met ook commercieel een aantrekkelijk lange termijn perspectief.

Draagvlak: 0ngelijkheid rechttrekken, gelijke lusten en lasten

Draagvlak is alleen goed te bereiken als alle burgers, bedrijven en organisaties eerlijk en gelijk behandeld worden. Dat is nu niet het geval, zoals ook bij het Klimaatakkoord is gebleken waarbij grote bedrijven de grootste voordelen hebben. Daarvoor zal de huidige scheve situatie van heffingen, subsidies, energiebelastingen en belastingvoordelen zo snel rechtgetrokken moeten worden.

Het beleid wordt stimuleren en belonen waar mogelijk, of ontmoedigen en straffen waar nodig, op basis van gelijkheid en impact. Bedrijven, gemeenten en organisaties worden dus gestimuleerd om de maatregelen toe te passen. En de verduurzamer wordt dus beloond, en de vervuiler belast. Maar dat gebeurt pas als er duurzame alternatieven zijn.

Een voorbeeld: de gasprijs wordt nu al verhoogd, terwijl er nog geen (betaalbare) alternatieven zijn. Wat Partij Helder betreft wordt deze pas verder verhoogd als er voor iedereen een betaalbaar alternatief is door betaalbare warmtepompen e.a. oplossing. Maar dan worden die maatregelen ook versneld toegepast. Tenslotte weet iedereen dat dit er aan zit te komen.

Grote slagen

Spelregels

De spelregels daarbij worden:

  • nieuw is 100% duurzaam; overnemen is zoveel mogelijk verduurzamen
  • met daarbij steeds de afweging: hoe past dit in het cluster waar ik woon of werk?

Dus bij elk nieuw bedrijf, nieuwe boerderij, nieuw huis of nieuw bedrijventerreinen: investeren in duurzaamheid tot maximum, gezien type en gezien de locatie. Alle nieuwe gebouwen energieneutraal of energiepositief; bestaande gebouwen hoogste energielabel. En overnemen of kopen betekent verduurzamen waar mogelijk, of niet verduurzamen en uit de markt halen.

Het gaat er daarbij steeds om wat de duurzaamste oplossing is. Een nieuwe boerderij kan straks niet meer worden begonnen op een verkeerde locatie (zie hierboven ons voorstel voor een herverkaveling bij Visie). En een oud huis wordt niet klimaatneutraal gemaakt, maar alleen maar goed geïsoleerd en gas-arm (dus ultrazuinige HR ketel etc.). Een dergelijk huis is niet geschikt voor lage temperatuurverwarming, of tegen zulke kosten dat we dat geld beter eerst ergens anders kunnen investeren met een hoger ‘duurzaamheidsrendement’.

Besluitvorming naar parlement – minister van Duurzaamheid en minister van Ruimte

De polder-akkoorden zijn onvoldoende, en leveren te weinig voortgang op, die ook nog eens te vrijblijvend is. Voor deze transitie is ‘polderen’ niet geschikt, is gebleken bij het Klimaatakkoord, waarbij partijen zijn ‘vergeten’ om burgers te raadplegen. Maar ook de regionale invulling door provincies en gemeenten, met soms conflicterende belangen van wethouders in 1 gemeente, of waterschappen die naast elkaar liggen, werkt onvoldoende. We hebben geen tijd meer om hier nog 5 jaar langzaam naar toe te groeien.

Om het Deltaplan Duurzaamheid een succes te maken, gaan we het volgende doen:

  • er komt een Ministerie van Duurzaamheid voor de sturing op het Deltaplan als geheel
  • er komt een Ministerie van Ruimte om de ‘ruilverkaveling’ aan te sturen (incl. het huidige Landbouw); daarmee komt het Ministerie van Volkshuisvesting. Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) weer terug.
  • en de NVWA zal of zelfstandig moeten worden of een onderdeel van VWS (zie bij Hoofstuk 5: Dieren)
  • er komt een duidelijker centrale regie vanuit de landelijke overheid, met meer regionale en lokale invulling door provincies, waterschappen en gemeenten.

Centrale regie en toch draagvlak

De nieuwe ministeries en het volgende parlement zullen het voortouw moeten nemen. Weliswaar is de input van burgers, bedrijven, provincies en gemeenten en organisaties cruciaal, maar uiteindelijk zullen er centraal een aantal ingrijpende beslissingen genomen moeten worden. Daarmee worden bedrijven, provincies en gemeenten gefaciliteerd om te focussen op zo snel mogelijk uitvoeren van de duurzame maatregelen, volgens de centraal vastgestelde standaarden en in de samenwerking naar boven gekomen best practices. En de mix van die duurzame maatregelen is de optimale mix voor die gemeente. Helaas zullen we ook moeten zeker stellen dat de belangen van de gemeenten dezelfde zijn als die van de burgers zelf, want uiteindelijk is dat de basis van het draagvlak.

Preferenda

Ons voorstel is om preferenda (Wikipedia https://nl.wikipedia.org/wiki/Preferendum) te gebruiken, waarbij de burgers hun voorkeur kunnen aangeven voor een of meer opties die direct van invloed zijn op hoe ze wonen, werken en reizen.  Zo kan er, bij een gelijk effect, een voorkeur worden aangegeven voor bepaalde duurzaamheidsmaatregelen die iedereen in een regio direct raken, bijv. over inrichting van het landschap of dorp of specifieke duurzaamheidsmaatregelen.

Transparantie: kennis en ervaringen delen en samenwerken op platform

Het delen van kennis en ervaringen is hiervoor cruciaal, maar ook vergaande transparantie over resultaten, uitvoering, voortgang van programma’s, klimaat-efficiency van nieuwe technieken, meevallers en tegenvallers. Wat werkt en wat niet?! Op basis van a) de centraal vastgestelde standaarden en b) de best practices die in het platform naar boven komen, kunnen bedrijven, provincies en gemeenten focussen op zo snel mogelijk uitvoeren.

Transparantie: eerlijk zullen we samen delen

Noodzakelijk voor draagvlak is daarnaast transparantie over de praktijk van de gelijke lusten en lasten. De huidige regering heeft buiten het parlement om grote bedrijven voordelen gegeven in het Klimaatakkoord. Dat is slecht voor het draagvlak. Er komt daarom volledige transparantie over wie wat betaalt of ontvangt, en daarnaast verplichte paragrafen in jaarverslagen over duurzaamheid (mens, dier, natuur & milieu).

NB: het is een optie, om draagvlak en solidariteit te verkrijgen, dat gedurende bijv. de eerste 10 jaar van het plan de energieprijzen van gas en elektra gelijk worden voor iedereen (alle burgers, en alle bedrijven en organisaties). Dit is dus onafhankelijk van de leverancier. Er wordt dan alleen  onderscheid gemaakt naar het percentage duurzame energie van de leverancier. Als de consumenten- of zakelijke klanten een keus hebben, dan wordt de duurzamere energie goedkoper, en omgekeerd.

Burgers: duursaam

Dit Plan raakt de burgers van Nederland straks allemaal. Maar we kunnen er ook allemaal aan meedoen, en ons voordeel meedoen. Van groene daken, samen pakjes laten bezorgen, of beter nog: pakjes ophalen, meer groen in de tuin tot duurzame richtlijnen voor alle nieuwe huizen en kantoren. En nog meer zelf energie opwekken in huizen en kantoren. Een voorbeeld: voetbalverenigingen kunnen punten krijgen voor duurzaamheid en goed voedsel, en dan voor een lager tarief of met een garantiestelling lenen voor een nieuw clubgebouw.

Bedrijven

En we gaan dit waar mogelijk doen met Nederlandse ondernemingen die hofleverancier van het Klimaatplan worden. Een voorbeeld: we zijn trots op onze veeteeltbedrijven en juichen hun investeringen in uitbreiding toe. We gaan hen daarbij een aantrekkelijk perspectief bieden, in ruil voor een voor iedereen optimale plek en zoveel mogelijk duurzaamheid. En daarmee kunnen zij de transitie maken naar duurzame veeteelt, gesteund door burgers en overheid. Wij eten hun karbonades, maar over 5 jaar zijn die wel allemaal duurzaam geproduceerd en biologisch.

Versnellen

Wij vinden dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.

Er komt wat Partij Helder betreft een Deltaplan Duurzaamheid. Een goed plan legt het einddoel vast, maar ook de tussendoelen, en het zal aantrekkelijk moeten zijn om die doelen te halen of er zelfs overheen te gaan, en onaantrekkelijk om ze niet te halen. Het gaat daarbij niet om losse plannen voor biodiversiteit, stikstof- en fosforaanpak of milieu of water want die leiden tot een fragmentarisch resultaat, en daarmee tot concurrentie tussen doelen en opvattingen, en dat is ook al gebeurd.

Het gaat om de combinatie. Alleen een structurele benadering van alle opgaven samen kan helpen werkelijke keuzes te maken. Dit helpt ook om in alle openheid keuzes te maken waarbij soms de ene groep ‘wint’ en de andere keer de andere groep.

Daarnaast heeft de hieronder geschetste ‘herverkaveling’ zoveel consequenties dat ook daarvoor een goed overkoepelend plan nodig is.

Het opstellen en uitvoeren van dit plan zal een van de hoofdtaken van de door ons voorgestelde ministers van Duurzaamheid en van Ruimte moeten worden.

Deltaplan Duurzaamheid

Er zal een dus nieuw plan moeten komen, waarin wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.  En dat plan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording zijn de pijlers, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven hoe zij hun business kunnen aanpassen.

En dat gaan we dus samen doen. Ons plan is dus niet subsidies voor grote bedrijven en wat CO2 maatregelen. Het is samenwerken van burgers met Nederlandse bedrijven en organisaties om Nederland weer toekomst-vast te maken.

Het Deltaplan wordt daarom een ‘programma’ met:

  • Duidelijke keuzes
    • Keuzes voor de duurzame afweging tussen de belangen van mensen, dieren en natuur &milieu
    • Uitwerking in keuzes voor bijv. energiebronnen, bestemmingsplannen e.a., waarbinnen burgers, bedrijven en organisaties kunnen investeren en deelnemen
    • Afscheid nemen van bedrijven die de Nederlandse ambities teveel in de weg zitten. Bijvoorbeeld bedrijven die extreem vervuilend zijn en te weinig toevoegen aan de maatschappij (innovatie, werkgelegenheid).
  • Samenhang
    • Samenhang brengt in alle verschillende regelingen, subsidies, initiatieven en platforms.
  • Financiering en Financiën
    • Subsidies voor duurzame maatregelen voor burgers, bedrijven en organisaties, w.o. voor technologische innovaties voor besparingen, circulaire productie en landbouw e.a.
    • Investeringen in grootschalige projecten voor ontwikkeling energiebronnen en infrastructuur
    • Ontwikkelen van de financiële randvoorwaarden voor transitie, waaronder een investeringsbank of ander investeringsvehikel. Duurzaam investeren en financieren wordt aantrekkelijker gemaakt; het omgekeerde onaantrekkelijk.
  • Transparantie en juridische kaders
    • Transparantie over al het voorgaande, w.o. duurzame resultaten van bedrijven, voortgang van programma’s, klimaat-efficiency van nieuwe technieken e.a.
    • Hiervoor komen er o.a. rapportages en verplichte (addenda bij) jaarverslagen van bedrijven en organisaties over hun duurzame maatregelen en het effect ervan voor mens, dier, natuur & milieu.
    • Ontwikkelen van juridische kaders, wetten, op alle niveaus, met doelstellingen en normen die over regeringsperioden heen moeten worden nageleefd.
    • Dit is inclusief wetgeving voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen met daarbij een verplichte rapportage over de stappen die zijn gedaan om schade aan mensen, dieren en milieu in hun ketens te voorkomen, te beperken en te herstellen waar nodig (NB: dieren zijn nu nog niet in initiatiefnota voor die wetgeving opgenomen – IMVO https://idvo.org/, maar wij stellen voor dat wel te doen)
  • Samen
    • Kennisplatform voor delen van aanpak, hoe draagvlak te bereiken, wat werkt en wat werkt niet, burgerinitiatieven e.a.

Bronnen en reacties

Bronnen

Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering.

We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.

Reacties

Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!

Deltaplan Duurzaamheid 1: Noodzaak

Deltaplan Duurzaamheid 1: noodzaak en draagvlak

Inleiding algemeen

Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.

Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.

Deltaplan duurzaamheid

In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.

En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.

Draagvlak

Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!

Inhoud van ons Deltaplan

Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen

Inleiding Hoofdstuk 1: de noodzaak van een Deltaplan

Definities: duurzaamheid

Bij duurzaamheid wordt vaak gesproken over het klimaat of over de natuur, of over de landbouw en de invloed op mensen. ‘Dieren’ komen er meestal niet in voor. Onze definitie gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.

De belangrijkste reden hiervoor is dat daar ook de oplossing ligt. Alleen maatregelen of oplossingen die met alle 3 rekening houden, hebben op de lange termijn zin. En nog los van morele en andere afwegingen. “Niemand wordt ’s ochtends wakker wordt met het idee: ‘Laten we vandaag eens het klimaat om zeep helpen, wat kleuters in Zuidoost-Azië aan het werk zetten en het grondwater vergiftigen met landbouwchemicaliën.’ En toch gebeurt het. Iedere dag en op grote schaal. Hoe is het mogelijk dat onze economie werkt op een manier die geen mens op aarde zich wenst?” Volkert Engelsman – CEO Eosta

Dieren worden vaak apart behandeld, los van milieu of duurzaamheid. Bij ons zijn dieren een integraal onderdeel van ons plan. Niet alleen vanwege de herkomst en samenstelling van het dierenvlees in onze voeding, maar ook vanwege de luchtkwaliteit van de gebieden rondom de megastallen, de stikstof in het milieu, en natuurlijk gewoon vanuit een moreel oogpunt. En daar hoort ook bij hoe we omgaan met huisdieren en dieren in het wild.

Nederland duurzamer inrichten is ook lastig!

We lopen elkaar in Nederland al snel in de weg: huizen bouwen, boerenbedrijf, luchtkwaliteit etc. En voor wat betreft de afweging tussen huizenbouw, bedrijven, landbouw, natuur en dieren, is het dus ook wel lastig in Nederland. Een belangrijk verschil met een aantal landen om ons heen, is dat Nederland een klein en dichtbevolkt land is. De landbouw neemt bijvoorbeeld de helft van het Nederlandse grondgebied in beslag en drukt dus een zware stempel op die omgeving. En menselijke-, economische- (w.o. agrarische) en natuur-belangen botsen er dus bijna per definitie.

Een windmolen staat al gauw in iemands achtertuin, een varkensstal beïnvloedt de luchtkwaliteit van een dorp, en de stikstofuitstoot in de natuur beperkt de bouw. De wat ons betreft meer dan terechte demonstraties van boeren en bouwers in de herfst van 2019 en nu ook weer zijn een teken van die botsende belangen. En ook de vliegvelden zijn een bron van discussie in ons kleine landje. Want de een zijn vakantievlucht is de ander zijn verminderde gezondheid door uitstoot of geluidsoverlast.

Noodzaak

We moeten nou eenmaal iets met dat klimaat, zowel wereldwijd als in onze kleine landje. Wetenschappers hebben geen andere verklaring voor de huidige snelle opwarming van de aarde dan de menselijke productie van broeikasgassen, met name CO2. Klimaatverandering is een existentiële bedreiging voor Nederland want als het fout gaat zal het zeeniveau naar verwachting zo’n vijf tot negen meter zal stijgen. Daar vallen geen dijken tegen te bouwen. En ook de toegenomen warmte, de steeds heftiger stormen, de regenval en de droogte spreken boekdelen, in Nederland.. En of delen van Afrika bewoonbaar blijven is nog maar de vraag, met alle gevolgen van dien.

Gedraal en onwil

Hoe partijen echt stemmen voor klimaat | Partij HelderJe zou verwachten dat dit een probleem is dat al jaren krachtig wordt aangepakt, maar dat is niet zo. In de praktijk is het heel simpel: we tekenen graag akkoorden (Parijs, Klimaatakkoord e.a.), maar polderen net zo lang tot ze voor iedereen acceptabel zijn, en vervolgens voeren we ze niet of niet goed uit. De EU haalt Nederland ondertussen links en recht in.

De oorzaak in de afgelopen 10 jaar zijn de VVD-coalities met CDA, CU, PvdA, D66. Deze stemmen in de praktijk, op een schaal van A klimaatgunstig tot F klimaatongunstig, voor maatregelen in de categorie D. Partijen die in die coalities zitten beloven veel tijdens verkiezingen, maar zakken na de verkiezingen terug naar D of E.

Klimaatakkoord: doorpolderen tot het water ons aan de lippen staat

Er is vorig jaar een Klimaatakkoord getekend, en erna zijn er maatregelen genomen door de regering. Er is veel kritiek gekomen op het Klimaatakkoord en veel partijen als Greenpeace, Milieudefensie, Natuur & Milieu, maar ook de Groen Links en de FNV hebben het niet getekend.

De bezwaren verzameld, zijn: ambities te laag, vrijblijvend, geen beloningen en geen sancties, vooruitschuiven van bijv. rekening rijden, onvolledig, duurt te lang, transparantie ontbreekt, lastenverdeling oneerlijk, aanpak: polderen is niet geschikt en draagvlak is niet ingebakken.

Draagvlak: burgers, bedrijven, overheden

Een jaar na het Klimaatakkoord is de discussie nog te groot

Wat is er nodig om verduurzaming van op gang te brengen, bijv. van woningen? Draagvlak. En dat is er nog niet genoeg. VEH: Volgens Vereniging Eigen Huis, helpt het als de overheid duidelijkheid gaat bieden over de haalbaarheid en betaalbaarheid. Anders geen draagvlak.  “Het is hoog tijd dat de overheid de zorgen gaat wegnemen als ze wil dat we de klimaatdoelstellingen gaan halen. Ze moet de regie pakken in de discussie en eenduidige informatie verschaffen over de energiemix, over welke stappen huiseigenaren moeten zetten en wat de financiële gevolgen van bepaalde keuzes zijn.”

Burgers worden klemgezet door gemeentes en monopolie energiebedrijven

Verduurzamen is prima, maar wij zijn kritisch op de uitvoering en de betaalbaarheid. En we zien te weinig bescherming voor de consument door a) monopolie van energiebedrijven via warmtenetten (je kunt niet overstappen naar een andere leverancier), en b) verplichte lening uit het Warmtefonds voor financieel kwetsbare huiseigenaren in die wijken (risico’s en voor langere tijd financieel klem gezet).

De overheid toont zich daarbij onvoldoende als een betrouwbare, duurzame partner, zowel in uitvoering als kosten (neutraliteit). En het beleid is onsamenhangend: stimuleringsbeleid met subsidies en hogere gasbelasting, een wirwar van potjes, lege subsidiepotten, en verschillen tussen landelijke en lokale regelingen en allerlei verschillen tussen gemeenten.

VEH: “Er is een regisseur nodig en iemand die eigenaar wordt van ‘woonlastenneutraliteit’. Ook moeten huiseigenaren meer bij de lokale plannen worden betrokken. Laat ze meedenken! Ik durf te stellen dat het draagvlak vanzelf groeit als de overheid een betrouwbare gids is die haar beloftes waarmaakt. De meeste van onze leden willen stap voor stap verduurzamen, daar zullen wij ze in ieder geval bij helpen.” VEH: “Het is hoog tijd dat de overheid de zorgen gaat wegnemen als ze wil dat we de klimaatdoelstellingen gaan halen. Ze moet de regie pakken in de discussie en eenduidige informatie verschaffen over de energiemix, over welke stappen huiseigenaren moeten zetten en wat de financiële gevolgen van bepaalde keuzes zijn.”

Bedrijven

Werkgeversorganisaties, koepels en sector overleggen is het ook niet gelukt. Wel vragen veel bedrijven al jaren niet alleen om ruimte voor innovatie, maar ook om richting en leiding van de overheid en een einde aan de onzekerheid (slecht voor ieder die investeringen wil doen). Een deel van diezelfde (grote) bedrijven lobbyen alleen achter de schermen voor uitstel, extra subsidies en lage kosten voor energie of CO2 heffingen. In Nederland hebben we een typisch liberale houding en lang gedacht dat de markt het wel gaat regelen. Maar dat is dus niet zo.

Provincies, gemeenten en waterschappen

Provincies en gemeenten reageren ook te langzaam en te versnipperd. Ook binnen gemeenten zijn er wethouders met tegenstrijdige belangen bij projecten voor een bedrijventerrein of wonen of duurzame landbouw. En de Waterschappen zijn toch ook weer vooral lokaal gericht, en zijn niet in staat gebleken het grote probleem van de grondwaterstand op te lossen of in ieder geval het onderwerp hoger op de agenda te krijgen.

Overheid moet voortouw nemen

Samenvatting: het is de overheid, d.w.z. regering en politieke partijen, niet gelukt om voldoende vaart te maken. Er is wel een Klimaatakkoord gesloten met de polder (werkgevers en vakbonden) en grote bedrijven, maar die leveren te weinig op, zijn te vrijblijvend en verdelen de lasten niet eerlijk over alle partijen. En burgers zijn hierbij helemaal niet gehoord! Bedrijven, provincies, gemeenten en waterschappen is het ook niet gelukt.

Daar heb je dus een overheid voor

Maar eigenlijk is het ook logisch dat het zo niet lukt. Daar heb je tenslotte een landelijke overheid voor, om richting en spelregels bepalen die voor iedereen gelden, rekening houdend met de belangen van mensen, dieren en milieu, op de korte en de lange termijn. Binnen die speelruimte kunnen provincies, gemeenten, organisaties maar juist ook burgers bepalen en inrichten.

En als die overheid dat goed doet, dan leren en innoveren we het meest en betalen we zo min mogelijk. Maar elke verandering is moeilijk, dus diezelfde overheid is er ook voor om te zorgen dat we deze overgang, deze transitie, allemaal even leuk maar ook allemaal even vervelend vinden. Eerlijk is eerlijk.

Nu beginnen

Vanuit de klimaatontwikkelingen zowel internationaal als de milieuontwikkelingen in Nederland (bijv. stikstof, grondwaterstand), vinden wij dat we zo snel mogelijk echt moeten starten en vaart maken. De omslag naar een duurzame samenleving moet veel krachtiger en sneller worden opgepakt. Daarmee zorgen we dat het straks niet weer noodmaatregelen worden (zoals naar aanleiding van de Urgenda uitspraken). Als we er nu voor gaan, dan kunnen burgers, bedrijven, organisaties, gemeenten e.a. binnen de nationale kaders optimaal kiezen voor maatregelen die bij hen passen, en daarmee optimaal profiteren van de omslag.

Deltaplan Duurzaamheid

En daarom denken wij dat een geïntegreerd plan nodig is voor de duurzame transitie van Nederland. Een Deltaplan voor een ontwikkeling die groter is dan de ruilverkaveling die m.n. na de Tweede Wereldoorlog plaatsvond en het bouwen van de Deltawerken. Het gaat namelijk om een programma voor de voedselvoorziening en landbouw, grondwaterstand, klimaat, energie, natuur, vervoer en stedenbouw in ons kleine landje tot 2050. En daarbij moet dan ook nog rekening gehouden worden met EU- en andere internationale regels en ontwikkelingen, en natuurlijk een eerlijke verdeling van lusten en lasten voor alle betrokkenen. Geen kleine klus.

Maar we hebben geen keus, en we kunnen het ook ten goede keren. En dat kan door niet alleen in te zetten op innovatie, maar ook op een slim evenwicht tussen wetenschappelijke inzichten, een goede planning en een realistische toepassing lokaal.

Doelen

Het doel is, algemeen gesteld, een evenwicht tussen lange termijn belangen van mensen, dieren en natuur & milieu in Nederland en in de landen waar we onze (half)producten en grondstoffen vandaan halen. En dat gaan we versneld uitvoeren met steeds als uitgangspunt: zo duurzaam mogelijk, zo snel mogelijk, en zo eerlijk mogelijk. Tijdens de uitvoering willen we zoveel mogelijk leren en waar mogelijk gaan ondernemen met de vruchten van dit Deltaplan.

Bronnen en reacties

Bronnen

Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering.

We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.

Reacties

Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!